Bram van Egmond

Column Nico Glasbergen

nicoglasbergen2016

Over geduld en realiteitszin

Om de zoveel tijd lees je het in de media: een ongeduldige voorzitter, meestal uit Griekenland, Italië of Spanje, ontslaat de hoofdtrainer. Pakweg Stelios Papalamepiemelos, voorzitter van Doxa Drama (die club bestaat echt) uit Griekenland, heeft na vier wedstrijden genoeg van dat ene behaalde punt en een doelsaldo van 1-9. De zes weken ervoor nog met veel tam tam binnengehaalde oefenmeester mag het veld ruimen. Want ondanks al die ‘goede’ spelers, meestal een verzameling vierderangs zuid-Amerikanen en een stel lamme Grieken (sorry, maar ik vind ‘lamme Grieken’ eigenlijk een soort pleonasme), zijn de resultaten ondermaats. Weg met die trainer. En zo gaat het jaar in, jaar uit, zonder enig besef van de realiteit. Het is in het klein wat je krijgt als je iemand veel macht geeft die geen verstand heeft. In het groot hebben we in het verleden kunnen zien wat mensen met veel macht en weinig verstand kunnen aanrichten.
Gelukkig zijn we in Nederland op bestuurlijk niveau een stuk wijzer. Geen Stelios Papalamepiemelos, geen Chinese eigenaar die zijn club als speeltje beschouwt, geen Inter-leiding die Frank de Boer ontslaat en zelfs bij mij als Feyenoorder daar meelij in opwekt. Je vraagt je wel eens af sommige mensen die een club runnen het echt wel eens verstandelijk bekijken in plaats van rationeel. Zo is het met supporters ook. Wat sommige mensen drie maanden na een koerswijziging roepen is bij tijd en wijle zo kortzichtig dat je moeite hebt je er niet dood aan te ergeren. Onthoud je wel eens wat, dan sta je verbaasd. Zo was onze vorige trainer, de goede lobbes Niek, langs de kant regelmatig wat stilletjes. Op bepaalde momenten leek het wel een Egyptische sfinx. Onbewogen en wel heel rustig. Hij was in de ogen van heel wat mensen een dooie. Toen kwam Pieter. Binnen zes weken begon het al. “Die vent schreeuwt teveel.” Tsja, het zal eens goed zijn!
En dan de resultaten. Nee, die zijn niet al te best. Maar wat wil je. We zijn vier maanden bezig met een vernieuwd spul. De historie wijst uit dat vrijwel geen enkel nieuw elftal consistente prestaties levert. Het is domweg bijna onmogelijk. Spakenburg flikte het in 2014 om met een compleet vernieuwd team kampioen te worden, maar naast hele goede spelers halen en inzicht hebben vergt dat ook een flink portie mazzel. Kortom, je mag wèl inzet verwachten in die eerste maanden, dat altijd. Maar flitsend spel en een wervelwind aan knappe aanvallen, dat is erg moeilijk om week in week uit voor elkaar te boksen.
“Die trainer maakt het ook niet!” hoor je dan. Nee, (nog) niet echt. Klopt. Maar als je voorbeelden wil van lange adem hebben, blijven nadenken en niet panikeren moet je eens het afgelopen seizoen bekijken. Dit seizoen presteren FC Lisse, IJsselmeervogels en ASWH prima. Pak je teletijdmachine en stel hem in op exact een seizoen geleden…
FC Lisse won pas op 9 april (!) van het afgelopen seizoen zijn eerste thuiswedstrijd van die jaargang. Robert de Ruiter verving Arjan van der Laan al heel vroeg in het seizoen, maar kreeg zijn ploeg niet aan het voetballen. Nota bene de rentree van opa Kevin Winter was nodig om het vege lijf, via de nacompetitie, te redden. FC Lisse had slechts enkele mutaties dit seizoen en staat nu bovenaan. Robert de Ruiter kreeg tijd om te bouwen en ziedaar.
IJsselmeervogels maakte er seizoen na seizoen een sport van de druk buitensporig op te voeren en de trainer er uit te pleuren. Frans Adelaar was ook de Messias niet en daarom kwam vorig seizoen Sandor van der Heide de Vogels opnieuw leren stuntvliegen. De Fries had voor een vermogen spelers tot zijn beschikking, maar het ging van kwaad naar erger. Waarschijnlijk mede door financiële malheur mocht Van der Heide blijven zitten en kwam er weer een blik nieuwe jongens. De Vogels draaien inmiddels uitstekend.
ASWH, heb ik uit de eerste hand van een collega, speelde vorig seizoen onder de gekende toptrainer Jack van den Berg week in week uit om te huilen. Van den Berg onthulde later dat hij het niet erg had gevonden om voor de winterstop al gewipt te worden. Maar ja, hij had nog een contract voor 1,5 seizoen en is een dure jongen. “Laat maar zitten”, zullen ze in Ambacht gedacht hebben, hevig opziend tegen die dikke ontslagvergoeding. Van den Berg kreeg na de winterstop wat meer moed, bouwde door en net op tijd begon het te lopen. De periode werd gepakt en het op papier sterkere Noordwijk werd in de barrage pootje gelicht. Mede omdat ASWH de man liet zitten die echt wel kwaliteiten heeft, maar – hoe menselijk –  het ook even niet wist.
Moraal van het verhaal: geduld hebben, blijven nadenken en je gericht versterken. Wij gaan met Rijnsburgse Boys een zonnige toekomst tegemoet. Ik weet zeker dat er achter de schermen keihard aan gewerkt wordt om dat voor elkaar te krijgen. Staan we er volgend jaar om deze tijd niet veel beter voor, print deze column dan gerust uit en duw hem onder mijn neus!