Bob Heeren

Column Bob Heeren: Dani, Dani

Dani, Dani

Ach, de jaren ’70!  Ik sta met de jongens aan de ene kant van de grote dorpszaal in Eibergen, een dorp in de Achterhoek, dicht bij de Duitse grens. Aan de andere kant staan de meisjes.

Een dansleraar is uit Winterswijk gekomen en draait singletjes op een platenspeler uit een koffer die hij met twee boxen op het toneel heeft gezet.

We leren de quickstep op de nummer 1 hit van dat moment. Ik ben stilletjes verliefd op Deborah Harry, de sensuele zangeres van de popgroep Blondie.

Oh Denis, ooh-be-do

I’m in love with you

In de pauze praat ik met mijn vrienden over voetbal. De meesten zijn voor FC Twente. Een paar zijn fans van Ajax of Feyenoord. Ik besluit voor PSV te zijn omdat ik ook als tiener al graag anders denk. Het is een rationele keuze die in ruim veertig jaar naar mijn hart is gezakt.

Mijn zoon is gelukkig ook fan van PSV, maar vandaag heeft hij het te druk met zijn werk. Dus rijd ik alleen naar de Herdgang, het trainingswalhalla van onze club.

Ik kijk mijn ogen uit terwijl ik wacht. De reservedoelman van PSV parkeert zijn glimmende Bentley naast mijn Skoda. Andere spelers komen aan met een SUV van BMW. Ouders en kinderen gaan met hen op de foto. Ik kijk gefascineerd toe, maar zonder selfie met mijn idolen.

Dan arriveert Dani van der Moot, 24 jaar oud. Spits van mijn andere favoriete club, Rijnsburgse Boys. Hij loopt stage bij PSV, als jeugdtrainer. Dani is geboren en getogen in Zaandam.

Ik vraag hem of hij zijn auto niet liever naast die van de spelers van het eerste van PSV had willen zetten.

Hij zegt dat het is zoals het is. Een nuchtere Zaankanter dus, al vraag ik me af of dat niet meer woorden voor hetzelfde begrip zijn.

Als Dani vier jaar oud is vraagt zijn oma hem wat hij wil worden. Dat vindt Dani een tamelijk domme vraag.

“Voetballer natuurlijk, oma.”

Dani houdt woord. Hij staat in de spits van de Hellas Sport Combinatie uit Zaandam, dan nog een begrip in de regio. Hij scoort makkelijk. De scouts van Volendam halen hem op. Maar er zijn kapers op de kust, ook al is Dani nog maar een E-pupil.

AZ vraagt hem in de winter om het volgende seizoen naar Alkmaar te komen. Dani ziet die overstap wel zitten. Bij Volendam zijn ze niet blij en zetten ze Dani de rest van de voetbaljaargang op de bank, ook al is hij dan nog maar elf jaar oud.

Welkom bij de wetten van het topvoetbal.

De jeugdtrainers van AZ zijn ambitieus. Ze behalen maximale resultaten met minder budget dan bij de grotere topclubs. Zo letten ze op actiontype, karakterontwikkeling en mentale belasting. Voetbal en wetenschap hebben elkaar gevonden.

Dani voelt zich thuis. Hij speelt te midden van vrienden. Hij is een diepe spits die kan voetballen. In voetbaljargon: geen echte negen maar een mix tussen een negen en een tien.

Als Dani vijftien is kan hij kiezen uit een rijtje clubs waar iedere jonge speler van droomt. Ajax, Liverpool en PSV.

Dani kiest met zijn hoofd.

In Amsterdam hebben ze het vooral over Ajax. Bij Liverpool is het mooi maar misschien wel iets te indrukwekkend. PSV heeft vooral aandacht voor Dani. De staf weet wat hij goed kan en waarin hij kan verbeteren.

Dani doet het twee jaar geweldig in Brabant. Als hij daar gaat wonen en de havo afmaakt, loopt het opeens anders. Hij raakt geblesseerd. De trainers die hem haalden vertrekken. En, nog belangrijker: hij voelt zich er niet thuis.

‘Jij bent niet van hier’, hoort hij in de supermarkt. Dat soort dingen.

Toch duurt het even voor ze bij PSV ontdekken wat er echt met hun talent aan de hand is. Aan zijn gezicht zie je namelijk niet wat er vanbinnen allemaal gebeurt. En dat blijkt best veel te zijn.

Dani gaat nadenken, piekeren zelfs. Hij traint op wilskracht. Hij forceert en is opeens bang om fouten te maken. Dani raakt zichzelf kwijt: wie hij is, wat hij wil en waar hij voor staat. PSV schakelt een mental coach in. Maar het is te laat om hem voor de club te behouden.

Dan blijkt die crisis de opmaat voor een groeisprong te zijn. 

Dani leert van de mental coach hoe hij zijn emoties en gedachten onder woorden kan brengen. Hij vindt de weg terug naar binnen. En naar buiten.

Hij meldt zich bij Jong Volendam dat prompt kampioen wordt in de Derde Divisie. Een swingende ploeg waarin Dani in 15 wedstrijden 21 keer scoort. Puur op intuïtie.

Dani denkt dat het niet anders kan dat hij een contract krijgt voor het nieuwe seizoen bij Volendam waarin hij misschien ook het eerste kan halen. Maar er komt een andere trainer en Volendam laat niets meer van zich horen.

Ondertussen staat Rijnsburgse Boys voor de derde keer op de stoep.

Dani neemt zijn broer als extra paar oren en ogen mee naar het Brugrestaurant over de A4. Ze kijken en luisteren een tijdje naar commercieel manager Gerrit Paauw en trainer Henk Wisman die samen veel voetballers blijken te kennen en daarover prachtige verhalen kunnen vertellen.

Dan schraapt de broer van Dani zijn keel en schrijft Gerrit op een bierviltje wat Dani bij de Uien kan gaan verdienen. Dani knikt. Hij vertrouwt voortaan op zijn onderbuik. Ook zijn broer ziet dat het goed is.

Zo komt Dani in een hele nieuwe wereld terecht. Ambitieus maar ook meer ontspannen. Vooral na de wedstrijd, als sommige spelers een sigaret roken en een biertje drinken. Ondenkbaar bij de jeugd van AZ of PSV. Hier is het iets wat erbij hoort. En wat aan de prestaties niets afdoet.

Dani kijkt zijn ogen uit naar de ontelbare vrijwilligers die alles doen voor hun club. Het raakt hem als hij tranen in de ogen van supporters ziet na een gewonnen thuiswedstrijd tegen Quick Boys.

Dani verlegt zijn koers en onderzoekt of hij trainer wil worden. PSV wil hem graag terugzien als stagiair in de jeugdopleiding. Wie beter dan Dani kan aan jonge talenten uitleggen wat je vooral mentaal tegenkomt als je als voetballer wil slagen?

Ik zit met Dani op de tribune van de Herdgang en luister ademloos naar wat hij over het opleiden van jonge spelers vertelt.

“Je moet coachen op wat iemand al goed kan. Als je goed kunt schieten, hoe heerlijk is het dan om dat nog beter te kunnen? Dan komt de rest vanzelf. Bij de jongens onder dertien wordt alleen benoemd wat ze goed doen. Dat is zo belangrijk. Geef een voetballer vertrouwen. En complimenten. Laat een voetballer fouten maken. Als je bij onder achttien komt gaat het opeens om ‘fouten die je op dit niveau niet meer mag maken’. Mij zul je dat niet horen zeggen. Je moet van voetballers geen machines maken. Je moet ze vooral helpen om te gaan met mentale druk. Geef ze ook ontspanning en laat ze relativeren.”

Dani en ik merken nauwelijks dat Ernest Faber, oud-speler en trainer van PSV en tegenwoordig hoofd van de jeugdopleiding is aan komen lopen. Ernest omhelst Dani. Als hij hoort waarvoor ik naar Eindhoven ben gekomen, adviseert hij mij op te schrijven dat Dani een geweldige trainer wordt.

Daar kan ik me alles bij voorstellen. Ik zie aan het gezicht van Dani niet of hij Ernest gelooft, maar hoop dat hij dat vanbinnen wel degelijk doet.

Stiekem hoop ik voor mezelf en voor alle andere fans van de Rijnsburgse Boys dat er geen andere club meer komt die hem de kans geeft zijn doelpunten op een nog hoger niveau te scoren. Zodat hij nog heel lang op de Middelmors blijft. En hij in alle rust de wijsheid die het leven hem heeft geleerd als trainer kan doorgeven.

Ik stel vast dat Dani heeft geleerd om mee te bewegen met de stroom van het leven, ook toen die stroom hem een andere kant opdreef dan hij wilde gaan.

Ik zeg tegen Dani dat hij zich dus in zijn nog jonge leven enorm heeft ontwikkeld.

Hij antwoordt dat het dan net klinkt alsof je iets eerst niet kan en dan wel omdat je dat hebt aangeleerd. In plaats van dat opeens zichtbaar wordt wat er altijd al is geweest.

Dani van der Moot, 24 jaar oud uit Zaandam toont mij op een herfstachtige woensdagmiddag op De Herdgang een nieuwe kijk op het leven. Wie in staat is om innerlijke obstakels uit de weg te ruimen blijkt over alle talenten te beschikken die nodig zijn in dit leven.

Het lijkt een cliché, maar het klopt. Dani zal altijd blijven scoren. Is het niet meer op het veld dan wel daarnaast. Of waar hij ook in contact met mensen mag komen.

Hij durft anders te denken dus is hij voor mij simply the best.

Ik droom even weg en zie het voor me.

Dani, trainer van ons PSV. 

Ik doe een dansje.