Bram van Egmond

Column Bob Heeren: Dick en ik

Dick en ik

We komen elkaar regelmatig tegen. Ook schrijven, mailen, sms’en, appen of bellen we. Dat doen we al zolang als Dick assistent-trainer van de Uien is. Dus meer dan achttien jaar.
Dick heeft verstand van voetbal. En van verzekeringen. Daarvoor heb ik hem regelmatig nodig. Zie ik een probleem, dan verzekert hij mij dat het goed zit. Waardoor ik me weer zeker voel.
Om de paar zinnen noemt hij mijn voornaam. Dat geeft mij het gevoel dat ik ertoe doe. Ook — en dat gebeurt moet ik toegeven altijd als ik met hem communiceer – als ik over het eerste van RBB begin.
Ik hoor en zie mijzelf dan uitweiden over spelers, systemen en tegenstanders. Door Dick krijg ik het idee dat ik het spelletje snap. Dat ik niet een van die beste stuurlui aan wal ben. Alsof ik meer verstand van verzekeringen heb dan hij.
Uiteraard is dat een illusie. Maar we laten het zo. Dick heeft een open mind en een groot hart. Die maken hem tot meer dan een trainer, verzekeringsexpert, vader of vriend. Dat is voor velen voelbaar.

Op 16 december 2016 verongelukte de vader van Dick. Een van zijn grote vrienden. De dag erop scoorde Joël Tillema de openingstreffer voor de Uien. Hij rende naar de kant, naar Dick, net als al zijn collega’s. Voor een groepshug.
“Het is prachtig, Bob, om met die jongen gasten van 18 tot 35 te werken.” Dick en ik lopen langs de foto’s van vroeger in de gang bij het businesshome. Van de kampioenschappen met Dick als laatste man rotsvast in de basis. Van de oefenwedstrijd tegen Oranje (op weg naar het WK in Italië) op 21 mei 1990.

Het werd 1-1, omdat de winnende treffer van de Uien ten onrechte werd afgekeurd. Dick stond Wim Kieft in die wedstrijd geen enkele kans toe. “Rijnsburg uit, altijd lastig”, zei Leo Beenhakker na afloop. Elk seizoen opnieuw weer doet Dick er met de dienstdoende trainer (Cock Jol, Wim Schaap, Ted Verdonkschot, Niek Oosterlee en nu Pieter Mulders) alles aan om die woorden van de toenmalige bondscoach kracht bij te zetten.
Hij heeft er een baan bij. De wedstrijd op zaterdag. De nabespreking. Drie keer trainen door de week. De analyse van de komende tegenstander.
Laatst kwamen de Amsterdamse lefgozertjes van De Dijk op bezoek. De sfeer was broeierig. Na een opstootje stond Dick klaar om de boel te sussen. Hij omarmde een van die gozertjes. En kreeg vervolgens rood, op advies van de concullega’s op de bank.
Dick kan er niet mee zitten. Ik wel. Ik spoor de beelden van FoxSports op die zijn onschuld bewijzen.

“Dat hoort allemaal bij het voetbal, Bob”, stelt hij mij gerust. Dick heeft het allemaal al eens meegemaakt. Toch wil hij altijd winnen.
Enigszins bezorgd vraag ik hem of hij denkt dat Rijnsburg – gelet op wisselende resultaten – dit seizoen wel in de tweede divisie zal blijven.
“Komt helemaal voor mekaar, Bob.”
“Dik”, denk ik.