Nico Glasbergen

Column Nico Glasbergen: “Een gouwe ouwe dag”

Een gouwe ouwe dag

We kennen het allemaal. Een stellige overtuiging, een mening die zich vastzet in je gedachten. Je denkt dat je het bij het rechte eind hebt. De mening van anderen doe je in je hoofd af met een  ‘ja, ja, lul maar’. Je weet het tenslotte zeker…

Een mens kan zich vergissen. De juiste denkwijze wissen. Naast de pot pissen. Het doel helemaal missen. Het moment komt dat je bakzeil moet halen. Toegeven dat je fout zit. En dan moet je een vent met ballen zijn en het gewoon doen. Het heeft even geduurd, maar de laatste maanden staafden me in de overtuiging dat ik ‘het’ fout had. Dat zag ik niet aankomen hoor. Gelukkig zat ik fout, want het heeft de laatste maanden voor menig supporter van Rijnsburgse Boys verdraaid veel plezier opgeleverd.

Op 12 maart van dit jaar was de situatie wel even anders. Rijnsburgse Boys speelde uit bij Excelsior Maassluis en stond tijdens de rust met 0-2 voor. Niks aan de hand, zou je zeggen. De ontspanning was echter na rust razendsnel weg. Onze mannen deden er in de tweede helft alles aan om te verliezen, zo leek het. En dat lukte dan ook met gemak. Het werd 3-2 en dat zag je vanaf Hawaii al aan komen.

Woest was ik. Sterker, zo kwaad ben ik als wedstrijdverslaggever zelden geweest en vooral nog nooit zo lang. “Geef ze allemaal een schop!”, dacht ik. Ik wilde ze het liefst zelf schoppen. Lamlullen. De rit terug naar huis met de beste reporter van Rijnsburg, IJsbrand van Tilburg, was een kwelling. Net als die tweede helft. En ik zei hardop tegen hem: “het wordt tijd dat ze een paar van die gasten de laan uitsturen!” Eén van die spelers waarvan ik vond dat ze hem weg moesten sturen excelleert dit najaar in het geel-zwart. Good old Furhgill Zeldenrust.

Ik weet nog dat ik erg verbaasd was in januari 2019. Op 16 januari van die maand stond op onze website dat Zeldenrust naar de Middelmors kwam. Een maat van Strooker en Tillema, zo viel te lezen. Ik kende hem al jaren van naam. Een speler met een prima betaald voetbal verleden, wat hem o.a. bij het grote Dynamo Dresden deed belanden, in de voormalige DDR. Dat is geen kindercluppie. “Dat moet wel wat zijn”, dacht ik. En dat was zo.

Tien dagen later maakte hij zijn debuut in geel-zwart, tegen Jong Almere City. Dat was een doorslaand succes. Het staat in mijn geheugen gegrift: de regen aan gevaarlijke, goede voorzetten die hij vanaf links gaf. Dat hoge niveau aan potentiële assists heb ik in tientallen jaren zeer zelden op de Middelmors gezien. Zijn debuutwedstrijd liep uiteindelijk goed af. Jong Almere stond toen de blessuretijd in ging met 1-2 voor, maar de Uien bogen het in vijf minuten om naar 3-2. Dat was nog eens een lekkere binnenkomer.

Inmiddels zijn we bijna vier jaar verder en Zeldenrust heeft zich wel bewezen. Voor een buitenspeler, wat hij qua spel zeker de laatste maanden niet eens altijd echt is, heeft hij geweldige cijfers als je zijn assists en goals bij elkaar optelt. Dertien goals en zes assists in dit seizoen. Daarmee voert hij het totaalklassement aan. In het vorig seizoen scoorde hij acht keer en gaf veertien assists. Dat zijn cijfers die vrijwel geen enkele speler op zijn positie haalt. We hebben in de laatste jaren zat goede voetballers op de buitenposities gehad, maar zulke cijfers haalt vrijwel niemand op zijn positie in de tweede divisie.

Foto Jan Jungerius

En toch, toch vond ik vorig seizoen dat de fut eruit was. Soms zegt je gevoel je iets anders dan de werkelijkheid is. Of is iemand gewoon effectief, zonder echt goed te spelen. Ik moet eerlijk zijn en Gerrit Paauw gelijk geven, de contractverlenging die Zeldenrust kreeg was terecht. Dat er een verandering van speelwijze voor nodig was om hem echt een boost te geven doet aan zijn prestatie niks af. Hij bepaalt tenslotte de speelwijze niet, maar moet het doen met wat hij zelf daarmee kan.

Desalniettemin kan een blinde zien dat de verandering van speelwijze Zeldenrust zeer veel goed heeft gedaan. Niet alleen hem, we hebben meer spelers zien opbloeien. En als je meer ruimte krijgt, is het lekker spelen met bepaalde spelers om je heen. Die weten het wel te voorbereiden. Het is  geen dankbare taak om als back Asante als tegenstander met ruimte in je rug te hebben, of elke keer achter die Spruijt aan te moeten rennen. Om maar wat voorbeelden te noemen. Furhgill (met de h dus voor de g, dat deed ik wel eens fout vroeger, dat geef ik ook meteen toe) maakt er in ieder geval dankbaar gebruik van.

Blijkbaar hebben O-benen daar geen negatieve invloed op. Als hij aan een verkiezing zou mee doen wie het meest O-benen heeft van alle spelers in de tweede divisie, zou hij glansrijk winnen. Daar kan een kind doorheen kruipen zonder hem aan te raken. Zouden die uitstekende voorzetten, inclusief verraderlijke curve, er mee te maken hebben ? Het zou me niet verbazen .

Feit is dat Zeldenrust, op zijn 33ste, nog in de bloei van zijn carrière blijkt te zijn. Hij is nog behoorlijk rap, technisch uitstekend, altijd rustig aan de bal en kiest steevast voor de meest functionele oplossing. Zonder poespas. Dat kenmerkt de ervaren aanvaller. In tegenstelling tot veel jonge vleugelflitsers, die je nog wel eens te ver door ziet gaan, de verkeerde keuzes ziet maken, of de achterlijn over ziet rennen. Als jonge speler, die zijn positie ambieert, kan het helemaal geen kwaad hem goed te observeren. Van hem observeren kan je echt leren.

Net als ik moet leren niet te snel te zijn met mijn oordeel. Want toegegeven, ik zat er faliekant naast….