outhands

Column Nico Glasbergen

J’aime la nostalgie

 Toen ik door bestuurslid Karly gevraagd werd om voor onze prachtige website een column te gaan schrijven, vervulde me dat oprecht met trots. Ga maar na, RBB, een club met een geweldige uitstraling in Nederland, een club die vrijwel iedereen kent. En voor de veel gelezen site van die club mag ik naar believen wat ‘pennen’. Ooit pende ik voor ons vroegere clubblad de Treffer, o.a. onder de hoogdravende naam ‘het creatief megabrein’. Die wilde tijd is voorbij en ik zal me niet meer zo presenteren als toen. Dat is inmiddels al een jaar of 15 terug en die periode is, zoals iedereen wel eens constateert, omgevlogen. Nostalgisch mens als ik ben, gingen de afgelopen weken herinneringen door mijn hoofd aan die lang vervlogen tijden, toen ik als kleine jongen vrijwel elke week met pa meeging naar ‘één’. Daar zitten best treurige herinneringen bij, maar ook hele grappige. Zo heb ik een soort van fascinatie voor SSS (Sport Staalt Spieren) uit Klaaswaal. Dat kleine dorpje in de richting van Rotterdam werd bijv. begin jaren tachtig door RB wel eens bezocht en ik was daar enkele keren bij. SSS, voor je gevoel regende het daar altijd en verloor RB meestal… Dat laatste valt te checken en dat viel nog wel mee, ik constateerde zowel 1x winst, verlies als een gelijkspel maar dat van dat regenen… dat is in het geheugen gegrift. Het geval wilde nl. dat ze daar geen tribune hadden (nog steeds niet vernam ik pas van collega’s), dus als je geen plu had (en je had zeker geen buienradar) dan was het óf blind regenen, óf de kantine in.
De verliespartij daar staat me toch nog helder voor de geest. Nat worden ging nog wel, maar verlies aanschouwen niet, dus er werd naar een alternatief gezocht. En wat zag ik daar, drie jongens van dezelfde leeftijd die aan het tieneren waren. Tot zover mijn kleine beetje vreugde op deze dubbel sombere dag…. Op de vraag of ik mee mocht doen kreeg ik een blik die ik nooit zal vergeten. Ik denk dat André Kuipers normaler keek toen ie in de ruimte zweefde… “Wat is tieneren?” was de vraag. Zij noemden dat iets van ‘seizoeneren’ of zo. En nee, ik mocht niet meedoen, want ik was voor Rijnsburgse Boys. Jammer genoeg wel deze dag…. De drie afwerende jongens die me hier een spelletje weigerden leken wel heel erg veel op elkaar. Op deze dag heb ik achteraf waarschijnlijk voor het eerst van mijn leven – en ik zal het netjes zeggen – een vorm van te ver gaande familiaire liefde gezien. Dezelfde blik, dezelfde oogopslag en vooral het feit dat heel veel mensen daar op elkaar leken was best verdacht. Toen ik een piek van pa had gehad en bleek dat ze er geen ‘smiles’ (u kent ze vast nog wel, de onovertroffen topper van Haribo) hadden was het tranendal compleet. Buiten was het grijs, binnen ook en in mijn hoofd pikzwart. Ik smeekte pa om de gang naar huis te maken, maar nee, de lijdensweg moest uitgezeten worden…

Ik zie nu nog zo’n geval voor me… Wie kent ze nog, de Valleivogels uit Scherpenzeel, domein van de toen talentvolle broers (en neven?) van Ginkel (één ervan is vader van de huidige Vitesse-speler Marco van Ginkel). Ik was denk ik een jaar of 9 en had mijn voetbalboek meegenomen. Naar hun oude terrein was dat nog, volgens mij scoorde Huug Aandewiel er een keer uit een vrije trap. Panini was in en ik had een editie helemaal vol, uitgerekend die met de gebroeders van der Blom erin. Dat waren ooit veelbelovende toppers, al jong onder contract bij Feyenoord. Mijn plan was om vol trots  de afbeelding van Paul van der Blom aan hemzelf te laten zien. Maar oh, wat was dat een dom idee. M’n jonge onbezonnenheid bezorgde me een enorme kater, want toen ik het plaatje aan Paul liet zien was z’n reactie buitengewoon nukkig en ongeïnteresseerd. Nu besef ik me dat die afbeelding voor hem een herinnering was aan een geknakte profcarrière. Van de Kuip naar de Middelmors, dat moet geen sinecure zijn geweest. Paul van der Blom, nu helaas alleen nog slingerend bij theehuis Leidse Hout te bewonderen…

Gelukkig zijn er ook enorme hoogtepunten. Want als ik  Arie van Dijk zie, de succestrainer van het tweede, moet ik altijd aan leuke dingen denken. Vroeger,  ja heel vroeger, mocht je soms gewoon nog met de spelersbus mee. En ik had ooit de eer om naast Arie te zitten. Volgens mij was Arie toen een jaar of 19 en ik zal 6 geweest zijn, maar wat was dat geweldig om naast een talentvolle speler van het eerste te zitten. En…hij was nog aardig ook. Mijn adoratie nam bijna ongekende hoogten aan toen hij me bij hem thuis uitnodigde. Want Arie was een enorme Feyenoorder. Ik zie me nog zo binnen lopen aan de Dahliastraat 4. Zn kamer was behangen met allerlei Feyenoord-prullaria en ik kreeg gewoon een paar sjaaltjes en petjes mee. Zelden ben ik zo blij geweest als die dag. Ik heb het hem nooit meer gezegd, maar Arie, bedankt voor een geweldige ervaring! Pas zeer recent heb ik die spullen in een doos gedaan en m’n hart werd weer warm van de herinnering! Ik weet zelfs nog dat de zon scheen toen ik daar was, symbolisch…

Wie kent het fenomeen nog, flesjes ophalen en dan een duppie of kwartje per flesje scoren. Flesjes ophalen was best geinig. Ik heb het een tijdje gedaan met een jongen die ik daarna nooit meer heb gezien, hij heette Nico van der Zijden. Samen de oude trimbaan afstruinen en pardoes in een verkapte modderpoel stappen, Ariel voer er wel bij. Je had zo een paar gulden bij elkaar en dan natuurlijk je murf voldouwen met vreterij. Dat was top, maar de allerleukste keer was toch echt bij de v.v. Katwijk. Op het oude terrein wel te verstaan. Je moet mijn leeftijd (37) hebben om dat terrein je nog te kunnen herinneren en ook daar kon je voor geld flesjes inleveren. Naar die oefenwedstrijd keek ik daar niet, RB heeft een grenzeloos goede score staan tegen Katwijk die toen al begon, dus voor de toto hoefde je niet te kijken.
Al rond lopend kwam ik daar achter de kantine terecht. Nog geen vijf minuten daarvoor had ik al een flesje of tien ingeleverd en wat schetste mijn verbazing, achter die oude gammele kantine stonden de lege kratten gewoon op een rij! Dan moet je natuurlijk slim zijn: niet meteen er één pakken en inleveren, want dat valt op. Dus even wachten, maar m’n hebberigheid won het al snel en dus een willekeurig leeg krat gepakt en ingeleverd! Nou, dan loopt de kassa hard vol! Hoppa, in 1 klap 24 x 25 cent, ja ja, dat waren dus 6 harde guldens. Pecunia non olet! De vrouw achter de toonbank zei me nog bewonderend in vreselijk plat Katteks: “zoooooooo dat hejje snelle dâen”. Ja, snel gejat zal je bedoelen! Ik besefte me toen nog niet dat ik daar zomaar de v.v. Katwijk een loer draaide en in wezen was het natuurlijk gewoon stelen. Het enkele feit dat de wedstrijd vlak daarna voorbij was en tot mijn grote spijt de gang naar huis gemaakt moest worden voorkwam dat ik met een –  voor een kind van een jaar of 8 – fortuin naar huis ging. En helaas, Katwijk zat ook niet bij RB in de competitie. Voor een helder licht die nu nog denkt aangifte te kunnen doen van diefstal: bespaar je de moeite, het misdrijf is verjaard!
En oh ja, pecunia non olet, dat is zo’n geweldige spreuk uit het rijke Latijn die ‘geld stinkt niet’ betekent.

En tsja, Quick Boys. Dat was pas echt een reden om zenuwachtig te worden. Want dat is al sinds mensenheugenis ‘de vijand’ waar je niet van mag verliezen. De laatste jaren hebben ze zichzelf min of meer uitgeschakeld, maar vroeger was dat een knaller. Voor je gevoel scoorden ze werkelijk altijd in de laatste minuut en ik zeg eerlijk dat ik wel eens iets kapot heb gegooid toen Gert Aandewiel in de iets van achtste minuut van de blessuretijd de gelijkmaker scoorde. (Ik ken mensen die tot op de dag van vandaag ervan overtuigd zijn dat de scheidsrechter toen omgekocht is). Daar winnen, dat was en is het ultieme! Dat dat moeilijk lukte had natuurlijk ook met hen te maken, want ere wie ere toekomt, van de echte Katwijkse mentaliteit kunnen een hoop spelers wat leren. Het was alleen verrot irritant als
die tegengoal weer eens viel en de familie in Katwijk zogenaamd onwetend (volgens mij was de radio dan net uitgedraaid) vroeg: “En ? Wat isset eworde?” Als je dan net een rondje boulevard had gemaakt omdat je pas wilde aankomen als het afgelopen was, ja dan kon je de vraagsteller wel kielhalen! Of als RB verloren had, dan zou je net zien dat je er heen moest! Maar goed, die tijden zijn voorbij. Tijden vol herinneringen die soms echt in het geheugen gegrift staan. Ik heb er nog veel meer, maar dit is een column dus 3 A4tjes wordt wat te gek. De frequentie die mijn uitstekende voorganger Martin den Haan aanhield, 1x per 2 weken, zal ik niet aanhouden. Vier jaar lang heeft Martin bewezen dat ie niet alleen talent voor voetbal heeft, maar ook voor schrijven. Ik vind het super dat ik hem mag opvolgen en hopelijk de lezers ook. En waar we allemaal nog meer op hopen, is dat ons eerste elftal een geweldig seizoen zal draaien. Ik heb er heel veel vertrouwen in, want ik heb alle wedstrijden tot nu toe gezien en er zitten louter uitstekende voetballers in de selectie, inclusief alle nieuwelingen. De trainer is in een bepaald opzicht niet te benijden, want hij moet een aantal toppers op de bank zetten. Maar dat we voor niemand bang hoeven te zijn, dat is zeker.

Dit was column nummer 1 van mijn hand. Hopelijk zorgde het voor wat vermaak. Maar, zoals weer zo’n prachtige spreuk het Latijn ons heeft opgeleverd: de gustibus non est disputandum, oftewel: over smaak valt niet te twisten! Bedankt voor uw aandacht en veel lees- en kijkplezier op de site en langs de velden!

Nico Glasbergen (met trots al 31 jaar lid!)