Interview Ted Verdonkschot

Met nog vier competitiewedstrijden te gaan – bekerwedstrijden niet meegerekend – komt het einde van het seizoen 2007-2008 snel in zicht voor Rijnsburgse Boys. Of krijgt het seizoen 2007-2008 voor de geelzwarten nog een prachtig slot met een aantal kampioenswedstrijden? Dat is natuurlijk op dit moment nog de grote vraag. Hoe kijkt hoofdtrainer Ted Verdonkschot, na de 2-3 nederlaag tegen concurrent FC Lisse, aan tegen de resterende competitiewedstrijden. Dit en meer komt in dit interview met de 44-jarige trainer aan de orde.

Ted, hoe hard is de nederlaag tegen FC Lisse aangekomen?
‘Dat zal de komende wedstrijden moeten blijken. Als je 17 competitiewedstrijden op rij niet verliest weet je dat je een keer tegen een nederlaag kan aanlopen. De jongens hebben tegen FC Lisse hun stinkende best gedaan, maar te veel spelers waren niet in goede doen. Dat was ook mede de verdienste van FC Lisse. Ik verlies liever van een goede ploeg, dan tegen een mindere ploeg.

Het gevoel bij mij en de spelers is dat, ondanks deze nederlaag, het nog steeds mogelijk is om kampioen te worden. We moeten dan wel de resterende vier wedstrijden winnen en geen punten meer verspelen. We hebben het niet meer in eigen hand en horen na iedere wedstrijd wel wat FC Lisse en Quick Boys hebben gedaan. De ploeg die aan het einde van de rit met de meeste punten bovenaan staat is gewoon de terechte kampioen. We zullen er in de laatste wedstrijden alles aan doen dat wij dat zijn’.

Hoe kijkt je terug op de reeks competitiewedstrijden na de winterstop?
‘We hebben een hele goede serie neergezet na de winterstop. Ik ben daar heel tevreden over. Doordat we de afgelopen twee seizoenen kampioen zijn geworden wil iedere tegenstander van ons winnen. Als je dan zo weinig verliest, doe je het in mijn ogen erg goed. Helaas hebben we in uitwedstrijden teveel punten verspeelt. Die gelijke spelen hebben ons in die zin wel opgebroken, maar we zijn nog steeds niet kansloos voor de titel. Met de eerste uitoverwinning van dit seizoen bij Quick Boys hebben we de Rijnsburgse supporters veel plezier gedaan. Het blijkt ook dit seizoen weer dat we een hele goede ploeg hebben. Het team zit goed in elkaar en we strijden voor het derde seizoen op rij voor het kampioenschap. Dat is een knappe prestatie. Ik ben heel trots op mijn spelers en veel mensen binnen de vereniging zijn dat ook’.

Hoe kijk je aan tegen het vertrek van Erwin van der Lugt, Brayton Biekman, Frank Zinhagel en Michel van Kasteren aan het einde van dit seizoen?
‘Het is altijd jammer als er goede en ervaren spelers vertrekken. Daar tegenover staat dat de komst van een paar nieuwe gezichten verfrissend kan werken. Door de komst van nieuwe spelers is niemand verzekerd van een basisplaats, is er meer concurrentie en dat komt de scherpte ten goede. Van Erwin wisten we al een tijdje dat hij assistent-trainer van IJsselmeervogels gaat worden. Zijn schat aan ervaring zullen we missen. Brayton had te maken met veel reistijd vanuit zijn woonplaats Utrecht en ik begrijp zijn beslissing.

Frank vond het na vijf mooie seizoenen bij Rijnsburgse Boys tijd om bij een andere vereniging (VVSB red.) te gaan spelen. We hebben de afgelopen jaren veel van Frank mogen genieten. Hij heeft zich altijd volledig ingezet voor Rijnsburgse Boys. Het vertrek van Michel vind ik ook erg jammer. Michel vindt dat hij te weinig kans heeft om bij Rijnsburgse Boys eerste doelman te worden en gaat terug naar zijn voormalige vereniging Quick. In de bekerwedstrijd (afgelopen dinsdag, red.) tegen DOTO heeft Michel laten zien dat hij een uitstekende keeper is. Hij nam sportief revanche voor de ongelukkige wedstrijd bij DOTO voor de competitie (4-4, red). Met Martijn Zwaan in de selectie beschikken we overigens over nog een goede doelman’.

Ben je tevreden met de komst van Richal Leitoe (FC Lisse ), Rodney Cairo (Haarlem) en Kevin Wassenaar (Haarlem) voor volgend seizoen?
‘Ik ben daar zeker tevreden over. Kevin is een jonge doelman die nog het nodige zal gaan leren, maar zeker mogelijkheden heeft. Richal beschikt over snelheid, kan makkelijk passeren en heeft een goede traptechniek. Rodney is een ervaren speler die zowel in de spits als op de vleugels uit de voeten kan. Hij is balvast en is een sociale jongen. Rodney wil op termijn graag trainer worden en met zijn ervaring kan hij de jonge jongens coachen en verder helpen in hun ontwikkeling’.

Waar moet de selectie voor volgend seizoen nog worden versterkt?
‘We zijn momenteel volop in gesprek met een verdediger en een aanvaller. Als we daar uit komen is de selectie voor volgend seizoen rond. Daarnaast kloppen er een aantal jongens van het tweede elftal steeds nadrukkelijker aan de deur van het eerste. Ook volgend jaar wil Rijnsburgse Boys zo lang mogelijk meestrijden om de titel. Een vereniging als Rijnsburgse Boys moet ieder seizoen de intentie  hebben om voor het kampioenschap te spelen. Het komende seizoen is uiteraard ook het doel om ons te kwalificeren voor de Topklasse’.

Over de Topklasse gesproken. Binnenkort wordt bekend of de Topklasse vanaf het seizoen 2009-2010 zijn opwachting zal maken. Van jou is bekend dat je een voorstander bent voor invoering van de Topklasse. Ook Rijnsburgse Boys staat er niet negatief tegenover. Een aantal grote amateursclubs zoals IJsselmeervogels, Spakenburg, Quick Boys is een stuk minder enthousiast. Zijn deze verenigingen nou zo kritisch of denkt Rijnsburgse Boys te makkelijk over de Topklasse?
‘Ik weet niet precies wat er bij die clubs speelt. Voor iedere trainer uit de Hoofdklasse is de Topklasse een uitdaging. Een Topklasse boven de Hoofdklasse is een niveau hoger. Dat werkt stimulerend voor  spelers, trainers, sponsors, het publiek en de jeugd. Uit onderzoek is gebleken dat de reistijden door de invoering van de Topklasse niet veel groter gaan worden. Er komen ook interessante derby’s bij door de samensmelting van zaterdag- en zondagclubs. Ik speel liever tegen VVSB of Haaglandia dan tegen TOGR. Door de media-aandacht wordt de entourage en uitstraling van de Topklasse volgens mij alleen maar groter.

Ik snap de kritiek op de invoering van de Topklasse niet. Als de Topklasse er komt zul je zien dat IJsselmeervogels, Spakenburg en Quick Boys er maar al te graag bij zijn. Ze zullen wel moeten. Het bestuur van Rijnsburgse Boys is ook geen groot voorstander van de Topklasse, maar als die er komt moeten we er wel bij zijn. Ik vind de Topklasse een verrijking voor het Nederlandse voetbal’.

Welke stappen moet Rijnsburgse Boys volgens jou nog nemen rond het eerste elftal om ook in de toekomstige Topklasse tot de top te behoren?
‘Het is van belang om de sponsorgroep uit te breiden. Er is meer geld nodig. De club is hier wel goed mee bezig. Er zijn bijvoorbeeld meer reclamebordsponsors gekomen. Er moet echter wel een breder draagvlak komen binnen de vereniging. Er komt nu teveel druk en werk op dezelfde schouders te liggen’.

Kan de huidige selectiegroep het niveau van de toekomstige Topklasse aan?
‘Door goed door te selecteren halen we goede spelers binnen. Met de komst van Jelle Bouma, Menno van Roosmalen en Dick Zwarthoed hebben we dit seizoen aangetoond mee te kunnen op dit niveau.
Ook de ontwikkeling van de eigen jeugd is heel belangrijk. Het zou mooi zijn dat er regelmatig jongens uit de eigen jeugd doorstromen naar het eerste elftal. Deze spelersgroep wil heel graag op het hoogste niveau spelen. Dat is straks de Topklasse. Ook de oudere spelers wi
llen dat graag nog meemaken. Doelstelling is om met deze spelersgroep door te groeien naar het niveau van de Topklasse’.

Erwin van der Lugt gaf in een interview op deze website aan dat het scoutingsbeleid bij Rijnsburgse Boys verbeterd kan worden. Wat is jouw mening daarover?
‘Ik ben het met Erwin eens. Een voorbeeld van goed scoutingswerk is FC Lisse. Bij Rijnsburgse Boys is dit nog voor verbetering vatbaar. Je hebt echter wel mensen nodig die daar tijd en uiteraard kennis voor hebben. Achter de schermen zijn we wel bezig om dat goed op poten te zetten en te verbeteren. Vergeet niet dat we de laatste seizoenen ook steeds goede versterkingen hebben aangetrokken, dat er eigen jeugd is doorgestroomd, en dat er uitstekende resultaten zijn behaald. Maar voor de toekomst is het belangrijk dat er een goed scoutingsteam komt bij Rijnsburgse Boys. Het is Cees Driebergen, Ed Bos en mij een doorn in het oog dat dit nog niet naar volledige tevredenheid is geregeld’.

Met Jelle Bouma, Rodney Cairo en Kevin Wassenaar vist Rijnsburgse Boys voor versterkingen veel in de Haarlem-vijver. Is dat niet wat beperkt?
‘Dat is meer toeval. Vorig jaar hebben we met Menno van Roosmalen en Dick Zwarthoed versterkingen aangetrokken van de amateurs van Ajax. Ik ben het dus niet eens met deze opmerking’.

Dit is je vijfde seizoen bij Rijnsburgse Boys en ook volgend jaar ben je als hoofdtrainer bij de club werkzaam. Op je CV staan een aantal aardige successen met Rijnsburgse Boys. Hoe staat het met je persoonlijke ambities als trainer? Heb je ambities om in het betaalde voetbal aan de slag te gaan?
‘Met Rijnsburgse Boys evalueer ik altijd rond november/december de stand van zaken en of de wederzijdse chemie nog aanwezig is. Twee weken geleden heb ik een toelatingstest gedaan voor Coach Betaald Voetbal. Binnenkort krijg ik te horen of ik word toegelaten tot deze cursus en dat zal uiteindelijk mede bepalen of ik ooit in het betaalde voetbal aan de slag ga’.

(Dit interview is mede tot stand gekomen dankzij de medewerking van Kees van Delft en IJsbrand van Tilburg)

Hieronder volgt een overzicht van de competitieresultaten per tegenstander in het Verdonkschot-tijdperk.
Tegenstander