Bram van Egmond

Column Bob Heeren: Rekenkampioen

Rekenkampioenen

Op zaterdag 2 mei 2009 sta ik langs het hoofdveld op de Middelmors. Een paar weken eerder is het eerste kampioen geworden. De erehaag van ballonnen die voor deze gelegenheid was opgetuigd staat er vandaag weer.

Geel-zwarte confetti spuit met een oorverdovende knal uit een kanon en bedekt de grasmat vrijwel geheel met papiersnippers. Ik zie fust met daarin boeketten chrysanten voor de verwachte kampioen.

Speaker Hans Oudwater introduceert de wedstrijd en leest de opstellingen voor. Mijn zoon spuugt in zijn keepershandschoenen. De noppen van zijn voetbalschoenen klikken op de stenen van de spelersgang onder de tribune, net als die van zijn teamgenoten van UDO C1 en van die van gastheer Rijnsburgse Boys C1.

De hymne van Rijnsburgse Boys klinkt.

Rijnsburgse Boys, zet hem op, want we willen wel met jullie naar de top.

De C1 van Rijnsburgse Boys heeft de top van de eerste klasse bereikt en wil daar graag blijven. Bij winst op UDO is het team kampioen.

De voetballers stellen zich in horizontale rij op en zwaaien naar het publiek. Ze schudden handen. Ze zijn gemiddeld veertien jaar oud en net als ik onder de indruk van de professionele entourage. Laat dat maar aan Rijnsburgers over.

De Uien starten overweldigend maar dan nemen de zenuwen het over. UDO heeft zich vorige week veilig gespeeld en voetbalt fris en vrolijk mee. Volgens de clubscheidsrechter en zijn kompaan aan de zijlijn waarschijnlijk zelfs iets te fris en te vrolijk. Want bij 2-1 voor Rijnsburg wordt de bevrijdende 3-1, die zelfs voor Rijnsburgse fans duidelijk buitenspel is, goedgekeurd. Waarna het duo iedere gevaarlijke bal naar voren van UDO wél voor buitenspel affluit.

Zoals gewoonlijk wind ik mij daarover op, misschien omdat ik er niets aan kan veranderen. Ik schrijf mijn partijdige observaties van mij af in een verslag dat in een van mijn bloemlezingen over de belevenissen van mijn zoon en zijn vrienden in het jeugdvoetbal terechtkomt.

De chrysanten worden uit het fust gehaald en zijn voor mijn feestvierende Rijnsburgse vrienden, die ik hun kampioenschap verder van harte gun. Een van hen is doelman Remco van den Bosch, die ik vooral ken via zijn ouders Marianne en Cees.

Bijna dertien jaar na het kampioenschap vertelt Remco me dat hij alle selectie-elftallen in Rijnsburg heeft doorlopen. Hij trainde zelfs met het eerste mee, maar koos voor speelminuten bij Valken ’68 om daar uiteindelijk zijn sportieve carrière af te sluiten.

Remco heeft het ondernemersbloed van zijn opa, een Rijnsburgse kweker. Net als zijn moeder is hij netjes, kan hij uitstekend organiseren en is geen probleem zo groot of hij lost het op.

Remco studeert accountancy maar is niet het type om zijn leven lang in dienst van een ander op kantoor te zitten. Hij gaat solo. Via zijn eigen bedrijf Bosch Consultancy leent hij zichzelf en andere specialisten uit aan bedrijven. Waar Remco en zijn nieuwe teamgenoten de stroom van het geld volgen en zelfs weten waar het voor het oprapen ligt.

Remco is specialist in subsidies.

Hij wil iets terugdoen voor de club die hem als keeper jarenlang in de watten heeft gelegd en hij stuurt een bericht naar de voorzitter, die net als Remco een rekenmeester is.

De voorzitter weet dat penningmeester Marcel Wolthaus na zeven intensieve jaren toe is aan aflossing. Daarna is een plus een heel gauw twee, een rekensom die je aan professionals wel kunt toevertrouwen.

Het is donderdagavond op de Middelmors en ik zit met Marcel en Remco aan de bestuurstafel in het businesshome. Er is verder niemand. Het eerste speelt een oefenwedstrijd tegen OFC en het bestuur van die club heeft kennelijk andere plannen. De rest van het Rijnsburgse bestuur gunt ons enige privacy.

Marcel komt in 2015 in beeld als penningmeester voor de toekomst. Het is de bedoeling dat hij samen met de zittende penningmeester Krijn van der Spijk rustig aan zijn nieuwe rol went. Maar dat loopt anders. Krijn moet plotseling stoppen en Marcel is dan al in het diepe gegooid.

Daar blijkt hij goed te kunnen zwemmen. Uitstekend zelfs. Hij reorganiseert meteen maar de hele administratie. Ordners, sigarenkistjes en contant geld verdwijnen. Alles gaat voortaan digitaal en zoveel mogelijk automatisch. Met een opslag in de cloud.

De Rijnsburgse Boys gaan weer eens niet alleen met hun tijd mee, maar zijn die ook opnieuw ver vooruit.  

Na zo’n zeven jaar intensieve arbeid staat er volgens Marcel een systeem waarmee niet valt te rommelen. Met een paar drukken op de knop heeft hij altijd en overal financieel overzicht. Met dank ook aan jarenlange trouwe krachten als Henk de Wolde, Richard Heemskerk en Wim Kuivenhoven voor het invoeren van data.

Marcel krijg je niet gauw gek. Als bestuurder werkt hij graag in de luwte. Een rondje om het veld tijdens een wedstrijd van het eerste. Beetje praten met de vrijwilligers. Dat doet hij het liefst.

Maar toch. Zelfs Marcel merkt dat zijn onverstoorbare evenwicht wat uit balans raakt als hij het met zijn ‘andere werk’ steeds drukker krijgt. Dus komt de vraag van Remco aan de voorzitter of die misschien een ‘klusje’ voor hem heeft als geroepen. Remco wordt in 2021 naast Marcel penningmeester van de club.

Totdat Marcel als bestuurder vertrekt werken ze samen. Ze blijken uitstekend met elkaar te klikken, iets wat ik wel vaker zie bij financiële professionals. Ze spreken eenzelfde taal en ze hoeven (anders dan advocaten) niet zo gauw gelijk te krijgen.

Ook al is de financiële administratie van de vereniging goed en modern ingericht, het kan volgens de heren altijd nog mooier, beter, completer en sneller. Met Power BI (Business Intelligence) bijvoorbeeld. Intelligente software. Remco zegt dat hij daarin een management dashboard kan bouwen waarop je in real time ziet wat er op de balans en in de winst- en verliesrekening van de club gebeurt als bijvoorbeeld iemand in de kantine een broodje bal afrekent. En het systeem dan vast ook automatisch een bestelling voor nieuw gehakt en kadetjes zal plaatsen.

“Niet te lang praten hoor, dat kost je geld met zo’n dure advocaat.”

Technisch manager Gert Paauw loopt langs en geeft mijn gesprekspartners ongevraagd advies. Misschien kan ik Gert ooit met Power BI laten zien dat het met die kosten wel meevalt als je ziet wat je ervoor terugkrijgt.

Er klinkt gejuich op de tribune. Speaker Hans Oudwater kondigt de 1-0 voor Rijnsburg aan. Tijd om zelf ook te gaan kijken. Toch kan ik mijn gedachten niet goed bij de wedstrijd houden.

Ik mijmer over 2009. Achteraf gezien een historisch jaar. Want het was de laatste keer dat het eerste kampioen werd. En de keeper die toen met de C1 het kampioenschap vierde, bewaakt nu het financiële doel van de hele vereniging. Met hulp van slimme software die nieuwe invulling geeft aan het gezegde dat meten weten is.

Zou Power BI ook kunnen voorspellen wanneer het eerste weer eens kampioen wordt?