In de wekelijkse poll op de website van Rijnsburgse Boys werd vorige week de vorige vraag gesteld:
‘Denkt u dat een club beter presteert als er meer mensen uit hun eigen plaats in het eerste elftal voetballen?’. Van de 114 stemmen waren 70 stemmers het met deze stelling eens, 41 stemmers maakte het niet uit waar de spelers vandaan komen en 3 stemmers hadden geen mening hierover.
De redactie van het webteam wilde de mening van Peter Freke wel eens horen. De rasechte Rijnsburger speelt reeds 5 seizoenen in de A-selectie van Rijnsburgse Boys en wordt binnen deze selectie omringt door een groot aantal niet-Rijnsburgers. Freke blijkt het allemaal niet zo veel uit te maken, hij heeft het goed naar zijn zin bij de Rijnsburgse voetbalvereniging en wil graag een beetje de vaart met het interview zetten. Het is per slot van rekening al bijna 22.00 uur en om 3.15 uur gaat de wekker weer. Dat heb je als je als Rijnsburger ook nog eens in de bloemen werkt.
Peter, hoe gaat met je schouderblessure die je hebt opgelopen in de bekerwedstrijd tegen Roda JC op 21 september 2005?
‘Ik ben gelukkig weer aan het trainen en hoop aankomende zaterdag mee te spelen met Rijnsburgse Boys 2. Ik kreeg in de wedstrijd tegen Roda JC een enorme opdoffer van Gregoor van Dijk in het strafschopgebied. Het was een geheide strafschop, maar de scheidsrechter zag het niet. Later bleek dat mijn sleutelbeen op het schouderkapsel was geknald, waardoor de spieren een behoorlijke klap hebben gehad. Het resultaat was dat ik een zware kneuzing had opgelopen’.
Wanneer ben je begonnen met voetballen bij Rijnsburgse Boys?
‘Ik ben begonnen in de F6. Daarna heb ik alle selecties doorlopen van de F1 tot de A1. Ik heb maar één jaar in de B-jeugd gespeeld en drie jaar in de A-jeugd. In de A1 van Rijnsburgse Boys was Rob de Ruiter (oud-eerste-elftalspeler van Rijnsburgse Boys en de huidige trainer van VVSB, red.) mijn trainer.
Ik ben toen gescout door ADO Den Haag. Ik heb daar eerst een jaar in de A2 gespeeld en daarna een jaar in de A1. In beide jaren is het elftal kampioen geworden. Ik kon daarna een contract krijgen op amateurbasis. Ik zou dan 6 keer per week moeten trainen en op zondag bij de amateurs van ADO voetballen. Dat zag ik niet echt zitten en via Henk Wisman (de toenmalige trainer van Rijnsburgse Boys, red.) ben ik terug gegaan naar Rijnsburgse Boys. Wisman werd vrij kort daarna trainer van eerstedivisionist FC Volendam’.
Wanneer heb je je debuut gemaakt voor Rijnsburgse Boys 1?
‘Dat was in het seizoen 2001-2002 in de uitwedstrijd tegen Scheveningen (om precies te zijn op 27 oktober 2001, red.). We wonnen met 3-4, nadat we een 0-4 voorsprong bijna nog weggaven’.
Hoe beviel je terugkomst bij Rijnsburgse Boys na je avontuur bij ADO Den Haag?
‘Uitstekend! Rijnsburgse Boys is een club waar alles kan. Er lopen goede mensen rond bij de club en de vrijwilligers zijn top. Alleen op het veld wil het niet altijd vlotten. Het lijkt wel kenmerkend voor de Rijnsburgse voetbalmentaliteit, het is al 15 jaar net niet. Vorig jaar stonden we op een gegeven moment zesde met 8 punten achterstand op IJsselmeervogels en Quick Boys. Beide ploegen verspeelden veel punten, maar wij konden er maar niet van profiteren. Kregen we bijvoorbeeld in de slotfase nog cruciale doelpunten tegen. De wil om te winnen was zeker aanwezig, maar het was iedere keer net niet.
Ik hoop natuurlijk dat het dit jaar ‘net wel’ is, maar de wedstrijden tegen Noordwijk en Katwijk waren weer kenmerkend. Verliezen we onnodig in totaal 4 punten, terwijl we voetballend beter waren. Win je die wedstrijden wel dan is het zelfvertrouwen gelijk veel groter’.
In de afgelopen 4 seizoenen heb je 15 keer gescoord voor Rijnsburgse Boys. Een redelijk aantal voor een middenvelder.
‘De meeste doelpunten heb ik uit strafschoppen gescoord. Ik speel of rechtshalf of net achter de spits en kom daardoor wel eens in scoringspositie’.
Wat zijn je sterke en zwakke punten?
‘Mijn sterke punten zijn: traptechniek, inzicht en werklust. Mijn zwakke punten zijn dat ik mijn tegenstander wel eens laat lopen. Dit komt omdat ik te gefocust ben op de bal waardoor de tegenstander al weg is. Ik moet dus niet te snel instappen omdat ik de bal wil hebben. Daarnaast ben ik niet zo snel, maar mijn motto is: je hoeft niet snel te zijn, als je maar op tijd vertrekt’.
Je speelt dit jaar voor het eerst samen met je broer Bart in het eerste van Rijnsburgse Boys. Wat vind je van het spel van je broer?
‘Afgelopen zaterdag tegen Katwijk speelde Bart een goede wedstrijd. Ik vind het leuk voor hem dat hij als 19-jarige in de basis staat en het vertrouwen krijgt van de trainer. Hij pakt die kans ook met beide handen en heeft al twee keer gescoord. Vooral de manier waarop hij de verantwoording nam om die strafschop tegen ARC te nemen (Bart Freke scoorde uit de strafschop de winnende treffer, red.) vond ik klasse.
Hij moet nog wel leren om gedoseerder te spelen. In de eerste helft gaat hij nog vaak mee naar voren, maar in de tweede helft zakt hij wat terug. Als hij dit beter doseert kan hij dit wapen misschien de hele wedstrijd gebruiken. Maar verder ben ik tevreden over hem, Bart speelt lekker onbevangen en ik vind het leuk om met hem samen te spelen’.
Je vader Jaap heeft met de Superloterij van Rijnsburgse Boys de hoofdprijs gewonnen. Rij je wel eens in de gewonnen auto?
‘Nee, want we hebben de auto verkocht aan een neef. Onze vader is trouwens ook onze (huis)trainer.
Bart en ik wonen nog beiden thuis en onze vader praat de hele week met ons over voetbal. Op zaterdag pept hij ons op met opmerkingen als ‘doe je best’ en ‘zet je volledig in’. We weten precies waar hij zit op de tribune. ’s Avonds na de wedstrijd krijgen we dan altijd de dingen te horen die er allemaal fout gingen, maar gelukkig laat hij ook weten wat er goed ging. En vanaf maandag is hij alweer met de volgende wedstrijd bezig’.
Wat zijn je ambities op voetbalgebied?
‘Ik ben nu 24 jaar en volgens mij te oud voor betaald voetbal. Ik reken dus nergens meer op. Ik heb de ambitie om met Rijnsburgse Boys zaterdag- en landskampioen van de amateurs te worden.
Rijnsburgse Boys is mijn cluppie en alles is hier goed geregeld. Overigens wil ik nog even doorgeven dat ik 5 wedstrijden met het Nederlands amateurelftal heb gespeeld, dat stond namelijk niet in het jubileumboek’.
Bedankt voor het interview Peter en veel succes met je comeback bij de Boys!