outhands

Interview met Dennis Groot

 Dennis Groot: “Ik voel me een Rijnsburger!”

Het is vrijdagavond 2 december 2005 als het webteam een interview heeft met Rijnsburgse Boys-verdediger Dennis Groot. De 29-jarige Groot klinkt ontspannen en vol zelfvertrouwen voor de topper tegen FC Lisse. ‘We gaan geen Sinterklaas spelen tegen FC Lisse’, zegt de geboren Haarlemmer vol overtuiging. Een dag later blijken de woorden van Groot geen grootspraak te zijn. Rijnsburgse Boys wint met 3-1 van FC Lisse en schudt een belangrijke concurrent voor de titel voorlopig van zich af.

Dennis Groot is inmiddels bezig aan zijn derde seizoen bij de Rijnsburgse trots. Tegen FC Lisse speelde hij zijn 62ste competitiewedstrijd in het geelzwarte shirt en er zullen er nog wel een flink aantal volgen, want de onverzettelijke verdediger heeft het naar zijn zin in Rijnsburg.

Dennis, vertel eens iets over je voetbalverleden?
‘Ik ben begonnen in de F2 van HFC Haarlem. Ik heb daarna alle jeugdteams doorlopen en speelde op jonge leeftijd in het eerste amateurelftal van HFC Haarlem. De amateurtak van Haarlem speelde 3de klasse zondag. Ik deed het blijkbaar zo goed bij de amateurtak dat ik daarna een kans heb gekregen bij de profs van HFC Haarlem. Ik heb bij Haarlem zes jaar in de selectie gezeten, waarvan vijf jaar een basisplaats in het elftal van de eerstedivisionist’.

Hoe kijk je terug op vijf jaar betaald voetbal bij Haarlem?
‘Ik kijk terug op een hele mooie periode! Ik heb ruim 150 wedstrijden (competitie- en bekerwedstrijden) op mijn naam staan bij Haarlem en daar ik ben apetrots op. Nooit heb ik er op gerekend dat ik het betaalde voetbal zou halen, ik had niet de echte drive en techniek daarvoor.
Ik moest het hebben van mijn mentaliteit en harde werken, daarnaast wist ik heel goed wat mijn zwakke plekken waren, maar het ging wonder boven wonder erg goed.

Bovendien was ik erg geliefd onder de Haarlem-supporters, mede door het feit dat ik een geboren Haarlemmer ben. Mijn wedstrijdmentaliteit heeft daar ook zeker aan bijgedragen. Ik wil elke wedstrijd winnen en dat dwingt respect af bij de supporters. Daarnaast nam ik altijd de tijd om een praatje te maken met de supporters, of we nu wonnen of verloren. Dat werd ook gewaardeerd. Ik kijk dus met veel plezier terug op mijn periode bij Haarlem en denk regelmatig terug aan de bekerwedstrijden tegen FC Utrecht-uit en NAC-uit en op de competitiewedstrijd tegen FC Groningen-uit. Dan speelde je soms voor 18.000 mensen’.

Wie zijn onder anderen je trainers geweest bij Haarlem?
‘Karel Bonsink, Heini Otto en Leo van Veen. Heini Otto zag het het in mij zitten en daar heb ik ook geluk mee gehad. Daarnaast is Ted Verdonkschot ook mijn trainer geweest. Verdonkschot heeft een tijdje als interim-trainer van Haarlem gefungeerd’.

Je hebt bijna je hele voetballeven bij Haarlem gespeeld, waarom ben je bij de club vertrokken?
‘Toen Roy Wesselink (ex-trainer van Huizen, red.) werd gecontrateerd als nieuwe trainer van Haarlem vroeg het bestuur voor de gehele selectie ontslag aan. Op 25 april 2003 zouden we horen of we een nieuw contract zouden krijgen. Na 25 april had ik nog niets gehoord en toen ben ik op de voorzitter afgestapt omdat ik wilde weten waar ik aan toe was. Ik had al wat contacten lopen met Rijnsburgse Boys en wilde zekerheid hebben. De voorzitter deed nogal moeilijk en ik had op meer respect gerekend, aangezien ik al sinds mijn jeugd bij Haarlem speelde. Toen heb ik de knoop doorgehakt en voor Rijnsburgse Boys gekozen. Tot op de dag van vandaag heb ik geen spijt van deze beslissing’.

Daar werd je weer herenigd met trainer Ted Verdonkschot.
‘Inderdaad, maar niet alleen vanwege Ted ben ik bij Rijnsburgse Boys gaan voetballen. De club wilde mij ook graag hebben omdat ik goed in de profiel van de club zou passen. Ed Bos heeft mij een aantal wedstrijden gevolgd en daarna zijn goedkeuring gegeven over mijn komst naar de club’.

 Hoe bevalt het bij Rijnsburgse Boys?
‘Uitstekend! Toen ik nieuw bij de club kwam ben ik direct naar een vrijwilligersavond gegaan. Ik vind dat, als je nieuw bent bij een club,  je naar de mensen toe moet gaan om jezelf aan de mensen voorstellen. Dat dwingt respect af. Rijnsburgers kunnen heel stug zijn, maar door naar ze toe te gaan was het ijs van beide kanten snel gebroken. Ik beschouw me als een clubman, sterker nog: ik voel me een Rijnsburger.

Ik wil alle ‘in en outs’ van de club weten, ook de historie. Het jubileumboek is daarvoor een prachtige gelegenheid. Een schitterend en heel professioneel boek, waar ik met regelmaat in lees om de geschiedenis van de club te leren kennen’.

Voel je je gewaardeerd om je spel?
‘Zeker, ze kunnen tegen mij alles zeggen. Ook als ik slecht speel. Tegen Quick Boys was ik volgens velen de man van de wedstrijd, maar dat zegt me niet zoveel. Ik ben een teamplayer, ik vind het veel belangrijker dat we als team met de winst van het veld stappen. En met de winst tegen Quick Boys hebben we veel supporters een groot plezier gedaan. De goede prestaties van dit ogenblik betekenen veel voor hen en voor de club’.

Wat is kenmerkend voor de speler Dennis Groot?
‘Hard werken en een bepaald niveau halen om dan voldaan van het veld te stappen, natuurlijk het liefst met de drie punten op zak. Daarnaast ben ik sterk in het sturen en organiseren. Jongens op de goede positie zetten. Als aanvoerder wil ik de ploeg op sleeptouw nemen. Ik praat en coach graag in het veld’.

Wat verwacht je van dit seizoen?
‘We zijn op de goede weg. Toen ik hier kwam lag er een driejarenplan om de kloof met de top ieder jaar te verkleinen. Dat is de afgelopen twee jaar gelukt. Misschien voetballen we minder attractief dan voorgaande seizoenen, maar het gaat dit jaar om meer dan dat. Vorig jaar had er meer in gezeten, daarom moeten we dit seizoen zo lang mogelijk meedoen om de hoofdprijs. We praten binnen de spelersgroep niet over een kampioenschap. We staan met beide benen op de grond, willen niet naast onze schoenen lopen en houden elkaar scherp. Een gezonde portie bluf is nodig om er als team te staan en de punten te pakken. We zijn in tegenstelling tot vorig seizoen meer degelijk en zakelijk’.

Wat zijn je eigen plannen, heb je het betaald voetbal uit je hoofd gezet?
‘Ik heb het betaald voetbal helemaal uit mijn hoofd gezet. Rijnsburgse Boys doet niet onder voor een betaald voetbalorganisatie. Het is hier perfect geregeld, er staat een fantastische accommodatie en qua trainingskampen doen we ook niet onder voor een profclub’.

Dennis, wil je tot slot nog iets zeggen?
‘Ik wil aan de supporters vragen om achter de ploeg te blijven staan. We gaan van het positieve uit, dan komt alles goed’.