Bram van Egmond

Keeperspost: wat is een goede keeper?

In deze nieuwe aflevering van de rubriek ‘Keeperspost’ gaat keeperstrainer Henk Postma in op de vraag hoe je een goede keeper kunt worden en aan welke eigenschappen een goede keeper moet voldoen. Hij besluit zijn rubriek met een prijsvraag, waaraan iedereen kan meedoen.
Wat maakt een keeper tot een goede keeper, dat zijn vragen die wij trainers ons vaak afvragen. Waar letten wij op?
Er is een aantal hoofdpunten.
Ten eerste: het voetenwerk. Denk aan de bokser die op zijn voorvoeten staat en zich dansend door de ring beweegt, klaar om in actie te komen. Zo is het ook met de keeper. Op het moment dat hij in actie moet komen, staat hij op zijn voorvoeten, licht gebogen.
Ten tweede: de keeper staat op de juiste positie ten opzichte van de bal. Dit is heel simpel: als je twee touwen vastmaakt aan de twee doelpalen en je houdt de twee touwen in je hand, dan moet de keeper in het midden van de twee lijnen staan. En hij heeft het lef om ver voor zijn doel te staan, om daarmee de kans te verkleinen dat er gescoord wordt.
Ten derde: de houding van de keeper. Denk weer aan de bokser die met zijn handen klaar staat om te stoten of om een stoot af te weren. Zo moet ook de keeper staan, klaar om in actie te komen. Een goede keeper duikt niet te snel, hij blijft lang staan en vertrouwt op zijn inzicht en reactievermogen. Een goede keeper duikt niet als het niet nodig is, maar beweegt als een tijger in het doel, steeds op zoek naar de middellijn tussen de bal en beide doelpalen.
Dan hebben wij nog de eigenschappen die een keeper moet hebben. Een belangrijke eigenschap is rust in je hoofd. In mijn tijd hadden we bij het eerste elftal doelman Henk van Voorbergen, een geweldige keeper maar ook een keeper die geen rust in zijn hoofd had, waardoor hij niet de geweldige keeper was die hij kon zijn. Zo zijn er veel meer voorbeelden van erg goede keepers die geen rust in hun hoofd hebben en erg zenuwachtig overkomen.
Vervolgens hebben we nog de uitstraling. Denk aan de godenzonen van Ajax in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Als ze het veld opkwamen, straalden ze een en al onverwinnelijkheid uit. Dat gold ook voor de keeper. De keeper moet geen angst hebben om fouten te maken en hij moet zelfvertrouwen uitstralen, waardoor zijn teamgenoten vertrouwen in hem krijgen en hij de tegenstander angst inboezemt. Een voorbeeld is Hans van Breukelen die bij een strafschop uitgebreid de tijd nam om de tegenstander onzeker te maken.
Zijn we er daarmee? Nee, bij de grote clubs worden keepers ook geselecteerd op hun lengte. Een keeper die als jonge jongen bij Ajax komt, daarvan wordt eerst onderzocht hoe lang hij wordt. Blijft hij onder de 185 centimeter, dan wordt hij afgewezen.
Om af te sluiten en het nog wat ingewikkelder te maken: een keeper moet vooral voorkomen dat er doelpunten gescoord worden, dus gewoon de ballen tegenhouden.
Prijsvraag
Wie zijn de voetballers op deze foto uit seizoen 1979-1980, tegen welke tegenstander was dit en wat was de uitslag (is pijnlijk)? Mensen kunnen reageren bij Henk Postma via henkpostma@hotmail.com. De winnaar mag meedoen met een keeperstraining van de JO18.