outhands

Column Martin den Haan

Blijven knokken

 Sinds begin van dit jaar train ik samen met Marco en Patrick de A1. Vol enthousiasme begonnen we, met hulp van Wim, Roel en Jaap, in januari met het idee dat we het klusje, niet degraderen, gingen klaren. De A1 stond er op dat moment niet best voor en het kon eigenlijk alleen maar beter gaan. Dachten we, want na zaterdag staan we er nog slechter voor dan destijds toen wij het overnamen. Dat wil zeggen dat we gedeeld één-na-laatste stonden en nu alleen laatste.

Dat is niet best en dat vinden we met zijn allen heel vervelend. Afgelopen zaterdag stond de zes puntenwedstrijd op het programma tegen Stormvogels. Zij hadden net zo veel, beter gezegd net zo weinig punten als ons. De winnaar zou dus goede zaken doen en sowieso stijgen op de ranglijst. Na een redelijk begin, waarbij we goede kansen kregen, dolven we uiteindelijk toch het onderspit. Daar waren wel een aantal redenen voor, maar daar wil ik het hier niet expliciet over hebben.

Waar ik het wel over wil hebben is dat winst en verlies altijd dicht bij elkaar liggen. Waardoor wint het ene team terwijl het andere beter is? Hoe krijg je het voor elkaar dat het geheel beter is dan de som der delen? En hoe zorg je er voor dat een team een tikkie op kan vangen?

Ik ben er van overtuigd dat een mens altijd meer kan dan hij denkt. Als je lekker in je vel zit kan je meer verdragen dan wanneer je chagrijnig bent. En wanneer je als voetballer ‘in vorm’ bent weet je dat je een kans scoort, terwijl wanneer je niet in vorm bent je bang bent dat je ‘m mist. Hoe kan je deze gedachtegang nu omdraaien van angst naar vertrouwen? En wat kan je als coach daaraan bijdragen?

Dat is wel een vraag waar ik mee worstel. Wie het weet mag het zeggen; goede antwoorden kunt u sturen naar het webteam :). Zonder dollen, als coach moet je met ieder individu rekening houden; waar zit hij (of zij uiteraard) mee, hoe benader je hem, hoe motiveer je hem en hoe zorg je er dan ook nog eens voor dat de ene speler de andere speler aanvult? Dat valt niet mee. Mij niet althans (dat blijkt ook wel uit de resultaten – ik wil u even voor zijn).

Mijn remedie is: hard trainen, nog harder trainen, positief denken en het goede voorbeeld naar een ander geven. De ander vooral niet de schuld geven, maar in de spiegel kijken en zien wat je zelf (nog meer) kan bijdragen aan een beter resultaat. Blijven knokken dus, zeker zolang er een (goede) kans van slagen is. En jezelf vooral niet zielig vinden. Een mens kan immers altijd meer (verdragen) dan hij denkt!

Met de A1 hebben we nog 5 mogelijkheden om punten te pakken. Volop kans, maar we zullen er met zijn allen in moeten geloven en vooral … voor knokken. Ik houd u op de hoogte.