Nico Glasbergen

Column Nico Glasbergen: Henk’s beladen missie

Henk’s beladen missie

Het is nog helemaal niet zo lang geleden dat een zomerstop nog wat inhield. Zo medio mei was de reguliere competitie afgelopen. Waarna de voorbereiding zo’n maand of twee daarna weer begon. Om weer met de competitie aan te vangen begin september. Het leven wordt in alles sneller. Of het leuker is, mag u zelf bepalen. Feit is, dat Rijnsburgse Boys 1 koud gestopt is met het vorige seizoen, of de voorbereiding voor jaargang 2019-2020 staat alweer voor de deur. Op maandag 17 juni beginnen de heren weer en ze zullen het gevoel hebben dat ze hun tas net opgeborgen hebben. Topamateurs draaien een variant op een 24-uurseconomie: een 12-maandenseizoen. Feitelijk geen seizoen meer, want een seizoen is door de bank genomen een beperkt gedeelte van een jaar. Voor de Boys zit er krap twee maanden rust bij. Deels ingeven door een voorbereiding in blokken, maar toch. Er staat wel wat op het spel.
Reputatieschade
We kunnen lang en breed praten, maar het afgelopen seizoen was gewoon erg teleurstellend. Ik moet zeggen, ik zag het wel zitten, vorig jaar augustus. Maar enkele aspecten deden soms zeer om te zien. In de loop van het seizoen heb ik wel wat kritische noten gelaten. Regelmatig nog zacht uitgedrukt. Het doet me bijna verdriet om negatieve dingen te zeggen, maar we mogen sommige dingen niet vergeten. ‘We’ willen een topamateurclub zijn, dus moet de waarheid boven tafel. In een groot modern bedrijf wordt er periodiek geëvalueerd over functies en invulling daarvan. Als grote club mag je daar ook in het voetbal niet aan voorbij gaan. Nu is het me wel bekend dat er echt wel onderling gesproken wordt over namen en rugnummers. Daar is de supporter niet bij, maar een simpele blik met boerenverstand geeft al gauw verheldering. En die blik zegt drie cruciale dingen. Dat is namelijk dat de eindklasseringen van de laatste jaren voor een club als Rijnsburgse Boys duidelijk te mager waren. Er zit één derde, een paar vijfde, een zevende, een achtste en als dieptepunt een dertiende plaats bij, in het afgelopen seizoen. Teken aan de wand in de laatste drie seizoenen: middenvelder Tillema werd topscorer met in totaal 50 goals in die drie seizoenen. De tijden van onze beresterke vriend Ignacio staan inmiddels op vergeeld papier beschreven. Een echte killerspits hebben we al lang niet meer.
En wat de meeste mensen is bijgebleven: een karrenvracht aan tegengoals. In de laatste drie seizoenen 204 (!) stuks. Ja, het staat er echt. Tegenargumenten dat er ook veel door de Uien zèlf is gescoord zullen me even aan mijn derrière oxideren. Die tegendoelpunten zijn nu al jaren een bron van zorg.
Trekken we die lijn door, dan moet er wel even wat aan verwachtingsmanagement worden gedaan.
Wat zijn we nu echt?
Het is opvallend dat er in polls voor aanvang van het seizoen, waarin voorspellingen worden gedaan over eindklasseringen, de grote namen altijd hoog worden gezet. Afgelopen seizoen idem dito. De Koninklijke HFC zou er wel even uitlazeren. Toegegeven, ze speelden geen flitsend voetbal. Maar ze hadden twee dingen wel enorm goed voor elkaar: het was een echt team en speelden dodelijk efficiënt. Dat kan ook, als je het achterin goed op orde hebt. Een vergelijkbaar verhaal met Excelsior Maassluis. Er wordt zo weinig weggegeven, dat wat killersinstinct voorin al gauw voldoende is. Is het allemaal zo simpel ? Nee. Maar het kan bij ons zoveel beter. Er wordt te pas en te onpas aanvallend voetbal gepredikt met veel druk naar voren. Betrapte u uzelf als supporter er ook op dat die termen in de loop van het seizoen begonnen te irriteren ? “Timmer het eerst maar eens goed dicht!”, denk je dan. Een trainer heeft een speelwijze en houdt daaraan vast. Op zich een tijdlang goed. Maar na seizoenen lang heel veel incasseren is de maat wel een beetje vol. Uit bij HFC betrapte ik me erop dat ik geïrriteerd werd. Cynisch. En jaloers op de tegenstander. “Sodemieter op met dat aanvallen”. Ja, dat schoot door mijn kop. En dat scorebord maar oplopen daar. Het was een ’trip down memory lane’. Uit bij GVVV, de wedstrijd ging zogenaamd nergens over. Maar naar Veenendaal gaan voor 5-0 na een uur is echt niet leuk. En om die 6-5 kunnen heel veel mensen allang niet meer lachen.
De conclusie is simpel. Een topclub zijn we allang niet meer qua prestaties. En er is heel veel voor nodig om dat weer te worden. Concurreren qua prestaties met clubs met meer poen kan, dat bewijzen sommige anderen. Maar daar is wel een realistisch plan voor nodig. Romantiek is voor in de huiselijke sfeer.
Wat gaan we doen?
Wat zorgen baart, is het aantal persoonlijke fouten in de afgelopen seizoenen. Feitelijk hebben we al een tijd een defensie staan die veel te veel weggeeft en op sommige plekken aanvallend sterker is dan verdedigend. Dat is toch wel vreemd. Ligt het alleen aan de defensie ? Nee, natuurlijk niet. Alleen, elke keer opboksen tegen achterstanden, domme fouten en veel tegengoals is zo moeilijk. Je fundament begint achterin. En natuurlijk, aanvallers die zich suf scoren doen wonderen. Want daar schortte het zeer zeker ook aan. We mogen heel blij zijn met Tillema, maar een diepgaande middenvelder die drie seizoenen op rij topscorer wordt, zegt veel. En de spelers die aangetrokken zijn, doen me NOG niet juichen. Maar gelukkig is daar altijd weer de verrassing in het voetbal. Daar rekenen we dan maar op. Henk Wisman draaide ooit in zijn eerste ambtstermijn bij Rijnsburgse Boys een geweldige voorbereiding, maar kende daarna een dramatische start van de competitie, om vervolgens weer te klimmen. Het kan allemaal zo gek lopen. We gaan het beleven. Wordt het koning Henk of gekke Henkie?