outhands

Interview met Dick Heemskerk

 Onder aanvoering van trainer Dick Heemskerk veroverde Rijnsburgse Boys 2 zaterdag bij DOTO 2 het kampioenschap van de reserve Hoofdklasse A. Een mijlpaal voor de 42–jarige Heemskerk die daarmee zowel als speler en als trainer afdelingskampioen wordt met Rijnsburgse Boys 2. Een unicum voor de clubman pur sang.

De laatste titel van Rijnsburgse Boys 2 dateerde van het seizoen 1985-1986, 21 jaar geleden dus en Heemskerk maakte toen deel uit van het succesvolle tweede elftal in die periode. Daarna kwam de voormalige verdediger liefst 13 seizoenen uit voor het eerste elftal. Daarmee staat Heemskerk op een 11de plaats van de zogenaamde ‘misters Rijnsburgse Boys’. Sinds 2000 is Heemskerk trainer van het tweede elftal en daarmee de langst zittende trainer van Rijnsburgse Boys 2. Dit is zijn laatste seizoen als trainer van Rijnsburgse Boys 2 en het kampioenschap is een prachtig afscheidscadeau voor de sympathieke Heemskerk. Dit betekent niet dat Heemskerk het rustiger aan gaat doen voor zijn club. Hier volgt een interview met de trainer met een geelzwart hart.

Dick, van harte gefeliciteerd met het kampioenschap met Rijnsburgse Boys 2.
‘Dank je wel. Jaren van hard werken heeft zich uitbetaald met het behalen van dit kampioenschap.
Ik ben ontzettend trots op de jongens die dit gepresteerd hebben. Dit heb ik uiteraard niet alleen bereikt. Dit doe je met z’n allen, de spelers, de trainer en uiteraard dankzij de bezielende inzet van de begeleiding’.

Wat is de kracht van dit Rijnsburgse Boys 2?
‘Het tweede elftal staat in dienst van het eerste elftal. Het feit dat zowel het eerste elftal als het tweede elftal grotendeels blessure- en schorsingsvrij zijn gebleven heeft een positieve uitwerking gehad op de stabiliteit en de prestaties.  De samenstelling van het tweede elftal bestaat bijna allemaal uit Rijnsburgse jongens. Het is een hechte groep die elkaars maatjes zijn, maar ook nieuwe spelers worden snel in de groep opgenomen. Het is echter ook een jonge groep die in het veld leiding nodig heeft.
Het gebrek aan die routine werd perfect opgepakt door ervaren spelers als Bartjan Onderwaater en Martin den Haan. Zonder iemand te kort te doen waren zij erg belangrijk. De jonge spelers pikten dat goed op en hadden respect voor de coaching van Onderwaater en Den Haan. Dit alles heeft z’n vruchten afgeworpen met als bekroning de titel’.


19 mei 1990: Rijnsburgse Boys – Nederlands Elftal: 1-1.
Dick Heemskerk kopt de bal weg en wordt doorbij ondersteund door Johan de Kroon. Hendrie Krüzen, Danny Blind en Juul Ellerman kijken vol ontzag toe. 

Had je aan het begin verwacht dat jullie een kans zouden maken voor het kampioenschap?
‘Eigenlijk niet. De prestaties zijn boven mijn verwachting. Ik dacht dat we ten opzichte van vorig seizoen minder waren geworden omdat we door het stoppen van Marcel van Beelen en Laurent Aalbersberg veel ervaring en routine hadden verloren. De gemiddelde leeftijd werd steeds jonger. In de voorbereiding van het seizoen zag je dat de nieuwe jonge spelers moesten wennen aan het niveau en soms waren ze ook nog te gemakkelijk. De  eerste competitiewedstrijd gingen we direct met 6-0 onderuit bij Katwijk 2. Blijkbaar heeft die nederlaag een goede les tot gevolg gehad want de jonge spelers hebben het daarna heel goed opgepakt’.

Gaan jullie voor de zaterdagtitel en het algehele landskampioenschap?
‘Absoluut! Dit ruikt naar meer. Ik spreek uit ervaring hoe mooi en uniek dit is (in het seizoen 1984-1985 werd Heemskerk als speler van Rijnsburgse Boys 2 ook zaterdagkampioen en landskampioen). Het gebeurt niet zo vaak dat je kampioen wordt en als die kans er is moet je alles zien te pakken.
Daar kijk je later met veel voldoening op terug en dus moet je die kans maximaal benutten. We zeggen ook tegen de groep om geconcentreerd te blijven, bepaalde dingen wel te doen en bepaalde dingen niet te doen’.

Zijn er Rijnsburgse spelers uit dit elftal die op termijn een vaste waarde kunnen worden in Rijnsburgse Boys 1?
‘Daar geloof ik zeker in. Drie tot vier spelers kunnen op termijn (over 2 tot 3 seizoenen) een vaste waarde worden in het eerste elftal. De vraag is of ze dat geduld kunnen opbrengen om hun kans af te wachten. Heel belangrijk is om te blijven investeren in trainingen zodat de spelers zich steeds kunnen verbeteren. Er zijn genoeg voorbeelden dan het mogelijk is. Onder trainer Wim Schaap kregen Peter Freke en Danny van der Vijver een kans. Bart Freke is via ADO Den Haag in het eerste elftal van Rijnsburgse Boys terecht gekomen. Ted Verdonkschot heeft met Jaap Jan Zandbergen de lijn doorgezet.

 Dick, je bent al 35 jaar lid van Rijnsburgse Boys, je hebt 13 seizoenen in het eerste elftal gespeeld, je bent inmiddels 7 jaar trainer van Rijnsburgse Boys 2. Kunnen we concluderen dat je een geelzwart hart hebt? Ook als speler ben je de club altijd trouw gebleven, ook in de periode dat het minder ging met de club (1991-1995). Heb je nooit overwogen om te vertrekken?
‘De conclusie dat ik een geelzwart hart heb is juist getrokken. Het zit er in gebakken. Op 7-jarige leeftijd ga je als Rijnsburgse jongen bij Rijnsburgse Boys voetballen. Ik heb het altijd ontzettend naar mijn zin bij deze club en beleef er veel plezier. Ik heb mezelf hier verder ontwikkeld. Als voetballer maakte ik de stap van het tweede naar het eerste elftal. Als amateurvoetballer heb ik het hoogste bereikt wat er te bereiken valt. In de mindere periode van Rijnsburgse Boys roken omliggende clubs hun kans. Er waren in die periode wel geruchten dat ik van club zou veranderen, maar bij mij heeft het nooit gespeeld. Ik voelde me te veel verbonden aan Rijnsburgse Boys’.

Wat zijn je hoogte- en dieptepunten bij de club?
‘Dieptepunten zijn er gelukkig niet veel. De degradatie van het hoogste amateurniveau in het seizoen 1994-1995 was zonder twijfel een dieptepunt. Zonder anderen tekort te doen was het plotselinge overlijden van selectiespeler Michel van Hooy in 2001 een ander groot dieptepunt.

Hoogtepunten zijn er gelukkig veel meer. Uiteraard dit kampioenschap met Rijnsburgse Boys 2. Daarnaast waren als actief speler de kampioenschappen met Rijnsburgse Boys 2, het kampioenschap met Rijnsburgse Boys 1 in het seizoen 1989-1990, de wedstrijd tegen het Nederlands Elftal (1-1), oefenwedstrijden tegen Ajax en Barcelona (beiden met Johan Cruyff als trainer), Feyenoord (in De Kuip) en de bekersuccessen tegen SC Cambuur en SC Veendam hoogtepunten.

Een ander hoogtepunt als trainer van Rijnsburgse Boys 2 is dat het gelukt is om dit elftal bijna alleen uit Rijnsburgse jongens te laten bestaan. Dat is goed voor de club en goed voor de ontwikkeling van de eigen kweek. In mijn eerste seizoen als trainer van het tweede elftal speelde er slechts 3 Rijnsburgse jongens in Rijnsburgse Boys 2. Ik heb veel energie gestoken om dit te veranderen en dat is gelukt’.

Hoe ben je trainer van Rijnsburgse Boys 2 geworden?
‘Nadat ik gestopt ben als speler van het eerste elftal ben ik elftalbegeleider geworden van Rijnsburgse Boys 1. Dat was in het seizoen 1999-2000 onder leiding van hoofdtrainer Henk Wisman. In die tijd was Richard Hoogervorst trainer van Rijnsburgse Boys 2. Richard gaf aan dat hij na dat seizoen hoofdtrainer zou worden bij RCH en toen vroeg Wisman of ik in het nieuwe seizoen trainer  van het tweede wilde
worden. Daar waren we heel snel uit, maar door het vertrek van Wisman naar FC Volendam viel het plan deels in duigen. In het seizoen 200-2001 ben ik begonnen als trainer van Rijnsburgse Boys 2. In maart 2001 werd echter Cock Jol ontslagen als hoofdtrainer van Rijnsburgse Boys 1. Het bestuur heeft toen gevraagd – op advies van de spelersgroep – of ik tot het einde van dat seizoen de honneurs als trainer van het eerste elftal wilde overnemen. Dat heb ik toen voor 10 competitiewedstrijden gedaan. Daarna werd Wim Schaap hoofdtrainer van Rijnsburgse Boys en ben ik weer aan de slag gegaan als trainer van Rijnsburgse Boys 2.’.

Wat voor soort trainer ben je?
‘Ik probeer vooral een sociale en menselijke kant te laten zien als trainer. Ik wil de jonge spelers graag beter maken en hen verantwoordelijkheden geven. Ik wil het ook laagdrempelig houden. Als er problemen zijn dan mogen spelers dat uitspreken. Zeg wat je denkt en spreek dit uit. Ik hou van een open communicatie naar elkaar. Ik probeer een situatie te creëren dat de spelers voor hun trainer door het vuur gaan. Ik zeg altijd: “het elftal maakt de trainer en niet andersom”. De klik moet aanwezig zijn want anders wordt het moeilijker om goed te presteren’.

Heb je nog ambities om ergens als hoofdtrainer aan de slag te gaan?
‘Ik vind trainer zijn hartstikke leuk en ik beleef er veel plezier aan, maar ik heb geen ambities om als hoofdtrainer aan de slag te gaan. Ik geef de voorkeur aan mijn maatschappelijke carrière (Heemskerk is  bedrijfsadviseur en coördinator buitendienst bij De Leeuw Adviesgroep BV) en die is in mijn optiek niet te combineren als hoofdtrainer’.

Hoe zie je de toekomst van Rijnsburgse Boys?
‘Sinds 2-3 jaar hangt er een bepaalde drive binnen de vereniging. De nieuwbouw van de accommodatie heeft dit enorm bevorderd. Ook het jubileumjaar was één groot feest. Je merkt dat de vrijwilligers binnen de vereniging er iets moois van willen maken. Daar moeten we dankbaar gebruik van maken en daar ook van genieten, maar we moeten ook scherp blijven. De goede prestaties van het eerste elftal hebben daar ook mee te maken, het eerste elftal bepaald voor een groot deel het gezicht van de vereniging. Het gaat sportief goed met de club. We staan komend seizoen weer voor een nieuwe fase. Een aantal bepalende spelers vertrekt, maar er blijft een kwalitatief sterke selectie staan. De vraag is of de nieuwe spelers weer nieuw elan brengen. Bij successen moet je waken voor verzadiging en alert blijven. Hoe de toekomst er verder uitziet voor Rijnsburgse Boys? De vraag is of er op termijn een Topliga gaat ontstaan en of de club daarin meegaat. We moeten met z’n allen blijven werken aan een mooie toekomst voor Rijnsburgse Boys’.

Kampioen worden als speler van Rijnsburgse Boys 2 en nu ook als trainer van dit elftal. Hoe voelt dat?
‘Ik ben er heel erg trots op. Leuk dat ik dit beiden heb meegemaakt bij m’n eigen cluppie’.

Hoe ziet je eigen toekomst binnen Rijnsburgse Boys er uit? Je bent bezig aan je laatste seizoen als trainer van het tweede elftal.
‘Dat klopt. Volgend jaar wordt Arie van Dijk trainer van Rijnsburgse Boys 2. Ik word assistent-trainer van Ted Verdonkschot bij het eerste elftal. Het is een nieuwe stap in de professionalisering van de club. Daarnaast is het de bedoeling om de cultuur van de club te bewaken. Als echte clubman ken je de club op je duimpje en kan ik de hoofdtrainer dusdanig ondersteunen dat hij zich geheel kan richten op zijn eigen taken. Ik heb er heel veel zin in’.