Bram van Egmond

Column Nico Glasbergen

column-nicoglasbergen-artikel

Guus Excuus of Dirk Doorzetter?

Als volger van het voetbal in de regio stuit je op allerlei uitingen van verschillende soorten media. Internet, de krant, radio en televisie, als je wil kan je de hele dag door het amateurvoetbal volgen, voor de liefhebber een zegening. En wie leest, merkt dingen op. Vermakelijke verhalen en kleurrijke figuren hebben de overhand, al heb je soms ook wel treurige interviews waar je wenkbrauwen spontaan van gaan fronsen. Zeker in dit ongeëvenaard turbulente voetbaljaar kom je vrijwel wekelijks iets opvallends tegen.
Geen wonder, want waar gekke dingen gebeuren zijn de persmuskieten aanwezig om niet alleen steken uit te delen, maar ook om ze hartelijk voor hun producties in ontvangst te nemen.
Aan sommige spelers en trainers zullen ze echter niets hebben. Tegenslag, blessures, pech of irritatie ten spijt, de echte bikkels klagen niet, maar dragen. Persoonlijk vind ik ze parels in een zee vol peeuwers, zoals oudere Rijnsburgers dat kunnen zeggen.
Om een positief voorbeeld te geven: Lisse-trainer Salden. Op een gegeven moment kon hij een potentiële opstelling op het bord schrijven met elf namen… alleen waren dat elf absenten.
Je hoorde geen gezeur in interviews en op TV West. Nee, Salden deed het met de mensen die hij had en goed ook: met beperkter middelen leverde Lisse dit jaar een topprestatie.
Helaas hebben we ook roergangers die zich verschuilen tot kunst hebben verheven. Het veld, de scheids, pech, een paar spelers afwezig, het maakt niet uit. Als er maar wat te excuseren valt! Het is om te huilen. Per saldo zal iedere trainer of speler ongeveer even veel mee hebben als tegen. Acceptatie doet wonderen! Zouden al die azijnzeikers door hebben dat als je een slecht voorbeeld geeft dit een weerslag heeft op de rest? Het lijkt er niet op! Uiteraard zit het wel eens tegen, zonder geluk vaart niemand wel. Echter de echte doordouwers komen altijd weer boven drijven.
In onze A-selectie zitten een paar van die jongens waar je je petje voor kan afnemen, met name op mentaal gebied. Namen noemen is altijd een beetje tricky, maar als columnist mag dat. Zo ben ik al een tijd fan van Kevin Westmaas. Vorig jaar mocht hij weg. Hij bleef, knokte en overwon. In plaats van het hoofd in de schoot ging de kop omhoog. Van twee naar één, weer even een terugval en daarna in de basis bij één. En of ie er nou naast komt of gewisseld wordt, je ziet een positieve gozer die geen misbaar maakt. Volgens mij was het thuis tegen Sneek dat er een paar cursisten voor de trainerscursus op de perstribune zaten en zeiden: “Die gast met nummer 22 kan goed voetballen zeg!” Dat hadden ze goed gezien…
Nog zo’n positivo: Resham Sardar. Al vijf Uien-seizoenen de betrouwbare steekmug waar iedere trainer blij mee is. Hij speelde dit jaar al voorin, midden en achterin. Zeuren? Nee. Werken? Ja.  Je ziet het fatsoen al aan zijn houding en daarnaast is het een hele goede voetballer. Speelt niet altijd, hij heeft geweldige concurrentie, maar verzaakt qua instelling nooit. Een gozer naar mijn hart. In een selectie vol met uitstekende spelers loop je wel eens tegen teleurstellingen op, dat kan niet anders. In een voetbalwereld waarin het wel eens lijkt dat jonge spelers steeds sneller de kop laten hangen en vertrekken, zijn zij schoolvoorbeelden.
Het moet toegegeven worden, karakter is grotendeels iets wat je van nature hebt. Toch valt er ook voor de snel verongelijkte mannen in het voetbal van al die doordouwers wat te leren. Ook sommige trainers kunnen dat. Bij tegenslag kan het gebrek aan vermogen tot acceptatie lelijke gevolgen hebben. Wanneer zou Raymond Kolder trainer worden?
Die zou je dat niet hoeven leren!
Een fijne zomer toegewenst!