Piet Hemminga

Hoe gaat het met… Jaïro Schet

De coronacrisis zorgde voor een abrupt einde van seizoen 2019-2020. Voor een aantal spelers uit onze selectie betekende dat ineens de laatste competitie in het shirt van de Uien gespeeld was. Geen afscheid op het hoofdveld, geen bloemen en geen mooie woorden van de voorzitter. Om toch stil te staan bij het vertrek van deze spelers publiceren we deze maand afscheidsinterviews. De tweede in de rij is Jaïro Schet.

Het verhaal van nummer 47

Het persbericht dateert van 9 september vorig jaar – relatief laat. Maar door het niet beschikbaar zijn door langdurige blessures van Max Hudepohl, Furhgill Zeldenrust en Donny van Oijen was Rijnsburgse Boys op zoek naar versterking voorin. Na twee oefenduels tekende Jaïro Schet (21) een contract bij Rijnsburgse Boys. De overeenkomst duurde één seizoen maar door de coronamaatregelen zit de vleugelspits nu vroegtijdig thuis. Jaïro had volgens rekenmeester IJsbrand van Tilburg zes basisplaatsen en negen invalbeurten in de competitie. Daarnaast startte hij in de KNVB-bekerwedstrijden tegen vv Noordwijk en FC Eindhoven.
Hoe zou je je Rijnsburgse Boys-tijd kortweg omschrijven?
“Het was een leerzame tijd voor mij. Een heel leuk team en voor mij was het een ervaring om op het niveau van de tweede divisie te spelen. Ik speelde bij Jong FC Den Bosch in de derde divisie, dat is toch een beetje een verschil. Dat verschil merk je in volwassenheid en het is allemaal wat serieuzer. En ook fysieker.”
Wat is je het meest bijgebleven in het afgelopen jaar buiten de wedstrijden om?
“De sfeer in het team, het was een heel hechte groep. En wat voor mij ook prettig was: ik kwam later bij de groep maar werd goed opgevangen.”

Je speelde 17 wedstrijden onder nummer 47 maar scoorde niet. Wat was je leukste moment?
“De derby’s in de Bollenstreek en de sfeer die rond deze wedstrijden hing, dat was echt geweldig om mee te maken! Wat mijn rugnummer betreft: ook bij Jong FC Den Bosch kreeg ik als jeugdspeler al nummer 47 toegewezen. Toen ik bij Rijnsburgse Boys kwam, waren alle lage nummers al vergeven. En ik vond 47 een mooi nummer dus heb ik daar weer voor gekozen. Het getal heeft geen diepere betekenis.”
Je voorzet in de thuiswedstrijd tegen TEC waaruit Dani van der Moot scoorde was memorabel. Maar kan je ergens zelf van een gemiste kans spreken?
“Nee.”
Wat is je meest memorabele wedstrijd?
“Dat was de thuiswedstrijd tegen AFC waarin ik in de basis mocht starten. Dat was ook een soort beloning voor de wedstrijd daarvoor tegen HHC Hardenberg.”
Wat onderscheidt Rijnsburg van andere clubs?
“Spelen in een eerste elftal was voor mij een heel bijzondere ervaring. Verder vind ik dat best lastig om te omschrijven.”
Als het seizoen wel uitgespeeld was, dan waren we nu…?
“We waren goed bezig, het was sowieso nog heel erg spannend geworden. Het was zelfs niet ondenkbaar dat we kampioen waren geworden.”

Hoe houd je jezelf fit in het coronatijdperk?
“Ik heb in eerste instantie even wat rust gehouden, er waren toch wat pijntjes ontstaan gedurende het seizoen. Ondertussen ben ik weer langzaam begonnen met intensiever bezig te zijn. Wat joggen en oefeningen met de bal, samen met mijn (oudste) broer in de tuin.”
Hoe ziet het volgende seizoen bij FC Lisse er voor je uit? FC Lisse stond vijfde zonder direct uitzicht op promotie.
“De bedoeling is dat we volgend jaar voor het kampioenschap en de promotie gaan spelen. Voor mij zou het een mooie manier zijn om via de derde divisie weer in de tweede divisie terug te keren. En misschien zit er nog meer in…”
Het leeftijdsverschil met je broer Damiano is zo’n negen jaar. Hoe groot is de kans dat jullie nog eens ergens samen in het veld zullen staan?
“Mijn overschrijving was nog niet rond, anders hadden we in de tweede wedstrijd van het seizoen tegenover elkaar gestaan in de wedstrijd tegen GVVV. Maar wie weet, Damiano zal nog best een paar jaar ergens spelen.“
Wil je tot slot nog wat kwijt?
“Rijnsburgse Boys heeft bij mij een goed gevoel achtergelaten, een mooie club. Dank aan de supporters die mij altijd steunden, zeker bij het maken van acties.”