Bram van Egmond

Keeperspost!

De eerste keepershandschoen

Deze keeperspost gaat over de keepershandschoen. De keeperstrainers Hans Schot en Henk Postma doken in de historie van hun eerste keepershandschoen en interviewden elkaar. Een boeiend tweegesprek.
Hans, wat was jouw eerste handschoen?
“Mijn keepershistorie is een klassieker: in de B-junioren van Vitesse Delft raakte onze keeper geblesseerd tijdens een toernooi in Amsterdam en toen ben ik in het doel gaan staan. In de strafschoppenserie stopte ik drie penalty’s met blote handen. Daarna ben ik niet meer uit het doel gegaan. In het laatste jaar bij de B-junioren kreeg ik een soort keeperstraining en kocht ik zelf handschoenen. Dat ging toen makkelijk: gewoon de goedkoopste uitzoeken, want alles betaalde je zelf. Ik had van die wollen bruine met groene anti-slip stroken er in, van dat geribbelde rubber dat ook op tafeltennisbatjes zat. Mijn moeder waste die dingen toen een keer te heet en vervolgens waren ze te klein en onbruikbaar. Toen heb ik uit wraak van haar een paar leren dameshandschoenen meegenomen. Dat ging goed bij droog weer, maar o wee als het regende, dan glipten alle ballen er natuurlijk doorheen.”
Henk, hoe zit het met jouw eerste keepershandschoen?
“Mijn historie gaat verder terug. Dat zal te maken hebben met de leeftijd. Oma Jungerius breide gewoon handschoenen en daarmee stond ik in het doel. Dat ging goed zolang het maar niet ging regenen, dan hingen ze te zwabberen om je handen en dan ging je maar weer over op de blote hand. De leren ballen van toen waren heel anders dan nu. Die liepen vol water als het regende. De eerste echte handschoenen kreeg ik eind 1970 van Wijnand Sloos. Die waren net zoals bij Hans half stof met rubberen stipjes. Ik vond het beter dan de gebreide, maar daar hield het wel mee op. Ik keepte nog steeds liever met blote handen. Daar spuugde ik dan in en dan had je de beste grip.
Hoe was dat bij jou Hans: ook gewoon in je handen spugen?
“Wij kregen in de senioren elk jaar twee paar, de rest moesten we zelf bijkopen, en dat waren van die strakke rood-zwarte, half stof half leer, met van die geribbelde zwartrubberen strips er in. De grip op de bal was daarmee een stuk beter, maar na twee maanden droogde het leer uit en kon je ze rechtop wegzetten in de hoek.”
Henk: “De beste handschoenen kwamen in die tijd uit Duitsland. Daar kwamen handschoenen vandaan met een foam-laag. Die waren voor die tijd erg duur en gingen niet langer dan een week of zes mee, maar je had wel veel grip. Deze handschoen gaf je extra vertrouwen. Ook in de regen had je grip en kon je een bal goed pakken.”
En hoe gaat het tegenwoordig?
Hans: “De handschoen is in de loop van de jaren doorontwikkeld. Sinds jaren maken wij bij de A-selectie gebruik van een vaste leverancier, Arjen de Vries van ONEkeeper.nl, en daar zijn we tevreden over. Ieder jaar laat hij op de club de laatste modellen zien, vertelt over de nieuwste ontwikkelingen en geeft advies terwijl de keepers kunnen passen. Keuze genoeg met je eigen naam er ook nog op: met of zonder fingersafe, kunstgrashandschoenen, nat/droogweer-modellen, zonder en met stiknaden. Dat gaat nu wel heel anders dan toen wij zelf nog keeper waren. Toen moesten we het zelf uitzoeken en alles zelf betalen.”
Henk: “Nu is de handschoen een onderdeel van de keeperskleding en al bij de jongste jeugd zie je de mooiste en duurste handschoenen. Het valt me wel op dat de keepers soms slordig met hun handschoenen om gaan. Een goede handschoen was je in handwarm water elke keer nadat je hem hebt gebruikt. Maak de handschoen voor gebruik lichtjes nat. Uittrekken doe je voorzichtig, zo niet dan trek je de handschoen stuk.”