outhands

Column Martijn Gootjes

Autoritjes

 Voor de één na laatste keer neem ik plaats achter mijn laptop voor het fabriceren van een column. Het seizoen nadert z’n einde al zo een beetje, nog ruim twee maanden en de competitie is voorbij. Het is al wel duidelijk dat dit niet het seizoen is geworden waarop een ieder die Rijnsburgse Boys een warm hart toedraagt, had gehoopt. Daarnaast is er bij onze stabiele vereniging een behoorlijk lijstje ontstaan met spelers die aan het einde van het seizoen gaan vertrekken, waaronder ikzelf. Dit zijn dingen die een enkele keer voorkomen, maar ook wel een beetje horen bij verenigingen met grote ambities en hoge verwachtingen, de clubs die afgelopen weekeinde dé amateurderby van Nederland uitvochten niet uitgezonderd. Helaas gebeurt dit in mijn laatste van mijn acht seizoenen dat ik bij Rijnsburgse Boys speel, dus afscheid met een hoogtepunt zit er helaas niet in. Dit is aan alles en iedereen die ook maar iets heeft met het eerste elftal, op welke manier dan ook, ongewild ook wel een beetje te merken. Hier wordt momenteel al genoeg aandacht aan geschonken.

Ik wil het juist even hebben over de mooie dingen die ik meegemaakt heb in al die jaren en zijn blijven hangen. Dat zal niet in chronologische volgorde zijn, maar gewoon wat me op momenten zomaar even te binnen schiet. Meestal onderweg, in de auto. Uiteraard zijn er prachtige successen geweest in al die jaren, maar daarnaast ook hele mooie simpele dingen. Karly die na een vreselijke ziekte voor de één na laatste keer met een slechte gewoonte stopt, Jaco Heemskerk en het verhaal van een meisje in het kanaal, Arie den Haan die z’n wekelijkse mop vertelt voor de training, och man, die van de McDonalds… André van Egmond en zijn liefde voor zonvakanties, een sms-je van Cees Driebergen na een met uiterste inspanning behaalde minimale overwinning in de slotfase: “Jongens, van mij hoeft het niet zo spannend hoor…”, Sergio de Windt die een `Cognacje` drinkt, mijn imitaties van Theo Maassen, waar met name Joost Kuhlmann en Kevin Winter iets mee hebben, de statistiekenkennis van Niek Oosterlee, het ongelooflijke enthousiasme van Nico Paauw, Hans Schot die niet kan wachten tot er weer iemand jarig is in verband met zijn voorliefde voor gebak, maar eigenlijk voor alles wat lekker is. De goal van Martin de Haan in z`n nadagen die hij bezworen had nog te maken, Natascha Paauw die in de welbekende interviews de spelers aan de tand voelt, Chris Hogewoning die zich in de maling laat nemen door spelers, Willem Brugmans die Louis Lasander zo op de kast heeft, niet letterlijk zoals u zult begrijpen. Ted Verdonkschot die z`n zonnebrandolie kwijt is tijdens trainingskamp, Djuric Ascencion en z`n sprint door de straten van Groningen, DOTO verloren, Lisse gelijk, Cobie en An in een hoekje aan de witte wijn en een “peukie”, Erik die achter de bar even een optelsommetje maakt, Cees Driebergen die een bloemetje mee heeft voor Henk de Wolde op secretaressedag, de drive tijdens klaverjassen in de bus van Erwin van der Lugt, de wonderlijke blessures van Dennis Groot en natuurlijk niet te vergeten de terugkerende verjongingskuur van Dick Heemskerk bij de kapper. De versprekingen en gecombineerde uitdrukkingen van alles en iedereen rondom de wedstrijden laat ik maar even achterwege, want dan ben ik nog wel even bezig.

Zomaar even een opsomming van momenten die wel eens door m`n hoofd schieten tijdens mijn autoritten naar Rijnsburg en mij veelal tot een glimlach verleiden, inmiddels dus al bijna acht jaar lang. Ik zit net eens even te rekenen, zeker veertig weken per jaar, meestal vier keer per week heen en weer. En nu zie ik in m`n gedachten enkele jongens denken, drie keer Goot! Inderdaad ben ik inmiddels iets minder vaak gaan trainen, maar dat is pas sinds vorig seizoen. Dit vanwege het mooie gezin dat ik inmiddels heb, een prachtige,  lieve vrouw en twee fantastische dochters (4 jaar en 8 jaar), mijn leeftijd, de daarbij wat vaker voorkomende fysieke klachtjes en de balans tussen dit alles. Maar nog even terugkomend op de rekensom, veertig weken, vier keer per week, acht jaar lang, bijna honderd kilometer heen en ook weer terug uiteraard, dan kom ik op een slordige 250.000 kilometer! Ik heb het bijna nooit als vervelend ervaren, het ging altijd automatisch.
De autoritjes, ach ja, je moet er iets voor over hebben om in Rijnsburgse Boys 1 te kunnen spelen…

Zaterdag DETO uit, het zal wel rustig op de weg zijn als ik thuis wegrijd. Dan ben ik in no-time weer in Rijnsburg!