Bram van Egmond

Column Bob Heeren: “De koek is nog lang niet op”

De koek is nog lang niet op

Het centrum van Rijnsburg ligt op de hoek van de Brouwerstraat en de Korte Voorhouterweg. Ik kijk naar het pand waarin ooit vader en moeder Van Tilburg werkten én woonden. Met hun zes kinderen én een huishoudster. Het brood is hen hier met de paplepel ingegoten. Broodpap, waarschijnlijk.

In het dorp waar ik opgroeide stond op de vroege zaterdag al een rij op straat voor de warme bakker. Want fabrieksbrood (zoals het dwarsgebakken BUMS of TARVO), dat aten we liever niet.
Hier in Rijnsburg is het nog steeds niet anders. Elke zaterdag gaan er zeshonderd broden over de toonbank, die op de late vrijdagavond worden gebakken. Dat gebeurt in de kleine, efficiënt ingerichte bakkerij die pal achter de winkel ligt.
Het meel komt uit twee enorme silo’s die op zolder zijn geïnstalleerd. Eens per maand rijdt een tankwagen voor om ze via buizen in het dak bij te vullen. Er is een silo voor bruinbrood en een voor witbrood. Lekker duidelijk. Want de Rijnsburger houdt niet van gekkigheid. Het brood moet alleen ‘wel goed zijn’.
En dat is het bij de Gebroeders Van Tilburg. Waar ze bakken met gevoel. Zes dagen per week. Al 75 jaar lang.
Opa Van Tilburg begon in 1945 voor zichzelf. Toen hij in 1980 overleed namen zijn zoons Wim en Hans de leiding over. Na de plotselinge dood van Wim kwam de zoon van Hans, Johan, in de zaak die hij nu runt. En doen zijn ouders en beide zussen (de een werkt bij de bank en de ander staat voor de klas) gewoon mee als dat nodig is.
Vader Hans begon jarenlang om twee uur ’s ochtends met werken. Nu dat niet meer hoeft slaapt hij tot vijf uur uit en gaat hij vaste klanten op de veiling van brood voorzien.
De winkel is dan al open. Voor zeven uur kopen tientallen klanten daar al hun dagelijks brood. Vele wegen in en uit Rijnsburg leiden dus via Van Tilburg. Ook te vinden in winkelcentrum De Hoftuin, waar je vanaf zeven uur terecht kunt.
Ik ontdek een gebakje dat iets weg heeft van een baksteen. Ik heb het mis. Het lijkt op turf en zo heet het ook. Gemaakt van de zoete resten van zelfgemaakte koeken en gebak met een roze glazuurlaag. Zo is duurzaamheid ook gewoon lekker.

Maar wereldberoemd in Rijnsburg is Van Tilburg toch wel door haar rumstol. Alleen te koop voor Kerstmis en Pasen. Een geheim recept, van vader op zoon doorgegeven. Ze maken er duizenden, ieder jaar. Met hand en hart. Het plat slaan van het deeg en het op de juiste wijze inleggen van de spijs is Fingerspitzengefühl. Net zoals ze het voelen wanneer de stol perfect gaar is. Burgers, boeren en buitenlui en zelfs vertegenwoordigers van bakproducten staan ervoor in de rij. Bloemenexporteurs verspreiden de stol tot ver over de landsgrenzen.
De relatie tussen de Gebroeders en de Rijnsburgse Boys is al zestig jaar innig en vanzelfsprekend. Op de Middelmors eten de bezoekers vertrouwde broodjes en koek van Van Tilburg. Of die kenmerkende vierkante slagroomtaart.
Voor Hans en Johan begint het weekend met de wedstrijd van de Uien. Al jarenlang lenen ze met Pasen hun bedrijfsnaam aan een groots voetbaltoernooi voor de jeugd. En krijgen duizend voetballertjes een goodiebag met daarin een kadetje en een krentenbol van bekende makelij.
Het zijn geen prijsvechters, de Van Tilburgjes. Uit principe doen ze geen concessie aan de kwaliteit van hun spullen.

Neem de gevulde koek. Naast het broodje bal een standaardsnack voor iedere voetbalfan. Ik krijg er een gebaksdoos vol van mee van Johan. Voor morgen op kantoor. Mijn vrouw en ik nemen ’s avonds een voorproefje, bij de koffie. Als de koek op is slaken we bijna gelijktijdig een zucht. We glimlachen naar elkaar. Woorden zijn overbodig.
Voordat ik met de gebaksdoos vertrek vraag ik Johan of er al zicht is op een vierde generatie Van Tilburg. Dat is er nog niet. Maar zicht op het einde van deze echte warme bakker evenmin.
Die boodschap slik ik meteen.
Als zoete koek.