Bram van Egmond

Column Bob Heeren: Björn to be alive


Natuurlijk is de digitale revolutie niet op haar retour. Maar bij De Bink in Leiden zeggen ze tegenwoordig dat ze drukker zijn dan ooit. Want: de lezer wil weer wat in handen hebben.
Zoals het niet toevallig in Leiden geprinte boek ‘Björn’. Over Björn Kuipers, volgens de cover van het boek een ‘topscheids’. Daarnaast is Björn ondernemer. Hij komt uut Oldenzaal, waar hij de eigenaar is van een Jumbo met maar liefst 300 medewerkers.
Ik wist niet dat Björn ook ‘inspirator’ is. Dat lees ik op het digitale affiche dat bij de uitnodiging voor dit netwerkevent is meegestuurd.
Ik geef toe dat ik de presentatie van Björn Kuipers met enige scepsis tegemoet treed. Natuurlijk ben ik nieuwsgierig naar zijn omgang met nationale en internationale voetballers. Maar ik heb al iets te vaak sporters of kunstenaars de ‘vertaalslag’ naar het bedrijfsleven horen maken. Daarom voorspel ik dat ik daar ook dit keer geen inspiratie uit zal kunnen putten.
Daar staat Björn. In levenden lijve op de werkvloer van Drukkerij De Bink. Hij kijkt mild glimlachend naar de ruim opgekomen sponsors van de Rijnsburgse Boys.

Ik realiseer me dat ik Björn niet al te vaak heb horen spreken. Dat gemis wordt volop goedgemaakt nadat er power op zijn headset is gezet.
Björn blijkt een en al vitaliteit. Hij stapt van links naar rechts, zakt door zijn benen en maakt grote gebaren. Van tijd tot tijd schreeuwt hij door zijn microfoon, met een licht Twents accent dat ik herken uit mijn jeugd.

Björn houdt zijn publiek bij de les, net als de voetballers op de (inter)nationale velden. Hij toont aan dat er maar een de baas kan zijn. Dat is Björn.
Hij start een filmpje. Het is de Champions League-finale 2014. Atletico Madrid tegen Real Madrid. Overtreding. Geel. Opstootje. Sergio Ramos, aanvoerder van Real, komt op Björn toegelopen. Björn toont ook hem de gele kaart.
Sergio: “Why do you give me a yellow card?”
Björn: “Because you came running to me.”
Ik kijk om mij heen. Niemand zegt iets. De advocaat in mij wil het voor Sergio opnemen. Ik open mijn mond en sluit die toch weer. Björn is inmiddels al veel verder met zijn verhaal.
“Als Sergio bij mijn Jumbo zou solliciteren zou ik hem zo een baan aanbieden, want hij is wel een winnaar.”
Ik droom even weg en zie Sergio staan. In een wit jasje, mutsje op zijn hoofd. Tussen de verse vleeswaren in Oldenzaal.
“Mag het een onsje meer zijn?”
Het is niet makkelijk om een topscheids te zijn. Björn geeft toe dat hij ook maar een mens is en dat hij fouten maakt. Of dat zijn vaste assistenten dat doen. En dat hij dan toch als enige verantwoordelijk is.
Polen-Montenegro. De stand is 1-1. De laatste minuut van de extra tijd loopt. Polen moet winnen om zich te kwalificeren voor het WK 2014. Polen scoort. De spelers en de reserves vallen elkaar langs de lijn huilend van geluk in de armen.
Dan hoort Björn in zijn oortje: “Buitenspel!” Hij heeft drie hele seconden om te beslissen. Björn vertrouwt zijn grensrechter. Goal afgekeurd. Polen mist het WK. In de kleedkamer na afloop kijkt Björn gauw naar de beelden. Hij haalt opgelucht adem.
We zijn onder de indruk, de sponsors van de Uien uit Rijnsburg. Dan schalt door zijn microfoon:
“Je zal er maar staan. In zo’n enorm stadion. Niet bij de Rijnburgse Boys, in de Tweede Divisie.”
Een ondeelbare seconde is het oorverdovend stil.
Gelukkig voor Björn zijn Rijnsburgers vergevingsgezind. Sponsor Dick de Mooij laat zich voor het oog van iedereen goeiig door Björn wegduwen.

We leren: als Björn naar zijn borstzak grijpt is het mis. Daarin zit alleen de rode kaart. Op een andere plek bewaart hij een boekje waarin hij kan kiezen uit geel of rood. Dan is het hoe zijn spreekwoordelijke pet staat, die dag.
Als Björn is uitgeraast klap ik dankbaar mee. De enorme stapel boeken is zo verkocht. Gesigneerd door de topscheids, die voor zijn hobby zeker 80 tot 90 dagen van huis is. Thuis, waar zijn bedrijf staat.
Je zal er maar staan. In Oldenzaal. Met 300 medewerkers.
Als ik zou schrijven dat ik toch niet zelfs een beetje door Björn ben geïnspireerd, zou ik liegen.
Dat het gedrukt staat.