Het analyseren van de tegenstanders van Rijnsburgse Boys wordt volgend seizoen gedaan door Gelmer Veen, op dit moment nog analist voor hoofdklasser Genemuiden en in het verleden onder andere scout voor Foppe de Haan en Gert-Jan Verbeek van Heerenveen. Gelmer volgt Arie de Haan op. Een kennismakingsinterview.
Eerst maar even voorstellen. Wie is Gelmer Veen?
Gelmer Veen: “Ik ben 58 jaar, ben geboren in Steenwijk, heb gestudeerd in Zwolle, ben woonachtig in Hoevelaken en werkzaam bij Jantje Beton in Utrecht als teamleider bedrijfsvoering tevens plaatsvervangend directeur. Ik heb gevoetbald bij Be Quick ’28 in Zwolle, waar ik ook assistent-trainer ben geweest. Dat was in de eerste klas en de hoofdklasse, destijds het hoogste amateurniveau. Als trainer heb ik op eigen benen gestaan bij een tweedeklasser in de regio Zwolle.”
En toen kwam de scouting. Hoe ben je daarin gerold?
“Ik kende Foppe de Haan van mijn tijd in Steenwijk. Door hem ben ik gevraagd om de scouting te doen voor Heerenveen. Dat heb ik bijna tien jaar gedaan. In die tijd heb ik alle stadions in Nederland gezien. Ook in België en Duitsland ben ik geweest; niet verder weg want ik heb ook nog mijn gewone werk.”
En verder?
“Daarna was het tijd om mijn horizon te verbreden. Daarom ben ik naar Sparta Nijkerk gegaan, waar ik assistent-trainer, lid van de technische commissie en trainer van het beloftenteam was. Toen Sparta in de topklasse speelde, ben ik ook nog even interim-trainer geweest na het ontslag van de hoofdtrainer. De eerste wedstrijd tegen Barendrecht wonnen we met 3-0 en ik zat ook op de bank bij een wedstrijd tegen Spakenburg met 4000 man publiek. Ook voor Sparta Nijkerk in de hoofdklasse heb ik analyses gemaakt. In die tijd zag ik elke wedstrijd van Quick Boys, dat steeds tegen de komende tegenstander van Sparta speelde. Verder heb ik wedstrijdanalyses gemaakt voor Be Quick ’28 en nu sinds drie jaar voor Genemuiden.”
Hoe ben je met Rijnsburg in contact gekomen?
“Na drie jaar Genemuiden, dat inmiddels in de hoofdklasse uitkomt, wilde ik weer liever wedstrijden op een hoger niveau bekijken, want tussen de topklasse en de hoofdklasse zit een aardig verschil. Als je zoveel wedstrijden bezoekt, kom je altijd bekenden tegen en je hebt veel contacten. Toen ik hoorde dat Arie de Haan stopt bij Rijnsburg, heb ik bij Ed Bos kenbaar gemaakt dat ik beschikbaar ben voor Rijnsburg. Zo kwam van het een het ander. Vervolgens heb ik met Pieter Mulders gesproken, ondermeer over mijn werkwijze, en hem een analyse toegestuurd. Voorafgaand aan de thuiswedstrijd van Rijnsburgse Boys tegen ONS Boso Sneek is het rondgemaakt met voorzitter Ad Hendriksen.”
Waarom Rijnsburgse Boys?
“Doordat ik al jarenlang bij clubs kom, merk je meteen of een club plezierig en gastvrij is. Je moet een goed gevoel hebben bij een club. Dat is bij Rijnsburg het geval. Het is een correcte en nette vereniging. Ik zal een voorbeeld geven. Ik drink altijd thee. De tweede keer dat ik hier kwam, wist men meteen dat ik thee wilde en geen koffie. Daaraan merk je dat je welkom bent. De cultuur en mentaliteit van Rijnsburgse Boys spreken me aan.”
Ben je veel op de club volgend seizoen?
“Ik zal er weinig zijn. De analyses, waarin ik de sterke en de zwakke plekken van tegenstanders aangeef, stuur ik op. Zo nodig heb ik hierover telefonisch overleg met de trainer. Wel kom ik in de voorbereidingsperiode kijken om verder kennis te maken. Of het tweede divisie of topklasse wordt, is nog een black-box. Maar wat het ook wordt, beide competities zijn mooi, ook de topklasse met dan misschien wel de derby tegen Quick Boys…”