Bram van Egmond

Column Bob Heeren: De HKR van binnen(uit).


De HKR van binnen(uit).
Vrijdagmiddag 17.00 uur. Ergens in Frederiksoord, Rijnsburg. Een open keuken met daarin een grote witte tafel. Ik ontmoet een harde kern van de HKR, een serieuze organisatie van supporters van de Rijnsburgse Boys.
Evert is de gastheer. Er wordt veel en soms door elkaar heen gesproken. Een hond springt tegen me op. De televisie staat aan. Ik hoor Hazes. Kinderen van allerlei leeftijden bemoeien zich met de conversatie. Er zijn borrelnoten, knakworstjes, grillworst, spek en chips. En uiteraard bier.

Yvon, de vrouw van Evert, staat bij het gasfornuis. Ze smelt boter in grote braadpannen. Op het aanrecht ligt een enorme berg gemalen vlees. Hulpvaardige handen draaien gehaktballen en Yvon bakt ze bruin. Voor morgen. Voor op klassieke witte bolletjes. Voor in de bus, onderweg naar Spakenburg uit.
De Harde Kern werd een paar weken geleden landelijk nieuws toen stripper Foxy haar weelderige vormen in puur natuur aan spelers en publiek toonde. Met de vlag van de HKR als cape om haar schouders geslagen.
‘Een protest tegen de KNVB, die de mogelijkheden om sfeer te maken uitkleedt.’
Joop Janssen praat. Hij is de voornaamste spreekbuis van de HKR. Hij komt uit Duiven, bij Arnhem. Vandaar zijn ietwat zuidelijke accent. Joop is door zijn ‘vrouwtje’ inmiddels een echte Ui geworden. Hij heeft thuis een kast vol geel-zwarte kleding.
De HKR heeft voor morgen twee bussen geregeld. Een dubbeldekker en een gewone bus. Er gaan 140 supporters mee naar Spakenburg. Voor de wedstrijd tegen ‘De Blauwen’.
Dat gaat niet zomaar. De kernleden appen door de week wat af. Vanmiddag hebben ze hard gewerkt om de reis van morgen goed te laten verlopen. Nu zetten ze – met een drankje en een hapje – alles nog een keer op een rij.
Voldoende drank voor in de bus. Vlaggen. Een grote trommel. Shooters met vers gevulde confetti. Vuurwerk. Dat laatste alleen voor onderweg. En onder toezicht. Want in het stadion mag niets meer van de KNVB. En je moet ook op de veiligheid letten.
Alle leden van de HKR betalen een tientje per maand. Daar krijgen ze de nodige sfeeracties voor terug. En soms wat te eten en te drinken. De club doet een duit in het zakje. En soms is er een sponsor die spontaan wat bijlapt. In zo’n geval komen de flappen rechtstreeks uit de broekzak. Boter bij de vis. En altijd anoniem. Zoals dat gaat in Rijnsburg. Je hebt wat over voor een ander en daar loop je niet mee te koop.
Het is zaterdagmiddag kwart over 12.
Ik heb mijn geel-zwarte sjaal omgedaan, draag een spijkerbroek en een nonchalant regenjack. Toch merk ik dat iedereen ziet dat ik slechts op bezoek ben bij de HKR. Maar niemand laat dat echt blijken.
Ich bin ein HKR’er.

Achter de kantine op de Middelmors is een speelplaatsje. Daar drinken nu al tientallen jongeren bier uit kannen. Uit een box komt harde en vrolijke muziek. Ik zie Joop. Hij heeft zijn geel-zwarte ‘bijenpak’ aan. Een soort carnavalshemd. Daar zoemt hij – letterlijk en figuurlijk – in rond.
Ook de andere mannen van de HKR van gisteren duiken op. Ze zullen me gedurende de middag regelmatig vragen of ik het naar mijn zin heb. Zo houden ze alles en iedereen in de gaten. Onopvallend. Als deel van de groep maar met overzicht en overwicht.
Het wordt drukker. Er worden handen geschud. ‘Hoe is het vriend?’ ‘Goeoeoeoeoed’. ‘Suuuper’. Dan vertrekt een stoet van fans naar de bussen van Beuk.
Mijn bus wordt gereden door Martin den Haan. Oud-eerste-elftalspeler van Rijnsburg 1 en nu touringcarchauffeur. Speciaal belast met het rijden van de supporters naar Ui(t)wedstrijden.

Joop appt de songtekst van een HKR-lied waarin Martin voorkomt:
Om drie uur ‘s nachts dan staan wij op
Door naar de veiling, want de koffie is daar top
En zaterdag staan we hier
En dan drinken we de hele middag bier
Olé olé olé olé
Martin den Haan, die rijdt ons rond
We blijven feesten tot de morgenstond
Hij werkt bij Beuk en niet bij Porsche
‘t Is een legende van de Middelmors
Olé olé olé olé
Wij gaan nu staan voor Rijnsburg 1
Onze strijders vastberaden en gemeen
Wij zijn erbij, dichtbij of ver
Wij zijn de boys van de HKR
Olé olé olé olé
(verplicht springen)
Zodra Martin de motor start, bewaakt en verkoopt Joop (die voorin is gaan zitten) de meegenomen drankjes. De bescheiden winst spekt de clubkas van de HKR. Zodat daaruit weer voor sfeer kan worden gezorgd.
Uiteraard komt Joop ook langs met de bolletjes bal van Yvon. Plastic flessen mayo en mosterd worden kameraadschappelijk doorgegeven.

Op een parkeerplaats op de A1 is het tijd om de blaas te ledigen. En om vuurwerk en rookpotten af te steken. De fans zingen. ‘Wij zijn de jongens van de HKR.’
Op sportpark De Westmaat in Spakenburg staan twee prachtige stadions naast elkaar. Links De Rooien van IJsselmeervogels, rechts onze bestemming: het thuishonk van De Blauwen van Spakenburg.
De Rijnsburgse fans kopen een kaartje en haasten zich naar de Kraplap. Een Rijnsburgse stamkroeg in Spakenburg. Waar Ernst geel-zwarte bloemen voor de serveersters heeft laten bezorgen. Zij zorgen voor meer bier.
Vlak voor half vier arriveert een sliert Rijnsburgse fans met fakkels bij het stadion.
Meet the HKR.
Het ui(t)vak is achter het doel. De vlaggen zijn opgehangen. Joop houdt er een in zijn handen die hij ritmisch op en neer beweegt. Hij lijkt er een dansje bij te maken. Een steeds wisselende trommelaar bepaalt het tempo van de liedjes en de leuzen.
Ik denk aan die keer dat ik met mijn zoon in het inmiddels afgebroken White Heart Lane was. De thuishaven van de Spurs in een multicultiwijk in Londen. Waar de fans 90 minuten lang hoorbaar aanwezig waren.

Zoiets gebeurt hier in Spakenburg ook. Door toedoen van uitsluitend de HKR. Zelfs als Rijnsburg 1 er in de eerste helft vrijwel niets van bakt en een aanvaller van Spakenburg al na zes minuten nota bene vlak voor onze neus de 1-0 in de touwen prikt.
De HKR zingt onverstoorbaar door. ‘Alle blauwen zijn rohood’, versta ik. Het blijkt uiteindelijk om niet-heteroseksuelen te gaan. Ach ja, voetbalhumor.
Terwijl Rijnsburg 1 met kunst-en-vliegwerk overeind blijft, houdt de HKR de moed er luidruchtig in. In het stadion is het verder opmerkelijk rustig. Ik vermoed dat het onafgebroken geluid van de HKR Rijnsburg 1 over het spreekwoordelijke dode punt heen helpt.

Ook de scheidsrechter helpt de Uien een handje. Wesley Goeman benut een makkelijk gegeven penalty (1-1). De HKR is door het dolle heen. Goeman is hun held. Hij voelt als een van hen.
In de rust maak ik een voorlopige balans op. Het is lang geleden dat ik zo puur van voetbal en alles daarom heen heb genoten. Lekker staan. Achter het doel in plaats van veilig van opzij op een zitplaats op de tribune. Een beetje stampen met de voeten om de optrekkende kou tegen te gaan. Koffie en een gevulde koek. Een beetje meezingen. En vooral hard roepen en juichen (al kan dat op een tribune ook).
Rijnsburg 1 speelt in de tweede helft naar de HKR toe en krijgt veel kansen, die er allemaal net niet ingaan. Gelukkig vindt ook Spakenburg het net niet meer. Het blijft 1-1.

De spelers van Rijnsburg 1 lopen en klappen in de richting van de HKR. Zoals je op televisie ziet, met hun handen in de richting van hun hoofd. Daarna verdwijnen ze naar de kleedkamers.
Wesley Goeman haalt de achterlijn en laat zich knuffelen. ‘Wesley moet blijven’, zingt het legioen.
In de bus komt een tevreden Joop naast me zitten. ‘We hebben een mooi bedrag opgehaald’, zegt hij. Gerben heeft bij de HKR gecollecteerd voor een ernstig ziek jongetje uit Millwall. Gerben gaat vaak in het weekend even heen en weer om die ploeg uit een arme volkswijk uit Londen te zien spelen. Er is zelfs officieel friendship tussen de HKR en de fans van Millwall gesloten. Binnenkort zal Gerben de Rijnsburgse knakies overhandigen. Hij weet nu al dat dit tot emotionele en dankbare reacties zal leiden. ‘Hollanders die speciaal naar Millwall toekomen. Unbelievable.’
De telefoon van Joop gaat. Hij loopt even weg om beter te kunnen luisteren. Dan zie ik dat hij even ongelovig naar het schermpje van zijn smartphone kijkt. Hij vraagt de aandacht van de bus.
‘Onze voorzitter Ad Hendriksen belde net’, zegt Joop plechtig. ‘We krijgen een GROOT compliment van het bestuur van Spakenburg. Zoals de HKR doet, zo moet je je club bijstaan.’
Ik hoor wat gemompel om me heen. Er worden restjes bier en baco weggedronken. Martin stopt op de parkeerplaats bij het brugrestaurant op de A4, alleen voor de hoge nood. In Rijnsburg laat hij op verzoek wat fans bij het Valkje uitstappen. Daar is het bier vanavond extra goedkoop.
Joop kijkt me indringend aan. Zijn tongval is nog zuidelijker dan normaal.
‘Ik heb er gewoon kippenvel van. Van dat compliment van het bestuur van Spakenburg. Kippenvel, ja. Toch ben ik ook blij dat het weer afgelopen is. Dat het goed is gegaan. Want het is wel een hele verantwoordelijkheid. Daar zijn we met z’n vijven de hele dag mee bezig. De hele week eigenlijk al. Dat we ervoor zorgen dat er geen rottigheid komt, maar alleen sfeer. Goede sfeer. Kijk, die naam hé, HKR. Die blijft gewoon bestaan. Die is er. De Harde Kern is een begrip. Maar dan hou je toch dat mensen denken dat je hard bent.’
Joop kijkt peinzend voor zich uit. En ineens weet ik wat hij echt bedoelt.
De kern is hart.