outhands

Column Cor Kralt

Blessureleed

 Het zat niet mee in onze thuiswedstrijd op 18 april. Nadat het 1e kampioen geworden was, konden we niet gelijk meefeesten na het laatste fluitsignaal. We moesten namelijk om 16.30 uur zelf nog aantreden tegen een team jonge honden van Ter Leede. In onze worsteling om aan degradatie te ontkomen moesten we dus nog zwaar aan de bak, terwijl de rest van de vereniging aan het hossen was. Het gebeurde allemaal op het kunstgras van het 4e veld en helaas kwam ik niet ongeschonden uit de strijd. Ik had al een pijnlijke schouder vanwege een potje squash eerder die week en een valpartij op diezelfde schouder wilde het genezingsproces niet echt bevorderen. Dat ik daarbij in de val zo’n leuk ‘brandwondje’ op m’n elleboog opliep, moest ik maar op de koop toenemen. Helaas bleef het niet bij deze kwetsuur. Even later kreeg ik een bal in m’n gezicht, geen fijne plek om een bal tegenaan te krijgen. Een nog minder fijne plek was even later het mikpunt, ik zal u de details besparen, maar ik liep even wat minder gemakkelijk…. En nog altijd was dat niet het ergste dat me zou overkomen. Bij een hoge bal probeerde ik al koppend een aanval gestalte te geven, maar in plaats van de bal te raken werd ik door een tegenstander geraakt waardoor ik met mijn knie op het kurkdroge (het was warm, droog en zonnig) kunstgras terechtkwam. Het gevolg: een drie keer zo grote brandwond als die op mijn elleboog! Daarnaast ging het spel gewoon door, de scheids beoordeelde het als een ‘schouderduwtje’. Even later floot hij wel, maar dat was het rustsignaal. Ja u leest het goed, al deze rampspoed overkwam mij in één helft, m.a.w. het kon nog veel erger worden.

Ik besloot de 2e helft dan ook maar te gaan fluiten. Relatief veilig zul je denken, maar ook nu liep ik risico’s. Zeker toen ik besloot om na een minuut of 25 af te fluiten. De achterstand (4-1) zouden we toch niet ongedaan maken en aangezien het inmiddels zes uur was, had iedereen (zeker ikzelf) wel trek in een biertje dacht ik zo. Maar nee hoor, eerst was het Ter Leede dat protest aantekende omdat sommige spelers te weinig speelminuten hadden gekregen en vervolgens begonnen mijn medespelers in de kleedkamer te zeuren over het feit dat ze toch echt contributie betaalden voor de volle 45 minuten. Gelukkig bleef het bij wat gemopper, waarna we ons in het feestgedruis stortten.

Afgelopen zaterdag was het tegen Quick Boys 15 opnieuw raak. In de 2e helft betrad ik ondanks een 3-0 achterstand vol goede moed het veld. Binnen 10 minuten kreeg ik een door een lompe Katwijker weggewerkte bal tegen m’n oor. Geluk bij een ongeluk was wel dat de bal vervolgens in het doel belandde. Ietsje later, m’n oor was net gestopt met suizen, probeerde ik een bal te onderscheppen door voor een Katwijkse verdediger te komen. Terwijl ik hem passeerde maakte hij zich breed en kwam ik onzacht in aanraking met zijn elleboog wat een pijnlijke heup opleverde. Aanzetten ging vervolgens niet meer en ook nu, 3 dagen later, heb ik er nog last van. De wedstrijd ging ook nog eens verloren, verder dan 3-2 kwamen we niet.

Nu maar hopen dat het leed hiermee geleden is, we moeten nog twee wedstrijden.