Nico Glasbergen

Column Nico Glasbergen

Overp(ei)(ij)nzingen

Als columnist bij Rijnsburgse Boys heb ik inmiddels mijn lustrum viering achter de rug. Het was geen groots feest, maar een solo feest met een speciaal bier in de hand. Het is namelijk heerlijk om even alleen te zijn, je gedachten te laten gaan en te genieten van een goede versnapering. Mijn voorkeur gaat dan uit naar denken aan leuke dingen die in de voorbije tijd zijn gebeurd. Ellende hebben we al zat, het is de kunst om van kleine dingen iets groots te maken. Als de gedachten terug gaan naar het afgelopen seizoen van Rijnsburgse Boys is het niet zo moeilijk om te gaan glimlachen. Je ziet de beelden voor je van een paar handen vol (bijna) legendarische wedstrijden. Van de kopbal van Hessing in blessuretijd tegen de Vogels tot het plaaggeest spelen van blauw-witte opponenten. U mag gerust weten: de samenvatting van Spakenburg-uit staat nog steeds op de harde schijf van mijn televisie. Niet omdat het zo’n geweldige wedstrijd was. Nee, alleen al de ontlading na de 2-3 van Jongeneelen is een hoogtepunt in onze clubhistorie. Het was geen toonbeeld van goed spel, op die 27ste mei 2017. Wel een toonbeeld van nieuw realisme wat we het aankomend seizoen nodig zullen hebben.
Onder de vele hobby’s die uw columnist heeft is er één die alles met het amateurvoetbal te maken heeft. Vrijwel elke dag spit ik amateurvoetbalsites af, op zoek naar nieuws en weetjes over clubs, spelers en staf. Nu we met het eerste van onze roemruchte club naar de tweede divisie zijn gepromoveerd, gaat de speciale aandacht uit naar de tegenstanders. En dan wil je daar veel van weten natuurlijk. Het heeft ook wel nadelen: waar de meeste supporters blanco een wedstrijd in gaan, gaan bij mij al belletjes rinkelen als bijv. Piet Poenie van Schubbekutterveen erin komt. “Hee, dat is die snelle linksbuiten”, denk ik dan. Anderzijds geeft het ook wel weer een kick als je voorspellende gedachten uitkomen, met name als het gedachten zijn in je eigen voordeel natuurlijk. Zo zijn de selecties van de tegenstanders al geanalyseerd en komt er meteen een prognose op opborrelen.
Vorig seizoen was die prognose niet zo moeilijk. Ik verbaas me er altijd over als mensen voorspellen dat hun vernieuwde team kampioen wordt ‘omdat we die en die en die erbij hebben’. Zo werkt het natuurlijk niet. Conditie opbouwen, team bouwen en automatismen inslijpen. Dat zal eerst moeten gebeuren. Zonder goed team geen victorie. Gegeven dat feit was het verloop van het afgelopen seizoen voor wat de Uien betreft volstrekt logisch, al was de uitkomst wel heel erg positief. DAT had ik niet gedacht, wel een uiteindelijke top vijf klassering.
De voorspelling voor aanstaand seizoen is een stuk lastiger. We zijn vast sterker geworden, maar dat zijn andere teams ook. Kamikazetactieken zoals we in het afgelopen seizoen hanteerden zullen door gehaaide ploegen veel sneller worden afgestraft. Voor de presentatiegids van de Bollenstreek mocht ik afgelopen juni onze hoofdtrainer interviewen. Aan tekst geen gebrek na ruim een half uur lullen met Pieter. Het was een zeer vermakelijk onderhoud met een rode draad: we zullen dit seizoen de tactiek soms wat richting achteren moeten aanpassen. Dat betekent niet meteen catenaccio. (Uitgekiend) aanvallen is tenslotte de beste verdediging. Maar de poort open gooien is een ander verhaal. Weet u het nog ? In de tweede helft – thuis tegen Capelle – speelden we met twee verdedigers. Oké, dat was de laatste reguliere wedstrijd van het seizoen, maar dat soort grappen zullen aankomend seizoen met de grond gelijk worden gemaakt.
Mij lijkt een verloop van het seizoen zoals we dat de afgelopen seizoenen al kenden het meest plausibel. Een stotterend begin, maar in de loop van het seizoen leren we beter ademhalen en gaan de hakkelende episodes langzaam over in spraakwatervallen. Zoiets. Het is maar een onderbuikgevoel. Je hebt er zo weinig aan, maar het is tegelijkertijd heerlijk om ongebreideld over te lullen. Of om er gewoon je gedachten over te laten gaan. ’s Avonds na de wedstrijd bijvoorbeeld. Biertje op, buiten donker, je zowel positief als negatief verwonderen over alles wat gaande is geweest in zo’n wedstrijd.
Als we in november uit bij de Treffers 4-0 verloren hebben en ik ‘mag’ daarna over die wedstrijd schrijven, hangt er een donkere donderwolk boven mijn hoofd. Leuk terugritje is het dan uit Groesbeek. Gelukkig trekken die wolken altijd weer weg. Als supporter van Rijnsburgse Boys ben je tenslotte gewend dat het in de loop van het seizoen vrijwel altijd beter gaat. En gebeurt dat niet, dan zet ik gewoon die samenvatting van Spakenburg-uit weer even op.
Inderdaad, het is geweest, maar het is zo lekker om (voor de vijftiende keer) te kijken …