Balletje met
De bal doet er weer toe in Rijnsburg. Met echte kerels op het veld. Die zorgen voor passie, inzet en strijd. Als het moet: met het mes tussen de tanden. Onder leiding van een trainer die voor niemand bang is.
Het kan niet anders of tegenstanders reizen met hevige buikkrampen af naar de Middelmors. Omdat ze weten: “Hier valt niets te halen. Punten pakken doen we wel weer ergens anders”.
In 1980 ging ik rechten studeren in Leiden. In diezelfde stad begon ik in 1986 als advocaat bij RWV. In 1993 gevolgd door flink wat jaren op de vestiging in Rijnsburg. Tegenover de HAI. Bij de ingang van Flora.
Mijn jeugd bracht ik door in Eibergen. Een dorpje in de Achterhoek, vlakbij de Duitse grens. Op zondagmiddag stonden mijn vader en ik langs de lijn van Sportclub Eibergen. De plaatselijke voetbaltrots.
Mijn vader had een ‘oortje’ in en iedereen dacht dat hij gehoorproblemen had. Totdat hij mij de juiste tussenstanden van alle eredivisieduels vertelde en de speaker die vervolgens herhaalde.
In de rust haalden we een warme worst bij dikke Jan Lenderink. Een man met een gezicht als een voetbal en een keiharde en vooral hoge stem. Die plat, en dus onverstaanbaar, Eibergs sprak. Het hoorde bij de traditie. Ik zette mijn tanden in de worst en voelde hoe het velletje knapte waarna wild rondspatterend vet een ongekende smaakexplosie veroorzaakte.
Het was De Warme Worst van Sportclub Eibergen. Een symbool van kracht, van onoverwinnelijkheid en heel soms van troost.
Sinds 1993 ben ik fan van de Rijnsburgse Boys. Een club die me aan vroeger, aan thuis, doet denken. Ik zocht er vergeefs naar een warme worst, maar vond een meer dan aantrekkelijk alternatief: het Balletje van De Piemer.
Daan van Egmond nam 59 jaar geleden niet alleen de snackbar van Leen van Egmond (alias: De Piemer) over, maar ook diens bijnaam. Daan ademde Rijnsburgse Boys. Hij was de uitvinder van het Balletje Met. Mosterd, mayonaise, pindasaus. Zelfs ananassaus. Na zijn overlijden in 2011 zette zijn zoon Nico de traditie voort.
Het Balletje van De Piemer is niet zomaar een gehaktbal. Het is een mengsel van in ieder geval gemalen vlees en fijne kruiden, samengesteld volgens een oud en geheim recept dat van vader op zoon is overgedragen. De eerste, ruwe vorm wordt gemaakt met een ijsschep. Daarna volgt een persoonlijke twist met de hand. Waardoor die unieke, ietwat platte vorm ontstaat.
Werden de ballen vroeger door Daans vrouw in grote pannen in de roomboter aangebraden, nu worden ze, met tientallen tegelijk, in een enorme oven klaargestoomd. Om daarna – het openbare geheim van De Piemer – de frituur in te gaan.
Dit maakt het Balletje van De Piemer lekker knapperig van buiten. En heerlijk zacht van binnen. Zet je tanden in het Balletje en al gauw is daar die typerende smaak die alle zintuigen doet juichen. Een sensatie die je vertelt: “Wij zijn de Uien. Wij gaan voor niemand uit de weg. Wij lopen voorop in de strijd”.
Het Balletje van De Piemer is dus letterlijk en figuurlijk een Balletje Met. Het geeft iets extra’s. Iets om de heldenmoed van de Rijnsburgers te benadrukken. Het is een blijvende, culinaire trofee in een steeds wisselend voetballandschap.
Ik vraag me af waar dat Balletje Met toch is gebleven. Ik vind het niet meer in de kantine en al evenmin in het Businesshome. Waar het toch hoort te zijn én te blijven.
De Rijnsburgse Boys are back in town.
Nu het Balletje Met van De Piemer nog.