outhands

Interview Erwin van der Lugt

 ‘Veni, vidi, vici’ (ik kwam, ik zag en ik overwon). De beroemde uitspraak van de Romeinse veldheer en keizer Julius Caesar is ook van toepassing op één van de succesvolste amateurvoetballers aller tijden. Met zes afdelingstitels, drie zaterdagtitels en één algeheel landskampioenschap op zijn imposante erelijst neemt hij aan het einde van dit seizoen afscheid van een indrukwekkende voetbalcarrière. Nog minimaal zes competitiewedstrijden (bekerwedstrijden niet meegerekend) resteren u om deze unieke speler bij Rijnsburgse Boys te bewonderen. Maar wat hem betreft krijgt dit seizoen nog een smakelijk toetje met een aantal kampioenswedstrijden. De verdediger is nog zo gretig als altijd. Het is kenmerkend voor zijn instelling en winnaarsmentaliteit. Een diepgaand interview met de succesvolle en sympathieke voetballer Erwin van der Lugt.

 

Erwin, na drie seizoenen bij Rijnsburgse Boys neem je definitief afscheid als speler. Na twee kampioenschappen met Rijnsburgse Boys is de ploeg zes wedstrijden voor het einde weer kampioenskandidaat. Verrast jou dat?
‘Nee, dat verrast mij niet. De kampioensploeg van de afgelopen twee seizoenen is grotendeels bij elkaar gebleven. De kwaliteit binnen de selectie is behouden en iedereen heeft veel ervaring opgebouwd in de afgelopen jaren. Er is zeker nog geen sprake van verzadiging binnen de spelersgroep. We zijn dan wel twee keer afdelingskampioen geworden, maar de zaterdagtitel en het landskampioenschap van de amateurs ontbreekt nog op onze erelijst bij Rijnsburgse Boys. Ons einddoel is nog niet bereikt. Mentaal zit het goed in deze groep, we geloven in ons doel.’

Twee jaar geleden gold jouw ervaring met de toenemende druk en spanning als zeer belangrijk voor de rust in de spelersgroep. Heb je het gevoel dat na twee kampioenschappen de groep daar nu zelf veel beter mee om kan gaan?
‘In het eerste seizoen dat we kampioen werden waren Bryan Simons, Raymond Kolder, Martijn Gootjes, Frank Aboikoni en ik de enigen die ervaring hadden met het  omgaan met de druk die er komt als je kampioen kan  worden. De rest van de groep had die ervaring nog niet. In de kampioenswedstrijd tegen FC Lisse konden we met onze ervaring net dat verschil maken. De bal valt dan op belangrijke momenten net in je voordeel en je zag het ook in de duels. We waren net wat feller in de kopduels. Twee spelers van FC Lisse moesten na een botsing in een kopduel met een hoofdwond uitvallen, terwijl onze spelers na de botsing verder konden spelen.

Toen ik net bij Rijnsburgse Boys kwam lag er niet specifiek een druk op mij. Omdat ik kampioenschappen en succesvolle jaren had meegemaakt met FC Lisse, Huizen en IJsselmeervogels werd er in de spelersgroep op een grappige manier wel onbewust wat druk op mij gelegd. Dan zeiden de jongens:  “Luggie is hier, dus we worden kampioen”. Het is natuurlijk wel heel erg lekker als dat wordt waargemaakt.

Als ploeg hebben we na twee succesvolle seizoenen veel ervaring opgedaan. Daar moeten we gebruik van maken in de komende wedstrijden. Er staan nog zes belangrijke wedstrijden op het programma. Die ervaring kan een belangrijke factor spelen. De spelersgroep van FC Lisse heeft die ervaring minder, bij Quick Boys is die ervaring wel aanwezig. Die ploeg heeft een paar seizoenen geleden ook successen gekend. Een aantal spelers van het huidige Quick Boys heeft die periode ook meegemaakt.’

Dit jaar was de thuiswedstrijd tegen Zwaluwen ’30 (3-1 winst) bijzonder voor jou. Je scoorde tweemaal en werd de man van de wedstrijd. Had je een persoonlijke drive in deze wedstrijd vanwege jouw trainerscursus die je o.a. samen met de assistent-trainer van Zwaluwen ’30 volgt?
‘Dat was niet het geval. Ik volgde de cursus al een tijdje, maar kwam er pas later achter dat de assistent-trainer van Zwaluwen ’30 bij mij op cursus zat.’

Als je naar je verleden kijkt vertrok je na 2 of 3 seizoenen bij de club waar je speelde. Wat is daar de reden van?
‘Ik wil wat kunnen neerzetten bij de vereniging waar ik speel. Mijn gevoel moet goed zijn. Bij FC Lisse speelde ik  linksback, maar mijn voorkeur ging uit naar de voorstopper-positie. Ik ben niet zo wendbaar, terwijl mijn inzicht een sterk punt is. Daardoor kom ik beter tot mijn recht als voorstopper.
Ik heb dat toen duidelijk bij FC Lisse aangegeven, maar een seizoen later stond ik weer linksback. Dat is o.a. de reden dat ik toen naar Huizen ben vertrokken. Met Huizen hebben we onder trainer Roy Wesseling veel succes gehad. Mijn ambitie was om ooit bij IJsselmeervogels of Spakenburg te voetballen. Dat werd uiteindelijk IJsselmeervogels omdat daar de mogelijkheid was om iets moois neer te zetten.

De reden dat ik bij IJsselmeervogels weg ging was dat ik een andere baan kreeg en ik dat, zoals ik dat toen inschatte, niet kon combineren met de reistijd. Het werd toen bekend dat ik daardoor weer graag in Duin- en Bollenstreek wilde voetballen. Er was interesse van diverse clubs uit deze regio. Ik heb getwijfeld tussen Quick Boys en Rijnsburgse Boys. Quick Boys had net een aantal succesvolle jaren achter de rug, terwijl Rijnsburgse Boys hunkerde naar nieuwe successen. Ik zag meer mogelijkheden bij Rijnsburgse Boys en aangezien een aantal oud-ploeggenoten (Raymond Kolder Bryan Simons en Frank Aboikoni op dat moment, redactie) hier speelde was de keuze vrij eenvoudig. We hebben een fantastische groep bij Rijnsburgse Boys.’

Aan het einde van dit seizoen stop je met voetballen. Wat is de reden dat je op een relatief jonge leeftijd (Erwin is dan 32 jaar) stop met voetballen en assistent-trainer wordt?
‘Ik ben voor mezelf heel erg veeleisend. Ik wil er 100 procent uithalen. Ik moet er heel veel voor doen en nog meer voor laten. Ik let op mijn eetgewoonten, op mijn rust en ga zo maar door. Dat is heel pittig om vol te blijven houden. Ik voel dat ik lichamelijk minder fit ben dat een aantal jaar geleden. Daarnaast heb ik in mijn carrière veel prijzen gewonnen. Ik zal er moeite mee hebben als dat minder gaat worden. Ik wil een toegevoegde waarde hebben binnen een elftal en wil voorkomen dat als het minder gaat ik op de bank kom te zitten. Ik heb er lang over nagedacht en uiteindelijk besloten dat ik na dit seizoen stop met voetballen op een hoogste amateurniveau.’

 Waarom heb je gekozen om de trainercursus te volgen en assistent-trainer te gaan worden?
‘Ik heb 10 jaar in de zaterdaghoofdklasse gevoetbald. Als speler is dat geweldig om mee te maken, maar ik ben ook gehecht geraakt aan de sfeer na de wedstrijden. De gezelligheid, de sociale contacten die je op doet, oude bekenden ontmoeten, enzovoorts. Ik wil dat graag nog een tijdje blijven meemaken. Ik heb daarom besloten om de cursus ‘Trainer/coach 3’ te gaan volgen. Een technische functie binnen een voetbalvereniging spreekt mij aan. Ik kon tijdens de cursus stage lopen bij Rijnsburgse Boys. Ik heb de cursus pas geleden succesvol afgerond.’

Was er dan geen mogelijkheid om bij Rijnsburgse Boys te blijven in een technische functie?
‘Ik heb voorgesteld om binnen de club op parttimebasis een technische functie te creëren. Je ziet steeds meer dat topamateurclubs een technisch directeur benoemen. Dat zie je ook veel bij eerstedivisieclubs. Zeker met het oog op de mogelijke vorming van een Topklasse is dat geen overbodige luxe. Daarnaast heb ik vanuit mijn opleiding en werk financiële kennis tot mijn beschikking. Een technisch directeur bewaakt het beleid van de club en onderhoudt de contacten met sponso
rs en de spelersgroep. Binnen Rijnsburgse Boys doet Ed Bos veel op het gebied van technische zaken. Dat doet hij vrijwillig, maar er rusten veel taken op zijn schouders. De club vond mijn ideeën te vooruitstrevend.’

Een tijdje geleden is bekend geworden dat je volgend seizoen de assistent-trainer wordt bij IJsselmeervogels. Heb je daarvoor moeten solliciteren?
‘Nee. Door mijn IJsselmeervogels-periode onderhoud ik nog regelmatig contact met spelers binnen die club. Ik  heb een hele mooie tijd gehad bij IJsselmeervogels. Als ik daar ben merk ik dat men nog steeds op mij gesteld is. Ik ben tijdens het 75-jarig bestaan van IJsselmeervogels zelfs gekozen in het beste basiselftal vanaf 1970. Ik was daarin de enige verdediger van de afgelopen 15 jaar en daar ben ik heel trots op. Via een aantal spelers hoorde ik dat de nieuwe trainer van IJsselmeervogels – Roy Wesseling – voor volgend seizoen nog een assistent-trainer zocht. Ik heb aangegeven dat ik daar wel interesse in had en zo is het balletje gaan rollen. In het verleden was Wesseling mijn trainer bij Huizen. Hij wilde graag met mij samenwerken in de technische staf voor komend seizoen.’

Je wordt assistent-trainer van spelers waarbij je zowel bij Rijnsburgse Boys (Joost Kuhlmann en Bryan Simons), Huizen en IJsselmeervogels mee hebt samen gespeeld. Is dat niet extra lastig?
‘Dat moet blijken. Het ligt er aan hoe mijn oud-ploeggenoten daarmee omgaan. Als speler namen ze me serieus en ik verwacht dat ze dat als assistent-trainer ook doen. Ik ben daar niet bang voor.’

Welke ambities heb je als trainer?
‘Ik zou graag samen met mijn vriend Dennis van der Steen (nu nog spelend bij IJsselmeervogels, redactie) hoofdtrainer willen worden in de Hoofdklasse, of in de Topklasse als dat doorgaat. Ik heb geen ambitie om trainer te worden in het betaalde voetbal.’

Laten we het nog even hebben over de spanning in de Hoofdklasse A. Jouw vader (Erwin’s vader is competitieleider bij de KNVB) heeft er toch weer een neus voor: de drie titelkandidaten, FC Lisse, Quick Boys en Rijnsburgse Boys ontmoeten elkaar nog in de laatste fase van de competitie. De eerste onderlinge wedstrijden eindigen allemaal gelijk. Wordt de competitie in deze wedstrijden beslist?
‘Nee, ik verwacht dat de competitie over de laatste zes wedstrijden wordt beslist. Natuurlijk is het zo dat als wij zouden verliezen van Quick Boys en FC Lisse het zo goed als over is, maar dan nog maak je theoretisch een kans op de titel. Na het gelijk spel bij Zwaluwen ’30 (0-0) stonden we zes punten achter op Quick Boys en veel mensen zeiden dat Rijnsburgse Boys daardoor kansloos was voor het kampioenschap. Ik dacht daar totaal anders over. Ik geloofde op dat moment absoluut nog in onze titelkansen.

Men is allang vergeten dat we twee jaar geleden ook 6 punten achterstonden op DOTO en niemand meer in een kampioenschap van Rijnsburgse Boys geloofde. DOTO liet op een gegeven moment ontzettend veel punten liggen, terwijl FC Lisse en Rijnsburgse Boys de punten wel pakten en uiteindelijk om het kampioenschap streden. Ik beschik over een winnaarsmentaliteit en leg me er pas bij meer als we echt uitgeschakeld zijn. Ik focus me eerst op onze eigen wedstrijd. Er als ploeg in blijven geloven en zelf eerst de drie punten pakken. Daarna hoor ik de uitslagen van de concurrenten wel. Dat zie je nu weer. Wij winnen van Ter Leede en TOGR en Quick Boys en FC Lisse laten dure punten liggen. De competitie ligt weer helemaal open. We ontmoeten nog allemaal lastige tegenstanders (Quick Boys, FC Lisse, Barendrecht, Excelsior Maassluis, SHO en Noordwijk, redactie) maar we geloven er in en gaan er helemaal voor.’


U kunt het moment hier nog eens bekijken (TV West)

Vorig seizoen won jij de Mulder Transportkoelingbokaal (de prijs voor de beste speler van Rijnsburgse Boys). Dit jaar sta je tweede achter nieuwkomer Menno van Roosmalen. Een waardig opvolger van jou?
‘Ik vind Menno één van de betere spelers van Rijnsburgse Boys. Hij kan op alle posities uit de voeten, maar zal volgend jaar waarschijnlijk centraal achterin spelen. Ik ben blij dat ik momenteel op een tweede plaats sta in de stand om de Mulder Transportkoelingbokaal. Het is leuk om die prijs te winnen en waardering te krijgen voor je spel. In het verleden heb ik een soortgelijke prijs gewonnen bij FC Lisse (2x), Huizen en IJsselmeervogels. Ik zal h’m dit jaar waarschijnlijk niet winnen, maar ik gun Menno de bokaal van harte.’

Hoe zie jij de toekomst van Rijnsburgse Boys na je vertrek. Waar moet de vereniging volgens jou op letten om de prestaties te waarborgen?
‘Rijnsburgse Boys moet niet stil blijven staan. De club moet zich verder professionaliseren. Om in de top te blijven zullen er af en toe topspelers gehaald moeten worden, echter ten opzichte van andere topploegen (bijv. IJsselmeervogels, Spakenburg, Quick Boys) legt Rijnsburgse Boys het op financieel gebied af. De club zal dus een bredere financiële basis moeten hebben om bij te blijven. Een manier om het te compenseren is om een erg goed scoutingsapparaat te hebben. Denk hier bij aan FC Lisse, dat elk jaar weer verrassende spelers haalt en steeds met de top blijft meedraaien. Alleen dat scoutingsapparaat is bij Rijnsburgse Boys nog onvoldoende ontwikkeld.  Daar zie ik dus een duidelijk een verbeterpunt naar de toekomst toe. Je zal creatief moeten zijn om de achterstand in financiën te compenseren.

Je eerste half jaar bij Rijnsburgse Boys verliep erg stroef. Daar ben je eerlijk over geweest. Je moest erg aan de Rijnsburgers wennen. Hoe is het daarna gegaan?
‘Ik moest wennen aan de andere manier van beleven bij de Rijnsburgers. Dat zit schijnbaar in de aard van het beestje. Met name bij FC Lisse en IJsselmeervogels reageerden de mensen enthousiaster. Bij die verenigingen heb ik nog steeds goede contacten. Ik ben daar wel gevoelig voor. Ik vind een stuk waardering belangrijk.

Overigens is het daarna een stuk beter gegaan. Ik voel me thuis bij Rijnsburgse Boys. Blijkbaar moesten we beiden aan elkaar wennen. Meer mensen maken nu een praatje met me. Ik word met name gewaardeerd door de oudere supporters. Dat heeft ook te maken met het feit dat ik een verdediger ben, aanvallers spreken meer tot de verbeelding van de jeugd.’

Erwin, tot slot. Dit is je laatste seizoen als speler. Zowel bij FC Lisse, Huizen en IJsselmeervogels werd je in het laatste jaar kampioen. Ga je daar een gewoonte van maken?
‘Ik wil graag in stijl afsluiten. Ondanks de vele kampioenschappen die ik heb meegemaakt is het me slechts één keer gelukt om algeheel amateurkampioen van Nederland te worden. Dat wil ik graag nog een keer meemaken als speler.’

Het interview met Erwin duurde ruim 1,5 uur, maar hij nam alle tijd voor ons. Een zeer sympathieke speler kunnen we u vertellen. Tot onze schrik constateerden we na het interview dat we opgesloten zaten in het clubgebouw. Men was ons vergeten. Ook niet zo gek om half elf ’s avonds. Gelukkig was Ed Bos na telefonisch contact bereidt om ons te komen bevrijden. Nog bedankt Ed!

Klik hier voor de reacties binnen de voetbalwereld over het afscheid van de voetballer Erwin van der Lugt.