outhands

Column Martin den Haan

Clubliefde

 In de amateurvoetbalbijlage van het Leidsch Dagblad werden diverse jeugdige spelers enkele vragen voorgelegd. Een van de vragen die hen, de talenten van de regionale topklassers, gesteld werd was of clubliefde nog bestaat. Ze kwamen bijna allemaal met hetzelfde antwoord op de proppen: ja, volgens mij ben ik er wel een voorbeeld van. Alle talenten die geïnterviewd werden waren dan ook eigen clubjongens, die niet of nauwelijks ergens anders gespeeld hadden. Op basis daarvan vonden zij dat zij clubliefde hebben.

Feit is dat veel voetballers, amateurvoetballers, vooral belangrijk vinden hoe groot hun onkostenvergoeding is. Biedt de club voldoende, dan is het een mooie club die genoeg uitdagingen biedt. Voetballen is voor de (top)amateurs dan ook tegenwoordig, en eigenlijk al heel wat langer, net als voor de echte professionals een (belangrijke) inkomstenbron. Sommige hoeven (of willen?) ernaast niet eens te werken. Van clubliefde is dan geen sprake, ik zou het meer geldliefde noemen. Let wel, dit hoeft helemaal niet verkeerd te zijn, want als men het je wilt betalen, hoef je geen dief van je eigen portemonnee te zijn.

Maar ik zie toch liever de echte clubliefde. Toon je clubliefde door jarenlang je club trouw te blijven? Ik denk dat dat te makkelijk is. Je gaat immers niet snel bij je/een club weg, als je het er naar je zin hebt, als je er op de fiets naar toe kan, als er je vrienden en vriendinnen er spelen, als je er op je niveau kan spelen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dit zijn namelijk allemaal zaken die voor de betreffende speler zelf belangrijk zijn. Maar ik heb geleerd dat de liefde van twee kanten moet komen en dat liefde vooral geven is. Trouw hoort er ook zeker bij, maar is niet het enige en in mijn ogen dus ook niet het belangrijkste. Echte clubliefde tonen al die vrijwilligers die zich inzetten om het voor een ander naar de zin te maken op de club. Die (club)mensen laten de kinderen met plezier trainen, die zorgen ervoor dat een ieder zijn versnapering krijgt en die zorgt ervoor dat velen met plezier naar anderen, waaronder zeker ook het eerste team, kunnen kijken.

De vrijwilliger steekt tijd en energie in de club. Hij/zij heeft een relatie met de club, waarin veel gegeven wordt zonder iets terug te verlangen. Dat is mooi, dat is fijn, want uiteindelijk krijgt hij/zij daar ook veel voor terug. Niet iets in natura of harde pecunia, maar een glimlach, een schouderklopje of een welgemeend dank je wel.

En daarom tot besluit: alle vrijwilligers van RBB, dank voor alle liefde die jij/u de club geeft! Het voelt als een warm nest.