Bram van Egmond

Column Bob Heeren: Kwantumsprong

Kwantumsprong

Af en toe heb ik heimwee naar die tijd. Naar de geur van nat gras op zaterdag. Naar slechte koffie in een kantine die naar frituurvet ruikt. Naar discussies met ouders en de grensrechter, vaak de twaalfde man van de tegenstander.
Elf jaar lang volgde ik mijn zoon Pieter, keeper bij UDO in Oegstgeest. Met van kou verkrampte vingers maakte ik vluchtige aantekeningen in een notitieboekje. Die ik later uitwerkte tot steeds meer persoonlijke sfeerverslagen.
Uit die tijd herinner ik mij Alessandro Kwant. Een paar jaar jonger dan Pieter. Een keeperstalent. Een klein en enigszins gedrongen kereltje met vaak een rood hoofd van opwinding. Met donkere wenkbrauwen en een serieuze blik in de ogen. Een mannetje met een missie.

Een paar maanden geleden zag ik dat Alessandro een contract heeft getekend als derde keeper bij RBB. Dus bezoek ik hem thuis, bij zijn ouders in Oegstgeest.
Als hij de deur opendoet schrik ik een beetje.
Ik heb even niet opgelet en het kereltje is een reus geworden. Van de ene kwantumtoestand in de andere.
Mijn zoon Pieter droomde zichzelf in het doel van Barcelona. Ik zou als zijn manager met hem mee gaan, beloofde ik. Door de jaren heen heeft de droom van Pieter op natuurlijke wijze voor andere doelen plaatsgemaakt.
Alessandro daarentegen is nog in de race voor Nou Camp. Toen hij met UDO C1 uit bij RBB C2 speelde, informeerde zijn hartstochtelijk betrokken vader Willem of er voor het volgende seizoen behoefte was aan een keeper voor de C1.
In Rijnsburg kun je zo’n directe vraag stellen. Alleen weet je nooit of je daarop het gewenste antwoord krijgt. Dat kwam er dit keer wel. En dat is bijzonder, want Rijnsburg shopt niet of nauwelijks bij andere verenigingen.
Zijn nieuwe teamgenoten kwamen zich een voor een aan hem voorstellen. ”Wereldgasten”, zegt Alessandro, “al heb ik ze wel eens vervloekt als ik tegen ze speelde.”
Het keepersleven van Alessandro begint in Rijnsburg pas echt. “Snij eens een bal in”, zegt keeperstrainer Henk Postma. Alessandro heeft geen idee. Henk legt uit: “je zet een pas schuin naar voren en maakt je breed. Zo ben je eerder bij de bal. En wordt de ruimte voor de tegenstander om te scoren kleiner.”


Alessandro leert snel. Uit bij Foreholte houdt hij een aanvaller van scoren af door de bal in te snijden. Rijnsburg C1 wint.
Inmiddels mag hij met de grote jongens meedoen. Geniet hij van het voetenwerk van Richard van Nieuwkoop. Weet hij dat hij daardoor een betere keeper wordt. Net zoals Jasper Cillissen zich bij (jawel: Barcelona) ontwikkelt door alleen al met Messi en Suarez te trainen.
Alessandro studeert Sport & Management. Om later spelers te kunnen begeleiden. Hij heeft een vriendin. En een bijbaan op de veiling. Thuis heeft hij geleerd dat je je eigen broek moet ophouden. Dat je moet doorzetten, juist als het tegenzit. Zoals vorig jaar, toen hij in het begin op de bank bij RBB 3 begon en hij aan het einde van het seizoen als keeper van RBB 2 een contract tekende.
Rijnsburgers zijn niet scheutig met complimenten. Maar Alessandro wordt inmiddels een ‘import ui’ genoemd. Met hem zit het wel goed daar.
Waar hij over vijf jaar speelt? Hij kijkt me lang en doordringend aan. Door zijn donkere wenkbrauwen en de serieuze blik in zijn ogen heen zie ik even weer het jongetje van toen.
Dan zegt hij: “In het eerste van Rijnsburg.”
Het hoge woord is er bij hem uit. En ik denk: in Spanje.
Want als je blijft geloven is van Rijnsburg naar Barcelona niet meer dan een kwantumsprong.