Bob Heeren

Column Bob Heeren: Als groen de baas is

Van jongs af aan wil ik bij de radio of de televisie. Lekker praten met en tegen mensen en af en toe een liedje zingen.

Het komt er niet van. Ik ga studeren en vind een baan als advocaat op een kantoor waar ik na 36 jaar nog steeds werk. Dat klinkt saai, maar zo voelt het niet en zo is het ook niet in de praktijk. Zeker niet omdat ik van tijd tot tijd de kans grijp om mijn jongensdroom te leven.

Zoals wat jaren geleden in de Keizerzaal van Huis ter Duin, tijdens de finale van De Sterkste Schakel, een wedstrijd in klantvriendelijkheid voor ondernemers. Ik zing een duet met de dochter van goede vrienden. Ze zit op het conservatorium en heeft een mooie, geschoolde stem. Die van mij is gevormd in de praktijk en door zanglessen van vroeger.

Onze chemie is voelbaar in ‘Little Green Apples’. Kern van dat lied: als alles wat zij voor hem doet geen liefde mag heten, dan heeft God geen kleine groene appeltjes gemaakt.

Ik kijk op mijn horloge. Tijd voor mijn afspraak in het hoofdkantoor van WBE in Honselersdijk. WBE staat voor Westland Bloemen Export. Een misleidende naam, want WBE is een groothandel in groen en marktleider. WBE maakt deel uit van het bloemen- en plantenimperium van directeur Peter Baak, die ook mede-eigenaar is.

Ik zit met Peter en financieel directeur Cees-Jan Roos in de met input van het personeel fraai ingerichte directiekamer.

In 2027 zal de naam van WBE twintig jaar aaneengesloten op de shirts van de Uien hebben gestaan. Twintig jaar!

Ik vraag Peter hoe dat zo is gekomen.

“Mijn schoonvader Jaap Beets en zijn vrouw Ineke zijn hier in Honselersdijk met WBE begonnen. Via Gerard en Bram Haasbroek, toen aandeelhouders, kwamen ze ook in Rijnsburg terecht. Daar deed en doet WBE heel veel handel.”

Jaap was een enorme voetbalfan en met de Rijnsburgse Boys was het liefde op het eerste gezicht. In de jaren negentig kon de club geen nieuwe hoofdsponsor vinden. Jaap bood aan om dat met WBE te worden tot voorzitter Cees Driebergen een andere had gevonden.”

Die belofte is kennelijk wat uit de hand gelopen. Maar er blijkt ook een diepere gedachte te zitten achter de verbintenis tussen de Uien en WBE.

“Het wordt in Rijnsburg enorm gewaardeerd dat we dit doen. Veel van onze klanten denken er zelfs niet aan om te kijken naar de prijzen van anderen. Het is wat je noemt wederzijdse trouw. Het bestuur van de club wees een concurrent van ons als hoofdsponsor af toen die tussentijds meer geld bood.”

Als hoofdsponsor heeft WBE een eigen vaste parkeerplaats, naast die van de scheidsrechter. Peter maakt daar niet of nauwelijks gebruik van. Hij gaat af en toe naar de Middelmors en het liefste naar zijn cluppie MVV ’27 in thuishaven Maasland, waar zijn zoon én schoonzoon inmiddels deel uitmaken van de selectie.

Maasland lijkt volgens Peter op Het Gooi, maar dan in Zuid-Holland. Het dorp wordt door de A20 van Maassluis gescheiden, waar competitiegenoot van de Uien Excelsior speelt.

Peter en zijn vrouw Jacqueline zaten samen op de middelbare hotelschool in Tilburg. Peter kreeg een baan als food and beverage manager bij hotel Schiller Crest in Amsterdam. Jacqueline ging haar ouders helpen in het toen al snelgroeiende familiebedrijf.

Peter ging in dienst en gaf leiding aan de keukenbrigade die voor lunch en diner zorgde in de officiersmess. Toen hij op de keukenvloer uitgleed en zijn schouder in puin lag, snapte een dienstplichtige fysiotherapeut wat Peter werkelijk wilde. Hij werd afgekeurd en ging bij zijn schoonouders werken.

Ook al had hij meer verstand van horeca, dat leek hem toch niet moeilijk. “Of ik nou brood, vlees en drank moet in- en verkopen of groen, dat maakt eigenlijk niet uit.”

Peter klinkt soms wat onverschillig, maar hij lijkt me stiekem een perfectionist. Hij wilde het hele bedrijf ontdekken en begon in de box. Daar leerde hij de talloze groenproducten van WBE kennen. Zoals zijn absolute favoriet Salal. Frisgroen appeltjesblad dat alleen in de staat Washington, in Oregon en in British Colombia, Canada groeit en af en toe in Ierland. Salal is lang houdbaar, heeft een gigantisch volume en past in elk boeket.

Cees-Jan Roos mengt zich in de discussie. “Het is elke keer een mooi spel om Salal met de trein en boot naar hier te krijgen en er marge op te maken. Je moet heel wat van dat appeltjesblad verkopen om er echt wat aan over te houden.”

In alle landen waarmee WBE handelt is het bedrijf ook maatschappelijk betrokken, onder meer door weeshuizen en scholen te ondersteunen. “Als het ons goed gaat, moet het anderen ook goedgaan,” zegt Peter. “Het is echt zo dat delen vermenigvuldigen is. WBE staat midden in het leven. We zijn maatschappelijk betrokken en zoeken de doelen die dicht bij onszelf staan om te helpen.”

Zo liet Peter de Rijnsburgse Boys een aantal jaren geleden in speciale shirts van de Sunday Foundation van Sander de Kramer spelen. De Kramer wist en weet talloze kindarbeiders uit de mijnen van Sierra Leone te bevrijden.

Peter had zich nog maar nauwelijks ‘ingegeten’ in alle ins en outs van WBE of het noodlot zorgde ervoor dat hij écht aan de bak moest. Schoonvader Jaap kreeg een tweede en nu zware hartaanval. Peter zat aan zijn ziekenhuisbed om te praten over het indelen van containers en het berekenen van kostprijzen.

Dat deed Jaap nog met pen, papier en calculator. Met hulp van Jacqueline ontdekte Peter Excel, waardoor het bedrijfsproces versnelde. Een voordeel bij een nadeel, al stonden Peter en Jacqueline opnieuw een grote tegenslag te wachten. Jaap en Ineke stierven, kort na elkaar, aan de ziekte met de K, die helaas zo vaak en zo onterecht als scheldwoord wordt gebruikt. Ook rond het voetbalveld.

De vergankelijkheid zorgde niet voor verval in het bedrijf.

“WBE voelt als een echte familie,” zegt Peter. “We hebben veel personeel met meer dan twintig dienstjaren en er is nauwelijks verloop. En we vieren elk jubileum.”

Als er wat te vieren valt, kriebelt bij Peter en Jacqueline het hotelschoolverleden. Wie 12,5 jaar in dienst is, krijgt een thema-avond. Een Oktoberfeest of een jaren ’80 feest. Bij 25 jaar heeft de jubilaris zelf ook inspraak. Jacqueline en Peter zetten de lijnen uit, regelen de catering en de artiesten. En niet de minste. Glennis Grace, Trijntje Oosterhuis en Frans Duijts zijn al eens in Honselersdijk geweest. Tijdens het laatste feest trad zelfs Ken Laszlo op.

Ken Laszlo?

Peter vraagt of ik Ken dan niet ken.

Ik kijk het na en jawel, Ken is nog steeds alive and kicking. Hij is bijna 70 jaar oud en zingt Italo disco. In het Engels, dat dan weer wel, al zullen de echte fans daar niet om malen en het trouwe personeel van WBE al helemaal niet. Als er een feestje is komen zij namelijk graag vanuit alle windstreken naar de dan onherkenbaar versierde box in Honselersdijk.

“Onze mensen zijn de sleutel van het succes van WBE. In de loop van de tijd hebben vele concurrenten WBE vervloekt, maar we zijn er nog. En dat zal zo blijven.”

Peter leidt met Jacqueline een tevreden leven. Al houdt de ziekte die Jaap en Ineke te vroeg uit de tijd nam hen ook nu bezig in de zorg voor dierbaren om hen heen. 

Ik weet hoe het is als iemand waar je van houdt aan die ziekte lijdt.

Mijn toenmalige echtgenote moet hebben geweten dat ze niet lang meer zou leven. Toch stond ze erop dat een hovenier overal nieuw groen in onze achtertuin plantte. Waaronder: een boom met kleine groene appeltjes.

Ik heb me altijd afgevraagd waarom ze dat toen zo graag wilde. Nu snap ik opeens waarom.

Groen is de basis. Groen is hoop. Groen is adem. Groen is de belofte van altijd weer nieuw leven. Waar geen enkele ziekte ooit tegenop kan.

Zo zeker als dat God Salal maakte.