outhands

Column Martin den Haan

Positieve kritiek

 Het leuke van een column schrijven is dat het overal over kan gaan en dat je zomaar het volgende op papier krijgt:

Voetballers (maar ook voetbalsters, want de meiden tellen zeker mee in het voetbalwereldje. Voor het gemak noem ik verder alleen de mannelijke variant) staan bekend als ‘zeikerds’, als ik het zo grof mag zeggen. Waarom is dat? Ik denk dat dat wel duidelijk is. We zeuren immers wat af tijdens een voetbalwedstrijd. Doen de spelers in het veld het niet, dan doen de toeschouwers het wel en doet de trainer het niet, dan komt de media wel met kritiek. Het is nooit goed, er is altijd wel wat verkeerd. Vooral de scheids moet het vaak ontgelden, die kan nauwelijks iets goed doen bij een voetbalwedstrijd. Maakt hij één foutje, dan is het zijn schuld dat een ploeg verloren heeft, want een wedstrijd wordt beslist op details heet het dan in vaktermen. Natuurlijk speelt het mee, maar laten we eens meer proberen naar ons zelf te kijken. Zelf maken we namelijk heel veel fouten, zowel binnen als buiten de lijnen. Mijn credo is dan ook “wie zonder zonden is werpe de eerste steen,” oftewel wie niets fout doet, alleen diegene heeft recht van spreken. Niemand dus. Toch verschuilen we ons achter excuses en ‘zeiken’ we tegen anderen en met name in de voetbalwereld is dat schering en inslag. Dus is het terecht dat voetballers afgeschilderd worden als ‘zeikerds.’ Jammer is dat, want het is zo mooi allemaal en je kunt er zo van genieten, zeker wanneer het zulk mooi weer is als de laatste zaterdagen. Van toeschouwers kan ik het nog wel begrijpen dat ze zeuren. Die willen wat zien, en omdat zij ‘stuurlui aan wal zijn’ zien zij altijd genoeg zaken die niet goed gaan en/of beter kunnen. En dat moet die toeschouwer dan zeggen, want daardoor voelt hij zich goed (lees beter als die ‘kneus’ die het verkeerd deed) en groeit zijn ego (en zelfvertrouwen).

Gelukkig kan het ook anders. Zo stond ik zaterdag langs de lijn bij het tweede, dat helemaal niet slecht speelde, maar wel met 0-2 achterkwam. Dan is het dus wachten op gezeur, maar op dat moment zei een geblesseerde ploeggenoot dat het wel goed zou komen, want ze spelen goed, ze missen alleen de kansen. En het kwam goed, en hoe, 7-2 winst! Niet alle voetballers zijn dus hetzelfde. Veel draait om vertrouwen en daarom ben je geneigd te denken dat het gek is dat betrokkenen bij een voetbalwedstrijd zoveel zeuren wanneer een (mede)speler een fout maakt. De meeste mensen gaan van kritiek immers niet direct beter presteren, laat staan wanneer dit ook nog eens luid schreeuwend ( ‘zeikend’ ) gebracht wordt. Het zelfvertrouwen van die speler gaat dan achteruit, terwijl we willen dat dit groeit, omdat hij dan beter presteert en we daarom meer kans hebben om de wedstrijd te winnen. Maar wat zojuist voor de toeschouwer gold, geldt ook voor de speler in het veld. Wanneer hij tegen een medespeler zeurt groeit zijn ego. En dus zijn zelfvertrouwen (en dus de kans om een wedstrijd te winnen)? Met zijn allen dus één speler ‘afzeiken’? Neen, want voetbal is een teamsport en veelal zo sterk als de zwakste schakel. En met 10 of 11 ego’s in het veld win je geen wedstrijden. Gelukkig kan kritiek ook positief bedoeld zijn. Opbouwend in plaats van afbrekend. En naar die kritiek moeten we op zoek. Dan ben je dubbel bezig, want de speler die de fout maakt wordt gesterkt en voelt zich gesteund en de speler die opbouwende kritiek geeft, zal zich ook goed voelen. En dan heb je dus echt meer kans om de wedstrijd te winnen. Het is zo simpel, maar in de praktijk blijkt het zeer moeilijk voor al die voetbalego’s. ’t Is maar wat je wilt.

Martin den Haan