De 19-jarige Max Hudepohl staat bekend als een talentvolle vleugelspits die dit seizoen doorbrak bij zondaghoofdklasser Quick, waar hij in de race is om promotie naar de topklasse. Ook bereikte hij met de Haagse club de bekerfinale. Een kennismakingsinterview. “Ik hoop bij Rijnsburgse Boys een vaste waarde te worden.”
Waar heb je tot nu toe gespeeld?
Max Hudepohl: “Ik ben begonnen bij Graaf Willem II VAC, waar ik zeven jaar gespeeld heb: van de F’jes tot de tweedejaars D-junioren. Daarna ben ik naar Quick in Den Haag gegaan, waar ik ook alweer zeven seizoenen speel. Daar ben ik begonnen in de C-jeugd. Dit seizoen speel ik voor het eerst bij de senioren. Tussen mijn twaalfde en mijn zestiende heb ik in diverse regionale selectieteams van de KNVB gespeeld. Ik heb ook trainingsstages gehad en testwedstrijden gespeeld bij ADO Den Haag en Sparta, maar verder dan dat ben ik niet gekomen.”
Hoe gaat het dit seizoen?
“Boven verwachting goed. Ik ben begonnen in het tweede elftal van Quick, maar door blessures en schorsingen heb ik een kans gekregen in het eerste team en andere jongens uit de basis gespeeld. Ik ben linksbenig en eigenlijk linksbuiten, maar speel nu als rechterspits. Dat vind ik erg lekker, want daardoor ben je moeilijker te verdedigen, en als je binnendoor gaat, kom je bovendien sneller in schietpositie. We zijn met Quick in de race voor een plek in de nacompetitie. Als we dat halen, hebben we kans op promotie naar de topklasse zondag. De komende weken krijgen we met DHC en De Dijk directe concurrenten. En tenslotte spelen we als toetje op 21 mei de finale van de KNVB-districtsbeker tegen Noordwijk. Maar eerst gaan we voor promotie.”
Hoe ben je met Rijnsburgse Boys in contact gekomen?
“Tijdens ons trainingskamp tijdens de winterstop vertelde mijn trainer Paul van der Zwaan, die bekend is in de Bollenstreek, dat ik was gescout door Wim Schaap en dat Rijnsburgse Boys gecharmeerd was van mij. Vervolgens heb ik goede gesprekken gehad met Ed Bos en Pieter Mulders. Er was interesse van nog een club, maar teamgenoten zeiden tegen me: als je in de Bollenstreek kunt gaan spelen, moet je dat doen vanwege de entourage. Bovendien is Rijnsburgse Boys sportief gezien een stap hoger en misschien zelfs wel twee stappen als de tweede divisie wordt gehaald. Daarom pak ik deze kans met twee handen aan.”
Met welke verwachtingen kom je naar Rijnsburg?
“Ik heb dicht tegen het betaalde voetbal aan gezeten. Bij Rijnsburgse Boys wil ik verder doorgroeien en kijken of ik alsnog het betaalde voetbal kan halen. Rijnsburg heeft volgend seizoen een nieuwe trainer en heel veel nieuwe spelers. Pieter Mulders heeft toegezegd dat het beste team speelt en dat iedereen dezelfde kansen krijgt. Daar ga ik voor honderd procent voor. Ik hoop een vaste plek in de basis te krijgen en een vaste waarde te worden, liefst als rechtsbuiten.”
Wat weet je van Rijnsburgse Boys?
“Het is een mooie club. Ik ken Rijnsburgse Boys van de wedstrijdverslagen van RTV West en van filmpjes op YouTube. Tijdens de thuiswedstrijd tegen SteDoCo was ik aanwezig. Dat was een spannend duel. Ik begreep dat er toen niet zoveel publiek was, maar op filmpjes heb ik wedstrijden gezien met een volle tribune. Van dat soort toeschouwersaantallen kunnen we bij Quick alleen maar dromen.”
Wat wil je nog kwijt?
“Ik woon in het centrum van Den Haag, op ongeveer drie kwartier rijden van Rijnsburg. Ik zit in het tweede jaar van de HALO. Over twee of drie jaar hoop ik af te studeren en een baan als leraar lichamelijke oefening te vinden. Ik wil dan nog een studie fysiotherapie gaan doen. Verder ben ik trainer van de E-selectie van Quick. De bedoeling was dat ik volgend seizoen op zou gaan voor het TC3-diploma, maar dat gaat vanwege mijn overgang naar Rijnsburgse Boys niet door. Samenvattend kun je zeggen dat ik zeven dagen per week met sport bezig ben.”
