Bram van Egmond

Dennis Jan Mieras: “Binnen drie jaar in top tweede divisie”

Met ingang van dit seizoen is Dennis Jan Mieras als technisch directeur eindverantwoordelijk voor de prestaties van het eerste elftal. Dennis Jan is directeur-eigenaar van Van Egmond & Van Hirtum, speelde voor Quick Boys 1 en Katwijk 1 en was bestuurslid technische zaken bij Katwijk. Een interview met een Katwijkse Rijnsburger, wiens zoon in de C1 speelt.

dennisjanmieras

Wat heb je met Rijnsburgse Boys?
Dennis Jan Mieras: “Rijnsburgse Boys loopt als een rode draad door mijn voetballeven. In de lagere jeugd van Quick Boys speelde ik al tegen Rijnsburg en mijn debuut in Quick Boys 1 was op een drukbezet Nieuw Zuid tegen Rijnsburgse Boys, waarin toen onder anderen Arie van Dijk speelde. Zoiets maakt indruk. Een jaar of vijf later – ik was inmiddels overgestapt naar Katwijk met trainer Arie Lagendijk – werden we met Katwijk kampioen op Middelmors ten koste van Quick Boys. Dat was dus ook weer tegen Rijnsburg. Sinds 1991 woon ik in Rijnsburg. Mijn zoon Mark speelt in de C1 en we zijn met ons bedrijf al jaren sponsor van Rijnsburgse Boys. Ik heb ook nog in een veteranenelftal bij Rijnsburg gespeeld met onder anderen Johan de Kroon en Marco van der Plas, die ik kende uit mijn Katwijk-tijd. Dat verklaart wel wat dingen.”
Ook bij Katwijk was je verantwoordelijk voor het technisch beleid. Wat deed je daar precies?
“Op mijn 27ste ben ik om medische redenen gestopt met voetballen op hoog niveau. Door de businessclub van Katwijk werd ik vervolgens gevraagd om mee te denken over een marketingplan. Daarna vroeg de toenmalige voorzitter Wim Guijt me als bestuurslid technische zaken en dat vond ik eigenlijk veel leuker. Ik ben twee jaar bestuurslid technische zaken geweest en drie jaar technisch directeur. Net als nu bij Rijnsburg deed ik dat op vrijwillige basis.”
En nu dus Rijnsburg. Wat zijn de prioriteiten bij Rijnsburgse Boys?
“Vorig seizoen is alle mogelijke moeite gedaan om de tweede divisie te halen, hoewel er ook mensen waren binnen de club die daar niet achterstonden. We moeten de komende jaren kijken waar het plafond ligt en wat daar voor nodig is. Is het plafond de tweede divisie of op termijn misschien zelfs de Jupiler League? Wat het nieuwe seizoen betreft: we zullen de titel niet cadeau krijgen, mede omdat tweederde van de selectie nieuw is en we een nieuwe trainer hebben. Iedereen moet aan elkaar wennen en het moet een ingespeeld geheel worden. Hoe snel dat gaat, weet je niet. Je wordt in elk geval niet zomaar kampioen, maar er zijn ook periodetitels te verdienen. Doelstelling voor de korte termijn is om binnen één tot drie jaar in de top van de tweede divisie te komen. Lukt het dit seizoen niet om eerste te worden dan moeten we volgend jaar de vruchten plukken van onze inspanningen.”
In hoeverre ben je betrokken geweest bij de samenstelling van deze selectie en de komst van de nieuwe trainer?
“Daar heb ik geen invloed op gehad. Dat heeft Ed Bos nog gedaan, met mij een beetje op de achtergrond. Pieter Mulders kende ik niet persoonlijk. Maar op grond van zijn cv en zijn prestaties leek het me meteen al leuk om met hem te werken. Ik zal me niet bemoeien met de opstelling. Het is aan hem om het maximale uit de spelersgroep te halen, waarbij het mijn taak is om hem scherp te houden. Ik analyseer de spelersgroep. Wat dat betreft is het mooi dat ik in de zomer ben ingestapt. Ik kan nu in alle rust tot november kijken hoe de selectie in elkaar zit.”
Hoe ziet je taak er in de praktijk uit?  
“Ik ben eindverantwoordelijk voor de A-selectie en de medische zaken. Ook het scoutingsapparaat stuur ik aan. Met een drukke baan en een gezin zit ik niet zoals Ed in de luxe positie dat ik al mijn tijd in de club kan steken. We moeten daarom de taken verdelen. Wat de scouting betreft, moeten we niet meegaan in het opportunisme van de voetballerij, maar talentvolle en jonge spelers zoeken die zich kunnen ontwikkelen. Ex-profs halen kan ook, maar je ziet vaak dat hun niveau naar beneden gaat als ze minder gaan trainen en ze de focus op hun maatschappelijke carrière leggen. Zo moet je doorselecteren en elk jaar stappen maken. Het scoutingsapparaat was de afgelopen jaren vrij beperkt met alleen Ed Bos en Wim Schaap. Ik zoek naar een groep van tien tot vijftien man, liefst oud-eerste-elftalspelers met hart voor de club, die per linie zoeken naar spelers. Dan hoef je maar eenmaal per drie weken een wedstrijd te bekijken.”
Tot slot: waar staat Rijnsburgse Boys over drie jaar?
“Rijnsburgse Boys kun je vergelijken met een slapende reus die een beetje te veel is gaan achteroverleunen. Heel veel zaken zijn top: de accommodatie, de organisatie, de financiën; alleen op voetbalgebied was het niet meer zo scherp. De randvoorwaarden zijn goed en er is potentie. Ik denk dat we over drie jaar een professionaliseringsslag hebben gemaakt, met een goed scoutingsapparaat en een goede organisatie rond het eerste elftal. Zo heb ik er graag een sportarts bij. We draaien dan mee bovenin de tweede divisie, met dezelfde trainer als nu.
Wat ik tenslotte ook belangrijk vind, is dat we aantrekkelijk voetbal spelen en elke week spektakel bieden. Voetbal is vermaak. Qua publieke belangstelling en sponsoring zijn we verwend in deze regio, dat moeten we zo zien te houden. Het voordeel van Rijnsburgse Boys ten opzichte van Katwijk is dat er slechts één club is in het dorp. We moeten zorgen dat iedereen achter de club gaat staan. Dan gebeuren er mooie dingen.”