Nico Glasbergen

Column Nico Glasbergen: De boot op, maar alsjeblieft niet in

Het voordeel van een bepaalde leeftijd bereiken, is dat je zo vreselijk veel leuke herinneringen hebt. Er komen mindere bij, maar als je mazzel hebt, wordt het contingent leuke herinneringen soms per dag leuker. Moet je geen geheugenverlies gaan krijgen natuurlijk, maar als die celletjes bovenin blijven werken, dan wordt het een gratis feest der memorie. Er borrelden weer een berg herinneringen op na het lezen van de berichten over de bootreis van de HKR naar AFC. Vroeger werd er niet met een boot naar een uitwedstrijd gevaren. Er werd eigenlijk vooral gereden, per eigen auto. Dat is wel erg des Rijnsburgs. De busreizen vliegen je bij andere clubs om de oren, maar een Ui zit liever zelf achter het stuur. Tenminste, dat was heel erg lang zo. Alhoewel, omdat mijn herinnering terug gaat naar het begin van de jaren tachtig, weet ik wel dat er toen ook nog wel eens met een bus werd gereden.
Toen had je nogal eens één bus met de spelers, inclusief Teun de Kluijver, en één bus met supporters. Een groot bord achterin de bus gaf dat ook aan: ‘supportersbus Rijnsburgse Boys’. De reisjes gingen toen naar clubs die sommigen allang vergeten zijn: DTS ’35, Bennekom, SSS of Nieuw-Lekkerland, om er maar een paar te noemen. En meer dan een berg opgeschoten jongens met wat ouders of begeleiding was het vaak niet. Eerlijk gezegd vond ik het in thuiswedstrijden leuker. Het legendarische éénbenige duo Houten Klaas & Okke Hoekstra was als kind al een vermaak op zich. Houten Klaas kwam dan aan scheuren met zijn bromkar, bij voorkeur plankgas. Zou Klaas wel eens op de rollenbank gezet zijn toentertijd ? Het had hem waarschijnlijk een vette prent opgeleverd. Dat had dan wel van zijn biercentje afgegaan, want samen met Okke maakten ze heel wat (toen nog) gele kratjes Heineken soldaat. Gewoon langs het veld bier drinken uit een flesje, waar is die tijd gebleven ? Okke kreeg weliswaar elke wedstrijd de yell “Okke, waar zijn je schoenen?” naar zijn hoofd, maar daar zat hij vast niet mee. En die kaartcontroleur aan het hek, met die dikke bruine bonker aan en zijn pak Brandarisshag en flessie bier in de buurt. Wie kent die nog ? Was iets met ‘Van Bassies’ of zo. Ook een bijnaam natuurlijk. Zoals het ‘op ’t durp’ hoort.
Rijnsburgse Boys trok toen al, net als later, een vaste schare meestal wat oudere supporters. Vaste gezichten. Ze waren er altijd, gingen overal heen en vormden een club van een paar honderd trouwe supporters bij uitwedstrijden. Maar wat de Rijnsburgse supporter ook kenmerkte: niet zo uitbundig, wat gereserveerd en het was gauw ‘nie best, tus’. Successen werden wel gevierd, maar het was niet gauw goed. Ooit schreef ik over die lauwheid een column met een kwinkslag onder de naam ‘Kaay de Kraai’. Die werd niet door iedereen even goed ontvangen, maar de boodschap was geen leugen: het mag allemaal wat fanatieker. Wat vuurwerk afsteken voor de wedstrijd en met een vlag zwaaien is geen steun. Steun is als je tijdens de wedstrijd in woord en gebaar achter je ploeg staat. En om eerlijk te zijn, ik had de hoop al opgegeven…
Ik had die sticker met die regenboog op mijn autoruit moeten plakken: “Er is hoop.” Want zie daar, de HKR werd als een soort Messias geboren, zo’n anderhalf jaar geleden. Fanatici, creatievelingen, trouwe volgers en andere bijzondere stervelingen verenigden zich in een explosief groeiend clubje. De echte vruchten ervan zagen we dit seizoen. Met name in uitwedstrijden was het, mede door een aantal goede uitslagen, groot feest en dat doet meer dan deugd. Want voor de mensen die denken dat het wel meevalt: massale bijval helpt. Spelers kunnen net wat meer als ze voelen dat ze hartstochtelijk gesteund worden, dus door middel van zang, geluid en gebaar. De Treffers-uit was een prachtig voorbeeld. De rood-zwarte aanwezigen verbleekten als ware zij doofstommelingen bij geel-zwarte fanatici en ik genoot er stiekem nog meer van dan van de wedstrijd.
Een aantal Rijnsburgers, ja tuurlijk, ze zijn soms poenerig maar hebben wèl durf en zijn inventief, verzonnen de volgende episode in het HKR-leven: met de boot naar Amsterdam. Het is een goud idee, al zal onze voorzitter Ad het vast niet erg vinden dat de bootreis vervroegd moest worden. We weten natuurlijk allemaal dat er op die boot, met name als het in de middag zou zijn, geen groene thee gedronken gaat worden. Misschien maar beter ook die vervroeging, maar een flesje geel goud mag natuurlijk wel open op de heenreis. Hoe het ook afloopt, het moet een geweldig feest worden. En dat het ook maar heel lang zo mag blijven, want zeker nu het even wat minder gaat, hebben de elf in het veld de steun hard nodig.
Trouwens boyz, vergeet naast de steun aan onze elf niet onze voormalige topper hartelijk te begroeten. Bij AFC staat namelijk Raily Ignacio in de spits. Al die klasbakken voor hem ten spijt, dat is wèl de beste spits die we ooit bij Rijnsburgse Boys hebben gehad. Hij scoorde bijna één op één in drie seizoenen Uienliefde. Want die liefde is er nog steeds, zo bleek toen hij onlangs op de Middelmors aanwezig was. Handjes op elkaar voor hem alsjeblieft en wij de punten. Maak er een feest van, Rijnsburgse Boys mag trots op jullie zijn. Hou dat zo!