Nico Glasbergen

Column Nico Glasbergen

column-nicoglasbergen-artikel

De ontmaskering van de collectieve leugen

2 December 1982. Tientallen ‘gelovigen’, van een jaar of 7 à 8, hebben zich verzameld in de kantine op de Middelmors. Met snel kloppend hart wachten zij op de komst van een zeer belangrijk man: Sinterklaas is in aantocht. Op de karakteristieke houten stoelen zitten de belhamels rijen dik verzameld. Rond half acht op deze doordeweekse avond is het zover. Eerst stuiven een paar Pieten de kantine in. En dan volgt het magische moment: de goedheiligman komt binnen…
De houterige tred van de Sint had al veel kunnen verraden. Op dat moment echter was er nog niemand zich bewust van het het feit dat deze avond memorabel en uiterst onthullend zou worden. Aanvankelijk zat al het geel-zwarte spul nog netjes in rijen. Sinterklaas boezemde ook toen al veel ontzag in en dat was te zien. Sint plaveide zich op zijn stoel, op een kunstmatig podiumpje. Het ging allemaal niet zo snel met Sint. Als je het achteraf zou moeten zeggen: Sint’s virtuele leeftijd speelde hem parten. Eénmaal gezeten ging het boek open. Er werden enkele kinderen naar voren geroepen, meestal de grootste rotstralen. Een enkele oprisping daar gelaten was het toen allemaal nog pais en vree. Slechts een futiel aantal minuten scheidden een legioen kinderen van een ingrijpende verandering in hun levens.
De lont in het kruidvat was het gooien van pepernoten door de balorige Zwarte Pieten. Het duurde even, maar al gauw ging het ‘lekkers’ retour richting de bar en weer heen en weer. Deze pepernoten waren van bijzondere makelij. Het had weinig gescheeld of je dit snoepgoed in de Tweede Wereldoorlog boven Dresden had losgelaten of echte brisantbommen: de schade was navenant geweest. Dit om een beeld te geven hoe hard deze pepernoten waren. Waarschijnlijk zaten ze al een jaar of tien in die jute zak. Wat volgde gaf een welhaast surrealistische aanblik. In mijn gedachten zie ik nog steeds die fatale worp voorbij komen, als in slow motion.
De hardnekkige herinnering is als volgt: het was Patrick de Vogel die een pepernoot pakte en aanlegde voor een joekel van een worp. Sint zat nietsvermoedend op zijn troon. De ‘oude’ baas dacht tenslotte met veelal lieve kinderen van doen te hebben, in werkelijkheid zat er voor jaren aan toekomstig spinhuis. Voog gooide en de pepernoot ging in een strakke lijn richting de mijter van de Sint. Bam! Als een mokerslag raakte het Sint’s hoofddeksel. De klap was zo groot dat de mijter van de Sint bijna afviel. Het onthulde een glimmend kaal hoofd. Eén plus éen is twee: de combinatie met het loopje van Sint en zijn stem ontlokte iemand – wie is in de vergetelheid verdronken –  de legendarische spreuk: “Jongens, het is Manus!”
Manus, alias Bert Heemskerk, was ontmaskerd als zichzelf. Sint was niet meer. Op slag veranderde het leven van tientallen. En ja, het was waar. Het was Manus. Manus, in het toenmalige leven een gewaardeerd arbiter. Niemand op deze aarde kon zo gedecideerd een bal op de stip leggen als hij. Als hij de scheids was, voelde je je gesteund. Ging het even niet lekker, dan had je aan hem een goede twaalfde man. Sommigen noemen dat partijdig, maar ik zou het liever clubliefde willen noemen. En ja, tegen Quick Boys was het een graadje erger, zo eerlijk moet je zijn. Dan was hij echt een Sinterklaas: buitenspel van RBB? Welnee. Pingel? Ja, die kreeg je dan snel mee. Hij was Sint en kreeg dan de Zwarte Piet. Het beeld van Manus die een regen aan Katwijkse verwensingen naar zijn hoofd kreeg, wat hij uiterlijk onbewogen onderging. Het beeld van hem, met de mijter scheef op het hoofd. Onbetaalbaar. Manus, voor altijd de laatste ‘echte’ Sint. Bedankt Bert, voor al 32 jaar een meer dan geweldige herinnering!