Eind jaren negentig ontstonden de eerste plannen voor een nieuwe hoogste klasse in het amateurvoetbal. Een commissie onder leiding van wijlen Rinus Michels zag toen al in dat het samenvoegen van de beste amateurverenigingen zou leiden tot een betere competitie. Inmiddels zijn we meer dan tien jaar verder en is de topklasse eindelijk een feit. Mét Rijnsburgse Boys, als een van de beste zestien zaterdagverenigingen van Nederland.
Voetbal, dat staat centraal bij alle initiatieven van de KNVB. Ook bij de invoering van de topklasse. Tot en met vorig seizoen telde de hoofdklasse, toen nog het hoogste niveau in het Nederlandse amateurvoetbal, maar liefst 84 verenigingen. Als gevolg van dit grote aantal clubs was het niveauverschil tussen de topploegen – daar behoorde Rijnsburgse Boys ook toe – en de laag geklasseerde verenigingen groot. Dat kwam het niveau van de top van het amateurvoetbal niet ten goede.
Hoe anders is dit in de topklasse. Ploegen die je in het verleden alleen maar ontmoette in de strijd om de zaterdagtitel, komen nu om de veertien dagen naar Sportpark Middelmors. Elk weekend wedstrijden die bol staan van de spanning. Was het voorheen duidelijk welke verenigingen tot de titelkandidaten behoorden, in de topklasse moet elke club zich wekelijks bewijzen. Misschien mist de echte ´ui´ enkele bollenstreekderby´s, maar daarvoor in de plaats komen prachtige, niet te onderschatten affiches. Bovendien is het voor selectiespelers uitdagend om de krachten te meten met onbekende en veelal betere tegenstanders. Door de hogere weerstand in het veld kunnen elftallen zich verder ontwikkelen. En supporters krijgen meer boeiende duels te zien.
Met de komst van de topklasse is de scheiding tussen het betaald voetbal en het amateurvoetbal, die sinds de vijftiger jaren bestond, komen te vervallen. Voor topklassers is het dus mogelijk te promoveren naar de Jupiler League. Met de nadruk op ‘mogelijk’, want bij het behalen van het algehele titel krijgt de kampioen het recht te promoveren. Het realiseren van deze doorstroming is voor de KNVB een belangrijke reden geweest om de topklasse in het leven te roepen. Natuurlijk heeft de stap naar het betaald voetbal gevolgen voor de organisatie van een amateurvereniging, maar voetbal blijft sport. En in de sport willen verenigingen, spelers en supporters altijd het hoogst haalbare bereiken.
Na vijf speelronden is de topklasse voor sommigen al niet meer weg te denken, voor anderen is het nog even wennen. Volstrekt logisch, want een nieuwe competitie heeft de tijd nodig om zich te nestelen in het voetballandschap. De komende seizoenen groeit de topklasse ongetwijfeld verder uit tot een aantrekkelijke, spannende competitie. En ik ben ervan overtuigd dat de algeheel kampioen in die periode promoveert naar de Jupiler League. Misschien is die kans wel weggelegd voor Rijnsburgse Boys. De tijd zal het leren.
Tot slot maak ik graag van de gelegenheid gebruik alle ‘uien’ een succesvol en sportief seizoen toe te wensen.
Michael van Praag
Bondsvoorzitter KNVB